Methodiekenbundel secundair onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Methodiekenbundel secundair onderwijs"

Transcriptie

1 Methodiekenbundel secundair onderwijs een samenwerking van en Netwerk Bewust Verbruiken 1. Inleiding 2. Verantwoording binnen de vakoverschrijdende eindtermen, VOET 3. Overzicht methodieken 4. Tips 5. Laat van je horen 1. Inleiding Jongeren leren bewust verbruiken is niet altijd eenvoudig. Green Jeans geeft jongeren de kans om te ontdekken welke impact hun keuzes hebben aan de hand van een kledingstuk waarmee zij zeker al in aanraking gekomen zijn: de jeans. Deze methodiekenbundel is speciaal gemaakt voor leerkrachten secundair onderwijs. Je vindt er vele lesideeën in om met het thema Let your blue jeans talk... green!" aan de slag te gaan in je klas. De verschillende werkvormen en inhouden kan je apart gebruiken of onderling combineren, om zo tijdens één of meerdere lesuren de sociale en de ecologische problematiek van het productieproces van jeansbroeken onder de aandacht te brengen. Wij willen jou en je klas graag uitdagen om kritisch te kijken naar een jeans en naar het hele productieproces erachter. Hopelijk komt de meerwaarde van discussie en interactie tot zijn recht in de door ons aangeboden methodieken. Verantwoording binnen de vakoverschrijdende eindtermen, VOET Per methodiek kan je de doelen lezen die horen bij de vakoverschrijdende eindtermen (VOET). Telkens is de gemeenschappelijke stam gegeven (GS), evenals de eindterm (ET) binnen de context. De inhoud en methodieken sluiten aan bij 3 contexten: context 4 (omgeving en duurzame samenleving), context 5 (politiek juridische samenleving) en context 6 (socio-economische samenleving). Als toepasselijk zijn er ook eindtermen van "leren leren" (LL) toegevoegd. p. 1 / 40

2 Overzicht methodieken Alle methodieken kunnen in het vak economie, Nederlands en gegeven worden! Methodiek 12 kan je in de Franse les gebruiken. Alle materialen die te downloaden zijn, zijn terug te vinden op de website van Green Jeans: NR Titel Materialen of internet nodig? 1. Jeans, zegt het je wat?, ijsbrekers om de voorkennis van je leerlingen af te toetsen en de vragen van je leerlingen te verzamelen Grote vellen papier, stiften, een jeansbroek, stickers 2. China Blue, filmmethodiek, de film toont de werkomstandigheden in de Chinese textielfabrieken 3. Story board Van de katoenplantage tot rond je benen, de levensweg van je jeans, korte animatiefilm methodiek, de film zonder woorden toont het productieproces van de jeans tot je hem koopt in de winkel 4. Story board Van de katoenplantage tot rond je benen, de levensweg van je jeans, puzzelmethodiek, de verschillende prenten tonen het productieproces van de jeans tot je hem koopt in de winkel 5. Hoe een blauwe jeans groen kan worden, gespreksmethodiek waar men dieper ingaat op duurzame alternatieven voor de niet-duurzame, gewone, katoenen jeans 6. Wie verdient hoeveel?, methodiek over de winstverdeling, de Leen de film China Blue uit. (DVD) Je hebt een projector nodig. Internetverbinding Het verhaal in prenten, te downloaden. / Prent van een jeans, te downloaden opbrengstverdeling van een jeans 7. Wat denk jij?, methodiek viskomdiscussie Voldoende ruimte en voldoende stoelen, een kom 8. Neem je standpunt in, stellingenspel Knikkers en doorzichtige potten 9. k wist het, The green jeans quiz, quizmethodiek waar alle leerinhouden nog eens aan bod komen. 10. Welk spoor laat jij achter?, methodiek om stil te staan bij de voetafdruk bij het verbruiken en onderhouden van een jeansbroek 11. Let your blue jeans talk green, verwerkingsblad waar alle inhouden op staan. 12. Le bleu jeans qui parle, tekst voor de inhoud te herhalen tijdens de Franse les 13. Onderneem verantwoord, groepswerkmethodiek waarin de leerlingen organisaties ontdekken die het verantwoord ondernemen ondersteunen 14. Het verhaal van de katoenproducent, filmmethodiek waarin de leerlingen kennismaken met Sidi El moctar N Guiro, directeur van een katoenbedrijf in Mali Powerpoint, te downloaden en beamer of computer, iets om de tijd mee te bewaken Internetverbinding OF werkblad waarbij de lln zelf hun voetafdruk kunnen berekenen Werkblad en oplossingssleutel, te downloaden Werkblad, te downloaden Internet: als opzoekbron voor de leerlingen Interview met Sidi El moctar N Guiro, te downloaden p. 2 / 40

3 Tips - Neem het campagnedossier door op de website Hier vind je het campagnedossier terug waarin alle nodige achtergrondinformatie terug te vinden is. Ook in deze methodiekenbundel kan je per methodieken de nodige achtergrondinfo lezen. - Is internet altijd nodig? Neen, gelukkig niet. We kunnen wel aanraden om het computerlokaal of media lokaal goed op tijd te reserveren omdat beelden vaak meer zeggen dan woorden. Kijk in het overzicht van de methodieken of je internet nodig zal hebben. - Bij elke methodiek staan de benodigde materialen en de tijdsduur aangegeven. Zo kan je zelf jouw ideale les samenstellen. - Welke methodieken kan je gemakkelijk combineren? Methodiek 3 en 5 kan je combineren met enkele stellingen uit methodiek 8. Methodiek 4 kan je behandelen met een viskomdiscussie (methodiek 7). - We geven verschillende ijsbrekers mee zodat je de les elke keer op een leuke manier kan starten. - Combineer methodiek 3 en 4 niet. Beide methodieken hebben dezelfde inhoud maar andere leermiddelen: respectievelijk: animatiefilm op internet en prenten. Methodiek 4 is speciaal voor de leerkracht met een klas zonder (werkende) internet. Laat van je horen Heb je nog vragen over de campagne? Over de inhoud?? Willen je leerlingen graag vragen stellen? Heb je opmerkingen? Contacteer Netwerk Bewust Verbruiken via info@bewustverbruiken.be. Je kan ons ook bellen via Heb je nog vragen hoe je best een project opstart? Wil je graag weten of je voor subsidies in aanmerking komt? Wil je gecoacht worden? Nog inspiratie nodig? Heb je een succesvol project rond duurzaam verbruiken achter de rug? Laat van je horen wij zijn nieuwsgierig! Contacteer via ons algemeen adres: kleurbekennen@btcctb.org. Zoek de contactgegevens van de educatieve medewerkers op bij contact. Zoek je nog informatie en educatief materiaal rond duurzaam verbruiken? Ontdek onze materialenbank. Kijk op Klik op zoek in ons aanbod en op educatief materiaal. Zoek je nog begeleide activiteiten, workshops, voor je klas of school. Ontdek het workshopoverzicht. Kijk op Klik op zoek in ons aanbod en op begeleide activiteiten. p. 3 / 40

4 1. Jeans, zegt het je wat? ijsbrekers om de voorkennis van je leerlingen af te toetsen en de vragen van je leerlingen te verzamelen Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET De hele klas kan mee brainstormen. 10 min. Je kan zelf bepalen hoe lang/kort je deze laat duren. Grote vellen papier, alcoholstift, een jeansbroek, stickers Gemeenschappelijke stam (GS) - Exploreren Methodiek Om de aandacht van je leerlingen te trekken en je les te beginnen, is het altijd interessant om gebruik te maken van een ijsbreker. Dit wordt omschreven als een initiërende activiteit. Het is geen doel op zich, maar wel een middel om het doel te bereiken. Op deze manier kunnen de leerlingen al wat betrokken raken bij het thema jeans. Met de ijsbrekers kom je te weten welke associaties je leerlingen maken met het woord jeans. Je kan via de ijsbrekers ook de vragen te weten komen die onder je leerlingen leven. Je kan elke les met een andere ijsbreker beginnen. IJsbreker 1: Een open brainstorm over het woord jeans Schrijf het woord jeans op het bord. Je stelt de leerlingen de volgende vraag: - Waar denken jullie aan bij het woord "jeans"? Denk even per 2 na. Als jullie enkele woorden hebben, kan 1 van jullie 2 ze aan het bord komen opschrijven. De woorden die je heel belangrijk vindt aan een jeans, mag je onderstrepen. Nadat ze de woorden die spontaan zijn opgekomen bij hen, hebben opgeschreven kan je het woordenveld gaan bekijken met de leerlingen en samen met hen structuren: - Welke woorden staan er dubbel op? (Deze dan wegdoen) - Welke woorden horen tesamen? Kunnen we dit in woord of zin samenvatten? - Wat valt jullie op? Wat vinden jullie belangrijk aan een jeans? Deze ijsbreker vraagt geen enkele voorkennis van je leerlingen. IJsbreker 1: Een open brainstorm over de zin het productieproces van een jeans Schrijf de zin het productieproces van een jeans op het bord. Je stelt de leerlingen de volgende vraag: - Waar denken jullie aan bij de zin " het productieproces van een jeans"? Denk even per 2 na. Wie werkt aan je jeans? Hoe en waar is die gemaakt? Wat zijn de nodige middelen om een jeans te maken: grondstoffen en logistieke middelen? Geef voorbeelden: welke impact op het milieu heeft het productieproces van een jeans? Als jullie enkele (ant)woorden hebben, kan 1 van jullie 2 ze aan het bord komen opschrijven. De woorden die je heel belangrijk vindt aan een jeans, mag je onderstrepen. Nadat ze de woorden die spontaan zijn opgekomen bij hen, hebben opgeschreven kan je het woordenveld gaan bekijken met de leerlingen en samen met hen structuren: - Welke woorden staan er dubbel op? (Deze dan wegdoen) - Welke woorden horen tesamen? Kunnen we dit in woord of zin samenvatten? - Wat valt jullie op? Wat vinden jullie belangrijk aan een jeans? Deze ijsbreker vraagt geen enkele voorkennis van je leerlingen. Ijsbreker 3: Vragen verzamelen over het productieproces van een jeans Vraag aan je leerlingen - Wat weten jullie nog niet over het productieproces van een jeans? Schrijf jullie vragen op. Misschien kunnen we wel een antwoord vinden tijdens de les. Je kan dit laten doen op individuele papiertjes. Je kan ook flappen in de klas leggen met een thema op en de leerlingen moeten hun vragen over de jeans hierrond verzamelen. Mogelijke thema s: milieu, werknemers, p. 4 / 40

5 transport, grondstoffen Nadat de leerlingen hun vragen hebben opgeschreven, kan je het samen met hen gaan bekijken en structuren: - Welke vragen staan er dubbel op? (Deze dan wegdoen) - Welke vragen lijken op elkaar en horen bij elkaar? - Kies 3 vragen per thema waar jullie zeker antwoord op willen vinden. Deze ijsbreker vraagt geen enkele voorkennis van je leerlingen. IJsbreker 4: Een jeans lezen Vraag aan enkele leerlingen om te kijken wat er op het etiket van hun T-shirt (of broek) vermeld staat. Neem desnoods een jeans mee als je weet dat niet alle leerlingen een jeans dragen. Stel de volgende vragen: - Wat kan je allemaal lezen op het etiket van je jeans? Wat vertelt dit over je jeans? - In welk land werd het t-shirt (of de broek) gemaakt? - In welke winkel hebben ze het gekocht, hoeveel koste het kledingstuk ongeveer? - In elk kledingsstuk staat er made in. Waar denken jullie dan aan? Bedoelen ze een deel van het productieproces of het geheel? Welk deel van het productieproces zouden ze hiermee bedoelen? Hierbij kan je al kort de link leggen met de arbeidsomstandigheden en het transport. - Van welke stof is je jeans gemaakt? Hoe moet je die onderhouden? Hierbij kan je de link leggen naar grondstof katoen. Deze ijsbreker vraagt geen enkele voorkennis van je leerlingen. IJsbreker 5: Wat/wie ben ik? Voor deze ijsbreker laat je de leerlingen in 4 rijen staan. De 2 middelste rijen kijken naar elkaar. De 2 buitenste rijen kijken ook naar binnen. Je plakt bij elke leerling een sticker op zijn/haar voorhoofd. Rij 1 (de punt wijst naar de voorzijde van de leerling) Rij 2 Rij 3 Rij 4 Daarna draaien de 2 middelste rijen naar de buitenste rijen toe. De leerlingen moeten door ja-neen vragen te stellen aan de leerling die tegenover hen staat te weten komen welk woord er op hun voorhoofd staat ivm het productieproces van een jeans Rij 1 (de punt wijst naar de voorzijde van de leerling) Rij 2 Rij 3 Rij 4 Mogelijkheden van de stickers zijn: hennep, bamboe, katoen, naaister, vrachtwagen, water, fabriek, jeansbroek, consument, winkel, pesticiden, kleurstof, chloor, wasmachine, droogkast, strijkijzer, tweedehands winkel, milieuvervuiling Wie het geraden heeft kan gaan zitten. Deze ijsbreker vraagt al enige vertrouwdheid met het onderwerp. p. 5 / 40

6 IJsbreker 4: Muurdiscussie Voor deze ijsbreker heb je drie grote vellen papier en een dikke stift nodig. Op elk blad schrijf je een vraag. Deze bladen hang je verspreid op of leg je verspreid neer in de klas. Je kan eventueel ook meer papieren met telkens een vraag voorzien, als je veel leerlingen hebt, zodanig dat er ongeveer 4 leerlingen aan een blad kunnen. Laat de leerlingen door de klas lopen en overal antwoorden bij schrijven. Op deze manier kunnen de leerlingen reageren op elkaars antwoorden, zonder dat dit heftige discussies uitlokt. Hierna bekijk je de antwoorden klassikaal. Deze ijsbreker kan een aanleiding zijn voor een klassikale discussie of een verwerkingsvorm waarbij leerlingen hun mening moeten geven. Mogelijke vragen hierbij zijn: - Waaraan denk je bij jeans? - Is het nodig om 5 jeansbroeken te hebben? - Wat betekent "Made in China"? - Waar komt jouw jeansbroek vandaan? - Vind je het nodig om per mode-seizoen een nieuwe jeansbroek aan te kopen? Deze ijsbreker vraagt al enige vertrouwdheid met het onderwerp. p. 6 / 40

7 2. China Blue Filmmethodiek de film toont de werkomstandigheden in de Chinese textielfabrieken Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Onbeperkt bij de film, de nabespreking is beter in kleinere groepen Film (87min) + nabespreking (30min) Film China Blue. Deze kun je uitlenen of aankopen. Uitlenen: in Limburg, Antwerpen, Turnhout en Oost-Vlaanderen. Ga ook een kijken in je plaatselijke bibliotheek Kopen: Via de Schone Kleren Campagne aan 10 per film. Hiervoor mail je naar campagne@schonekleren.be GS: empathie, kritisch denken LL: informatieverwerving, de leerlingen kunnen informatie onder begeleiding kritisch analyseren. Context 4, ET 2: De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 4, ET 8: De llnn geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan. Context 6, ET 4: De llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek Aan de hand van de film "China Blue" staan de leerlingen stil bij de arbeidsomstandigheden in textielfabrieken in China, het onderwerp van de film. Je kan met je leerlingen de film in zijn geheel bekijken (87 min) of een (aantal) fragment(en). Vb. van een fragment: 56''48 tot 1'08''. Hierna kan je enkele vragen stellen aan de leerlingen. Deze vind je terug na de korte inhoud en wat achtergrond. Korte inhoud Onder de miljoenen jonge vrouwen die hun dorp jaarlijks verlaten, bevindt zich Jasmine. Dit 16-jarige meisje, tweede dochter uit een boerengezin, verruilt het Chinese platteland voor een leven in de grote stad. Ze hoopt hiermee haar familieleden financieel bij te kunnen staan. Ze kan aan de slag als draadjesknipster in een textielfabriek. Elf uur per dag, 7 dagen op 7, werkt ze in de kledingfabriek van Mr. Lam, die spijkerbroeken voor Westerse bedrijven produceert. Haar loon bedraagt 6 cent per uur, wat neerkomt op 50 dollar per maand. De huur voor haar kamer, die ze deelt met 12 andere meisjes, en het geld voor de maaltijden uit de kantine, worden van haar loon afgehouden. Doordat Mr. Lam nooit een deadline wil missen, laat hij zijn personeel soms hele nachten doorwerken. Door de grote concurrentie moet mr. Lam zijn broeken heel goedkoop verkopen. Een onmogelijke prijs, die betaald wordt door de arbeiders. Hierdoor hebben de meisjes amper vrije tijd en vallen ze soms in slaap boven hun jeansbroeken. Jasmine en haar collega's werken hard om geld te verdienen voor hun familie, een eervolle taak. Voor het Nieuwjaarsfeest kunnen de meisjes enkele dagen naar huis, als ze de reis kunnen betalen. China Blue biedt een unieke openheid van zaken en daarmee een onthutsende kijk op de Chinese economie, waar de individuele arbeiders, overgeleverd aan het regime van de fabriekseigenaar, een rechteloos bestaan lijden. De arbeiders worden als moderne slaven gebruikt om te kunnen voldoen aan de p. 7 / 40

8 normen van het rijke Westen. De gevolgen van de textielmarkt, waarin de grote westerse merken alles bepalen en de fabrieksarbeiders de prijs betalen, komen duidelijk aan bod. Achtergrond over de film De keerzijde van China s economische groei In China wonen 1,3 miljard mensen. En het is een arm land. De huidige politiek is gericht op het scheppen van een nieuwe klasse van ondernemers, handelaars en managers. China is momenteel de grootste kleding- en textielproductent ter wereld. De lage lonen zorgen hierbij voor een sterke concurrentiepositie. Doordat de levensstandaard op het platteland nog slechter is dan in de stad, verlaten tientallen miljoenen jonge vrouwen hun dorp om een job te zoeken in de textielsector. Het geld dat ze hier verdienen, proberen ze te sparen en naar huis op te sturen. Echter, de omstandigheden waarin ze werken zijn mensonterend. Ze krijgen vaak geen vaste contracten, waardoor ze niet zeker zijn van hun job en een constant inkomen. Zwangerschappen zijn bijvoorbeeld een "ideale" manier om mensen te ontslaan. Ook wordt vaak het recht ontzegd om zich te organiseren in een vakbond. Overuren zijn vaak verplicht en worden soms zelfs niet uitbetaald. Weken van 70 tot 80 uur komen voor. Dit is veel te lang, als je bedenkt dat de internationaal aanvaardbare werkweek 48 werkuren bedraagt. De werkomstandigheden zijn niet veilig en ongezond: tekort aan licht en verse lucht in de vaak tropische hitte, gebrek aan zuiver water, te weinig toegang tot propere toiletten en tekort aan brandveiligheid wegens onbestaande of geblokkeerde nooduitgangen. Vaak slapen de naaisters in de fabriek zelf, met 8 à 12 vrouwen in een kamer zonder enige vorm van privacy. Hoewel er genoeg regels zijn die de Chinese arbeider moeten beschermen, houdt niemand zich daaraan. Bang voor ontslag en zelfs vervolging, durven arbeiders niet op te eisen wat hen toekomt. Voor de meeste arbeiders is het onmogelijk om rechtszaken aan te spannen, zelfs als ze zeker weten dat ze gelijk hebben. China ondertekende nochtans de normen van de International Labour Organisation (ILO). Deze werd opgericht door de Verenigde Naties en probeert via verdragen en controles de arbeidsomstandigheden in lagelonenlanden te verbeteren. Deze normen zijn echter niet juridisch afdwingbaar. Het blijft bij een moreel wapen. Echter, de macht van de multinationals in het kapitalistische Westen blijft groot. Om deals binnen te halen, moeten de fabrikanten onder hun stukprijs zakken en kunnen ze dus enkel blijven produceren door hun arbeiders als moderne slaven te behandelen. Wie is de maker van China Blue De documentaire werd gefilmd door de Israëlische regisseur Mischa Peled. Hij maakte eerder een film: "Store wars: When Wal-Mart Comes to Town". Hierin werd de gang van zaken in het bedrijf Wal-Mart behandeld. Hij vroeg zich af hoe het zou zijn aan de andere kant van de keten. Hierdoor kwam hij terecht in een spijkerbroekenfabriek in China, aangezien Wal-Mart één van de grootste verkopers is van "Made in China"-jeansbroeken. In het totaal werkte Peled 3 jaar aan zijn documentaire. Het moeilijkste was het vinden van een fabriek waar hij mocht filmen en het vinden van een meisje dat mee wou werken aan de film. Peled begon te filmen met een ander meisje, maar na verloop van tijd werd zij bang voor represailles en stopte haar medewerking. Toen begon hij opnieuw, met Jasmine deze keer. Peled mocht beginnen te filmen in de fabriek van de voormalige politiechef mr. Lam. Hij liet mr. Lam in de waan dat de documentaire over hem ging en dat hij als voordbeeld gold van het nieuwe ondernemingschap in China. Hij gaf zijn mensen de opdracht om elk moment van de dag mee te werken aan de productie en was trots dat juist zijn fabriek gefilmd werd. Wel werd Peled meerdere malen gearresteerd door de politie en is zijn materiaal in beslag genomen. Hij moest zijn materiaal zelf in en uit China smokkelen. Ook Mr Lam kreeg bezoek van de autoriteiten. Niet vanwege de slechte arbeidsomstandigheden, wel omdat hij medewerking gaf aan mensen die geen officiële toestemming hadden om te filmen. Uiteindelijk kreeg mr. Lam het eindresultaat nooit te zien. Verwerkingsvragen: Na het bekijken van de film, kun je de volgende vragen stellen aan je leerlingen. De bedoeling is om discussie uit te lokken. De bedoeling is dat je leerlingen leren kritisch te kijken naar de gevolgen die de globalisering met zich meebrengt. - Denk je dat deze film wel/niet waargebeurd is? Waarom? - Welke gevoelens roept deze film bij je op? Kan je dit ook uitleggen? - Welke wantoestanden vinden plaats in de fabriek? p. 8 / 40

9 - Waarom is het moeilijk voor de meisjes om zich hiertegen te verzetten? - Hoe kunnen wantoestanden verbeterd worden? - Wat kun je zelf doen om deze wantoestanden te verbeteren? - Op het einde van de film wil Jasmine een briefje schrijven dat ze in de zak van een jeansbroek wilt steken. Op die manier kan ze hallo zeggen tegen de mensen die "haar" jeansbroek dragen. Wat zou jij schrijven op het briefje als je Jasmine was? - De film is in volledige vrijheid gefilmd. Er is een tijdje gezocht naar een fabriek waar dit mocht. De directeur vond het een eer om aan een Amerikaanse film mee te werken. In de film wordt er een gesprek gevoerd tussen de directeur van de jeansfabriek en een Engelse importeur over een grote bestelling spijkerbroeken. Wanneer de directeur de prijs wilt opvoeren, stapt de importeur naar de concurrentie, waar de prijzen wel lager zijn. Hierop verlaagt de directeur zijn prijs, waardoor de arbeiders nog minder betaald worden. Wat is jullie mening hierover? Versta je de handelswijze van de directeur? Hoe zouden jullie zelf handelen, directeur zijnde? - In hoeverre denk je dat documentaires die deze wantoestanden aan de kaak stellen, zorgen voor een betere wereld? Als je meer tijd hebt kan je methodiek 7, de viskomdiscussie, als verwerkingsmethodiek doen, met de bovenstaande vragen als inhoud. p. 9 / 40

10 3. Story board Van de katoenplantage tot rond je benen, de levensweg van je jeans korte animatiefilm methodiek de film zonder woorden toont het productieproces van de jeans tot je hem koopt in de winkel Praktisch Leerlingen De animatiefilm kan door de hele klas tesamen bekeken worden. De verwerkingsopdrachten kunnen individueel of per 2 gedaan worden. Tijdsduur Afhankelijk van het aantal verwerkingsopdrachten dat je wil doen tijdens deze les. Je hebt zeker 20 minuten nodig voor minstens 1 lesuur nodig. Materialen Computer met internetverbinding. Als je geen geluid hebt is het ook ok. Beamer en scherm kan de film groter tonen Op de website vind je het storyboard terug. Dit is een korte animatiefilm van 2 minuten. Optioneel: een fles bleekmiddel waar de inhoud op staat en waarop chloor vermeld staat. Heb je geen internetverbinding op school: kijk naar methodiek 4. VOET LL: informatieverwerving, de leerlingen kunnen informatie onder begeleiding kritisch analyseren. Context 4, ET 2, de llnn herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek Dit is een methodiek waarbij je leerlingen aan de hand van een kortfilm alle fasen ziet van the making of van een jeans. We geven verschillende observatieopdrachten en 2 verwerkingsopdrachten mee. Korte inhoud Het hele productieproces van de jeans wordt uitgelegd. Er wordt gestart met het telen van de katoen, waar veel water en pesticiden aan te pas komen. Het katoen wordt naar een fabriek gebracht, waar het wordt gesponnen, geweven, geverfd en tot denim (jeansstof) wordt verwerkt. Hier komen veel schadelijke stoffen aan te pas, zoals chloor en het typerende indigo kleurmiddel. Restjes (residuen) van deze schadelijke stoffen zitten trouwens nog vaak op het eindresultaat: de kleding die je op dit moment aan hebt. Nadien worden de balen vervoerd naar een fabriek, waar arbeidsters de jeansstof tot een broek naaien. Ook in deze productiefase van een jeansbroek zijn er de nodige problemen: ontoereikende lonen (onderbetaalde arbeiders), hoge werkdruk/ buitensporige werkuren, geen sociale zekerheid, geen vaste contracten, verbod op vereniging in een vakbond,... Nadien worden deze jeansbroeken getransporteerd naar de winkel, waar consumenten ze kunnen kopen. Op het einde zie je een prentje van de consument die denkt aan de impact van zijn broek. Achtergrond over de levensloop van een jeans - Water: Er is veel water nodig om katoen te telen. De gemiddelde jeansbroek weegt 650 gram. De gemiddelde waterbehoefte hiervoor komt overeen met liter water. Dit is heel veel, als je bedenkt dat één persoon gemiddeld liter water verbruikt per maand. In het totaal, dus met het productieproces erbij, moet je gemiddeld liter waterbehoefte rekenen per jeansbroek. - Pesticiden/milieu: Er zijn veel pesticiden nodig om katoen te telen. 25% van alle insecticiden worden gebruikt in de katoenteelt, die nochtans maar 2,4% inneemt van het gehele landbouwareaal. Voor 1 jeansbroek moet je 325gr pesticiden tellen. Dit komt doordat de katoenplant een zeer tere plant is, die p. 10 / 40

11 erg vatbaar is voor plagen en ziektes. - Pesticiden/milieu: De pesticiden worden over het land en over de arbeiders gespoten. Deze chemische middelen zijn zeer schadelijk voor de gezondheid van de katoenarbeiders en hun families, die vaak meewerken op het land. Ook is dit erg schadelijk voor dieren, de bodem, de lucht en het water. De chemicaliën vergiftigen het bodemleven en de lucht en komen zo in het grondwater terecht. Op deze manier worden rivieren besmet, waardoor de gezondheid van hele gemeenschappen in gevaar wordt gebracht. - Chemicaliën: Bij het verwerkingsproces van katoenvezels tot katoenstof, worden er veel chemicaliën gebruikt. De katoendraden moeten eerst gebleekt worden, wat vaak gebeurt met chloor. Dit product is kankerverwekkend, huidirriterend en milieubelastend. Ook kunnen de afvalstoffen worden geloosd in het afvalwater, waardoor de rivieren nog verder vervuild geraken. Ook kleurstoffen behoren tot grote boosdoeners. Zeker bij afgebleekte spijkerbroeken. Deze jeans wordt eerst volledig gekleurd en hierna terug afgebleekt, waardoor dit teveel aan kleurstoffen eveneens in het afvalwater belandt. - Arbeidsomstandigheden: De omstandigheden waarin de naaisters werken, zijn zeker niet optimaal. Door de wereldvrije handel is de concurrentie binnen de groep van lagelonenlanden die om banen verlegen zitten, veel intenser geworden. Momenteel wordt de meeste kledij geproduceerd in China. De naaisters hebben lage lonen, werken lange uren in de vaak tropische hitte, hebben te weinig toegang tot propere toiletten. Er is vaak een tekort aan brandveiligheid door geblokkeerde of onbestaande nooduitgangen en de naaisters hebben geen vaste contracten. Enkele dagen ziek zijn of zwanger worden, is vaak al een reden genoeg tot ontslag. - Transport: Er is enorm veel transport nodig om een jeansbroek tot in onze kledingkast te brengen. Je kan polsen of het aantal vrachtwagens niet opvallend was? Laat leerlingen raden hoeveel kilometers een jeansbroek aflegt van op het katoenveld tot in je kleerkast. Dit is km. Door de globalisering en een continue zoektocht naar de goedkoopste arbeid, wordt dit een versnipperde productieketen. Hierdoor wordt het moeilijk om te weten waar de katoen precies vandaan komt van jouw broek en in welke omstandigheden deze in elkaar werd gestikt. - Onwetendheid van de consumenten: Tenslotte zie je de consument een broek kopen in de winkel. Vraag aan de leerlingen aan welke prijs zij hun broek kochten. Denken ze dat broeken voor 20 verkocht kunnen worden? Is dit een realistische prijs gezien heel dit productieproces? Hoeveel zouden zij geven aan een broek, als ze weten dat door die broek het milieu zo min mogelijk vervuild is, de boeren niet ziek worden van pesticiden en de naaisters ook een eerlijke prijs kregen voor hun arbeid? Enkel bij broeken met een gecertificeerd label ben je zeker dat de arbeidsomstandigheden goed zijn. Voorbeelden van deze labels zijn: Biogarantie, Fairtrade, GOTS, Öko-Tex 1000 Observatie opdrachten 1. Laat de film een eerste keer zien. Vraag waarover het gaat volgens hen. Vraag of zij al een titel zouden kunnen bedenken voor de film. 2. Laat de film een tweede keer zien. Geef hen de opdracht subtitels te verzinnen voor elke aparte fase van het productieproces. Vraag hen te kijken naar de volgende symbolen: vliegtuig met roze wolkjes, waterbassin, bliksem, vrachtwagens, grijze wolkjes, klok, knipsters en naaisters, gele vloeistof, blauwe vloeistof De tekentjes stellen het volgende voor: Vliegtuig met roze wolkjes = pesticiden Waterbassin = waterbehoefte Bliksem = energie Vrachtwagens = transport Grijze wolkjes = uitlaatgassen Klok = slechte arbeidsomstandigheden (buitensporige werkuren) Knipsters en naaisters = slechte arbeidsomstandigheden Gele vloeistof = chloor (en andere chemicaliën) Blauwe vloeistof = indigo kleurstof (en andere chemicaliën) p. 11 / 40

12 3. Laat hen de film nog eens bekijken: je kan hen de volgende observatievragen stellen: a. Wat is de rol van water? Wordt het water vervuild? Wat betekent dit voor het milieu? Antwoord: Het water wordt gebruikt bij het telen van katoen. Bij vermenging met pesticiden wordt het water vervuild. b. Tijdens welke fase worden pesticiden gebruikt? Wie heeft er nadeel van? Antwoord: Om een geslaagde oogst te hebben worden pesticiden gebruikt om de katoenplantage te beschermen tegen insecten en ziekten. De natuur, maar ook de werknemers die op de katoenplantage c. Hoe vaak wordt de jeans verhuisd? Van katoenbol tot consument? Wat vertelt ons dit over het transport? d. De katoendraad wordt gebleekt met bleekmiddel, daarna gekleurd en daarna soms nog eens gebleekt. Is dit vervuilend voor het milieu en schadelijk voor de werknemers? Waarom? e. Kan je aan de hand van de klok afleiden welke ongunstige arbeidsomstandigheden er zijn voor de mensen die een jeans maken. Welke invloed zal dat hebben op hun leven denk je? f. Waar denkt de consument aan? Kan je alle nadelen voor mens en milieu opsommen die plaatshebben bij de productie van een jeans? Verwerkingsopdrachten Spreekopdracht. Laat hen per 2 een gesprek of tekst uitschrijven. Het gesprek moet samengaan met het filmpje, zodat de leerlingen hun gesprek of tekst kunnen voorlezen samen met het filmpje. Het gesprek moet dus maar heel kort zijn. Laat de student een standpunt innemen van waaruit de tekst, het gesprek vertrekt: - Vanuit het standpunt van de baas van de productie een mogelijke start zin kan zijn: Ik kom controleren of alles goed gaat met mijn bedrijf - Vanuit het standpunt van de werknemer een mogelijke start zin kan zijn: het maken van een jeans is mijn full time job. - Een gesprek tussen baas en werknemer een mogelijke startzin kan zijn: Mijnheer, ik wil graag bij u komen werken? Wat kan ik doen? - Vanuit het standpunt van een jeans een mogelijke startzin kan zijn: ik ben gemaakt in het verre Je kan de opdracht nog moeilijker door 1 of meerdere woorden te geven aan de leerlingen die zij erin moeten verwerken. Bijvoorbeeld: Katoenplantage, pesticide, gezondheid, Schrijf - en/of tekenopdracht Het filmpje behandelt vooral de geboorte van een jeans. Laat opschrijven / tekenen hoe de jeans wordt verzorgd en hoe de jeans tot zijn einde komt. Laat de studenten ook symbolen verzinnen voor het verzorgen en het recycleren van een jeans. p. 12 / 40

13 4. Story board Van de katoenplantage tot rond je benen, de levensweg van je jeans Puzzelmethodiek de verschillende prenten tonen het productieproces van de jeans tot je hem koopt in de winkel Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET 1 klas, groepjes van 2 of 4 naar eigen keuze Een lesuur Prenten van de levensweg van een jeans. Het document "puzzel", afgeprint per leerling of per groepje leerlingen. Deze kan je downloaden via Je kan de prenten ook in het klein terugvinden in de bijlage. LL: informatieverwerving, de leerlingen kunnen informatie onder begeleiding kritisch analyseren. Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek Dit is een methodiek waarbij je leerlingen aan de hand van een prenten alle fasen ziet van the making of van een jeans. We geven verschillende verwerkingsopdrachten mee. Het zijn de prenten uit de animatiefilm uit methodiek 3. Voor deze methodiek heb je geen internet nodig. Het behandelt dezelfde inhoud als methodiek 3. Korte inhoud De korte inhoud is dezelfde als methodiek 3. Het hele productieproces van de jeans wordt uitgelegd. Er wordt gestart met het telen van de katoen, waar veel water en pesticiden aan te pas komen. Het katoen wordt naar een fabriek gebracht, waar het wordt gesponnen, geweven, geverfd en tot denim (jeansstof) wordt verwerkt. Hier komen veel schadelijke stoffen aan te pas, zoals chloor en het typerende indigo kleurmiddel. Restjes (residuen) van deze schadelijke stoffen zitten trouwens nog vaak op het eindresultaat: de kleding die je op dit moment aan hebt. Nadien worden de balen vervoerd naar een fabriek, waar arbeidsters de jeansstof tot een broek naaien. Ook in deze productiefase van een jeansbroek zijn er de nodige problemen: ontoereikende lonen (onderbetaalde arbeiders), hoge werkdruk/ buitensporige werkuren, geen sociale zekerheid, geen vaste contracten, verbod op vereniging in een vakbond,... Nadien worden deze jeansbroeken getransporteerd naar de winkel, waar consumenten ze kunnen kopen. Op het einde zie je een prentje van de consument die denkt aan de impact van zijn broek. Achtergrond over de levensloop van een jeans De achtergrond is dezelfde als methodiek 3. - Water: Er is veel water nodig om katoen te telen. De gemiddelde jeansbroek weegt 650 gram. De gemiddelde waterbehoefte hiervoor komt overeen met liter water. Dit is heel veel, als je bedenkt dat één persoon gemiddeld liter water verbruikt per maand. In het totaal, dus met het productieproces erbij, moet je gemiddeld liter waterbehoefte rekenen per jeansbroek. p. 13 / 40

14 - Pesticiden/milieu: Er zijn veel pesticiden nodig om katoen te telen. 25% van alle insecticiden worden gebruikt in de katoenteelt, die nochtans maar 2,4% inneemt van het gehele landbouwareaal. Voor 1 jeansbroek moet je 325gr pesticiden tellen. Dit komt doordat de katoenplant een zeer tere plant is, die erg vatbaar is voor plagen en ziektes. - Pesticiden/milieu: De pesticiden worden over het land en over de arbeiders gespoten. Deze chemische middelen zijn zeer schadelijk voor de gezondheid van de katoenarbeiders en hun families, die vaak meewerken op het land. Ook is dit erg schadelijk voor dieren, de bodem, de lucht en het water. De chemicaliën vergiftigen het bodemleven en de lucht en komen zo in het grondwater terecht. Op deze manier worden rivieren besmet, waardoor de gezondheid van hele gemeenschappen in gevaar wordt gebracht. - Chemicaliën: Bij het verwerkingsproces van katoenvezels tot katoenstof, worden er veel chemicaliën gebruikt. De katoendraden moeten eerst gebleekt worden, wat vaak gebeurt met chloor. Dit product is kankerverwekkend, huidirriterend en milieubelastend. Ook kunnen de afvalstoffen worden geloosd in het afvalwater, waardoor de rivieren nog verder vervuild geraken. Ook kleurstoffen behoren tot grote boosdoeners. Zeker bij afgebleekte spijkerbroeken. Deze jeans wordt eerst volledig gekleurd en hierna terug afgebleekt, waardoor dit teveel aan kleurstoffen eveneens in het afvalwater belandt. - Arbeidsomstandigheden: De omstandigheden waarin de naaisters werken, zijn zeker niet optimaal. Door de wereldvrije handel is de concurrentie binnen de groep van lagelonenlanden die om banen verlegen zitten, veel intenser geworden. Momenteel wordt de meeste kledij geproduceerd in China. De naaisters hebben lage lonen, werken lange uren in de vaak tropische hitte, hebben te weinig toegang tot propere toiletten. Er is vaak een tekort aan brandveiligheid door geblokkeerde of onbestaande nooduitgangen en de naaisters hebben geen vaste contracten. Enkele dagen ziek zijn of zwanger worden, is vaak al een reden genoeg tot ontslag. - Transport: Er is enorm veel transport nodig om een jeansbroek tot in onze kledingkast te brengen. Je kan polsen of het aantal vrachtwagens niet opvallend was? Laat leerlingen raden hoeveel kilometers een jeansbroek aflegt van op het katoenveld tot in je kleerkast. Dit is km. Door de globalisering en een continue zoektocht naar de goedkoopste arbeid, wordt dit een versnipperde productieketen. Hierdoor wordt het moeilijk om te weten waar de katoen precies vandaan komt van jouw broek en in welke omstandigheden deze in elkaar werd gestikt. - Onwetendheid van de consumenten: Tenslotte zie je de consument een broek kopen in de winkel. Vraag aan de leerlingen aan welke prijs zij hun broek kochten. Denken ze dat broeken voor 20 verkocht kunnen worden? Is dit een realistische prijs gezien heel dit productieproces? Hoeveel zouden zij geven aan een broek, als ze weten dat door die broek het milieu zo min mogelijk vervuild is, de boeren niet ziek worden van pesticiden en de naaisters ook een eerlijke prijs kregen voor hun arbeid? Enkel bij broeken met een gecertificeerd label ben je zeker dat de arbeidsomstandigheden goed zijn. Voorbeelden van deze labels zijn: Biogarantie, Fairtrade, GOTS, Öko-Tex 1000 De prenten verkennen met je studenten Druk de prenten af voor je leerlingen. Geef per groepje 1 setje tekeningen. Zorg ervoor dat de prenten door elkaar staan. Zorg ervoor dat de nummers die de volgorde aanduiden er niet meer bijstaan. Geef je leerlingen de volgende opdracht: schik de prenten van de levensloop van een jeans. Wat gebeurt er eerst, wat gebeurt er daarna? Geef je leerlingen een correctiesleutel dat ze hun uitgevoerde opdracht kunnen nakijken. Geef je leerling observatieopdrachten zodat ze de prenten beter leren kennen 1. Wie is er allemaal betrokken bij de levensweg van je jeans? Sommige kan je zo zien, anderen niet. (baas, werknemers katoenproducent, degene die in het vliegtuig of vrachtwagen zit, de mensen in het fabriek,) 2. Doe een uitspraak. Vraag aan je leerlingen wie die uitspraak zou kunnen gedaan hebben. Laat hen een prent kiezen waarbij de uitspraak past. Zeg de uitspraken door elkaar. - Ik leg kilometers af. p. 14 / 40

15 - Aan deze broek zal ik veel plezier hebben - Al die meststoffen, ze maken dat ik mij soms wat ziek voel. - Wat zou ik toch doen zonder water? - Zoveel katoen, dat brengt veel geld op! - We zullen dit eens goed afleveren - Wat heb ik nog allemaal nodig? Verf, spoelbakken, want geweefd stof is toch mooier met een kleurtje. - Ik heb nu al 12 uur gewerkt, ik voel mijn handen niet meer. - Ik moet naar toilet. - Ik voel me ziek vandaag, maar ik zal het maar niet zeggen, ik wil sparen voor een ticket naar huis. - Aha daar is mijn bestelling. - Welke jeans zou mij passen? - Made in Amai deze jeans heeft al een lange weg afgelegd. 3. Alles wat donkergrijs is staat symbool voor iets. Wat? 4. Wat zou de consument vertellen aan zijn vrienden of thuis als hij zijn nieuwe jeans toont? Verwerkingsopdrachten Schrijfopdracht Laat hen individueel of per 2 een prent uitkiezen die zij interessant vinden. Bij deze prent kunnen zij een gesprek of tekst uitschrijven. Je kan de lengte van de tekst kiezen. Laat de student een standpunt innemen van waaruit de tekst, het gesprek vertrekt: - Vanuit het standpunt van de baas van de productie een mogelijke start zin kan zijn: Ik kom controleren of alles goed gaat met mijn bedrijf - Vanuit het standpunt van de werknemer een mogelijke start zin kan zijn: het maken van een jeans is mijn full time job. - Een gesprek tussen baas en werknemer een mogelijke startzin kan zijn: Mijnheer, ik wil graag bij u komen werken? Wat kan ik doen? - Vanuit het standpunt van een jeans een mogelijke startzin kan zijn: ik ben gemaakt in het verre Je kan de opdracht nog moeilijker door 1 of meerdere woorden te geven aan de leerlingen die zij erin moeten verwerken. Bijvoorbeeld: Katoenplantage, pesticide, gezondheid, Schrijfopdracht tekstballonnen Laat de leerlingen tekstballonnen bij de prenten schrijven. De tekst moet meer vertellen over de werknemer, de baas, de consument, de werkomstandigheden. Je kan de opdracht nog moeilijker door 1 of meerdere woorden te geven aan de leerlingen die zij erin moeten verwerken. Bijvoorbeeld: Katoenplantage, pesticide, gezondheid, Schrijf - en/of tekenopdracht De prenten behandelen vooral de geboorte van een jeans. Laat opschrijven / tekenen hoe de jeans wordt verzorgd en hoe de jeans tot zijn einde komt. Laat de studenten ook symbolen verzinnen voor het verzorgen en het recycleren van een jeans. p. 15 / 40

16 5. Hoe een blauwe jeans groen kan worden Gespreksmethodiek waar men dieper ingaat op duurzame alternatieven voor de niet-duurzame, gewone katoenen jeans Praktisch Leerlingen Je kan met de hele klas een klasgesprek aangaan, maar ervaring leert dat het beter is om de leerlingen in kleinere groepen te laten discussiëren zodat iedereen aan de beurt komt. Tijdsduur Afhankelijk van de gekozen discussietopics Materialen / VOET GS: communicatief vermogen Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek Dit is een methodiek waarbij je leerlingen laat praten over de alternatieven van een jeans. We geven verschillende onderwerpen mee. Je kan een discussiemethodiek gebruiken waarmee de leerlingen zich het vertrouwdst voelen. Je kan de leerlingen in kleinere groepen (maximum 6-8) laten praten. Verschillende taken kunnen zijn: - gespreksleider: let erop dat iedereen aan bod komt - timekeeper: let erop dat wie aan bod komt niet te lang aan het woord is en dat het onderwerp besproken is binnen de afgesproken tijd - Notulist: hij noteert enkel de samenvatting: welke vragen worden er gesteld? Wat zijn de belangrijkste opmerkingen die er gezegd werden? Waarover is er consensus en wat is de mening? Waarover zijn de leerlingen het niet eens en wat zijn de meningen? - Verslaggever: hij kan vertellen aan de klas wat de belangrijkste bevindingen waren Na elke discussieronde kan de verslaggever van elke groep vertellen aan de klas wat zij ervan vonden. Dit is een methodiek die je pas kan doen als je leerlingen vertrouwd zijn met het onderwerp. Op die manier hebben ze al wat achtergrondinformatie en zullen de discussies nog boeiender worden. Achtergrond alternatieve stoffen voor een jeans Kledij vervaardigen vergt grondstof en energie. Wij gaan er vanuit dat het dragen van kledij een basisbehoefte is voor de mens. Iedereen moet zich immers kleden. Niet iedereen vervaardigt kledij zo duurzaam mogelijk. Kledij bestaat uit verschillende materialen: leder of vezels. Je hebt 2 grote groepen vezels: natuurlijk of kunstmatig. Natuurlijke vezels worden gemaakt van planten (katoenplant = katoen, vlasplant = linnen), van de vacht van dieren (wol, mohair) of ze worden door de diertjes zelf gemaakt (zijderupsen). Uit katoen ontstaat oa. denim, gebardine, netel, organza en popeline. Flanel, fluweel of velours, chiffon, brokaat, taf,... zijn afkomstig uit linnen. Batist is een zeer fijne en zachte stof, geweven uit wol, katoen of linnen. Natuurlijke vezels zijn hernieuwbare grondstoffen: planten en dieren geven immers elk jaar opnieuw opbrengst. Natuurlijke vezels zijn over het algemeen zeer huidvriendelijk en nemen goed vocht op. Synthetische vezels worden door de mens gemaakt. Dit gebeurt met chemische stoffen die bijna allemaal uit ruwe olie worden gehaald. Voorbeelden zijn polyester, polyamide, acryl, dralonvelours,... Een halfsynthetische stof is bijvoorbeeld viscose. Viscose wordt op plantenbasis (cellulose) industrieel vervaardigd. Viscose is zacht en antistatisch maar vanwege zijn matige sterkte echter niet overal inzetbaar. In tegenstelling tot natuurlijke vezels zijn synthetische vezels niet hernieuwbare grondstoffen, ze zijn wel p. 16 / 40

17 zeer gebruiks- en onderhoudsvriendelijk en bijzonder slijtvast. Ze zijn licht - en kleurvast, vormbestendig, scheurvast, moeilijk ontvlambaar en niet temperatuurgevoelig. Brown and Williams hebben een classificatiesysteem opgesteld van mogelijke grondstoffen en hun schadelijke effecten. (Bron = Made-By). 20 grondstoffen worden zo verdeeld over 5 klassen waar bij klasse A de minste schade en klasse E de meeste schade tot het milieu berokkent. Een overzicht: Klasse A: gerecycleerd katoen, gerecycleerd nylon, gerecycleerd polyester, biologisch geteelde hennep, biologisch geteelde vlas Klasse B: tencel (van Lenzing), biologisch geteelde katoen Klasse C: conventioneel geteelde hennep, PLA, ramie, conventioneel geteelde vlas Klasse D: ruwe polyester, poly-arylic, generic modal Klasse E: conventioneel geteelde katoen, ruwe nylon A, bamboo viscose, wol, algemeen viscose Dit systeem geeft een goed overzicht maar moet natuurlijk ook genuanceerd worden. Dit systeem werd ontwikkeld uitgaande van gegevens wereldwijd. Achtergrond genetisch gemanipuleerde katoen Wanneer de boer gewoon katoen teelt, heeft hij na verloop van tijd meer meststof nodig om de bodem vruchtbaar te houden en meer pesticiden om insecten en plagen te bestrijden. Hij is verplicht meer kunstmest en pesticiden te kopen om zijn oogst te garanderen, maar hierdoor kan hij steeds minder winst maken. Wanneer er meer en meer schadelijke middelen worden gebruikt, leidt dit tot immuniteit van steeds meer schadelijke organismen, met als gevolg het gebruik van nog meer toxische middelen. Om dit te doorbreken is men in de jaren '90 begonnen met de ontwikkeling van genetisch gewijzigde katoenvarianten. In deze planten wordt het gen Bacillus Thuringiensis via gentechnologie ingebouwd in de katoengenen. Men noemt het dan ook Bt-katoen. Dit produceert in de plant een eiwit dat giftig is voor een paar van de schadelijkste katoenkevers. Dit Bt-katoen zou tot 80% minder pesticiden nodig hebben. Maar niet alle ziektes en plagen kunnen ermee bestreden worden. Zelfs de katoenkevers worden hier en daar resistent. Ook heeft men last van secundaire plagen, zoals zuigende insecten, meelworm en schimmels. Het probleem wordt dus verschoven. Eerst kan men het gebruik van de pesticiden verminderen, maar hierna wordt dit terug verhoogd, wat weer voor meer kosten zorgt voor de boeren. Daarenboven moet men elk jaar nieuw zaaigoed aankopen, doordat de katoenplanten die eruit voortkomen onvruchtbaar zijn. Het zaad is duur en de boeren zijn hiervoor afhankelijk van multinationals. Achtergrond biologisch katoen Meer informatie over biologisch katoen vind je terug in het dossier. Door gebruik te maken van biologisch katoen, vermindert de vervuiling drastisch en wordt de bodemkwaliteit op peil gehouden. Het gebruik van chemicaliën is totaal verboden. Er wordt gebruik gemaakt van tussenteelten, biologische bespuiting (o.a. door knoflook, chili, neemolie,...), teeltwisseling, biologische diversiteit,... Achtergrond hennep en bamboe Ook uit hennepvezel kan men jeansstof maken. Je kan hennep zo goed als biologisch verbouwen, dus zonder pesticiden of kunstmest, (zonder pesticiden en kunstmest) en er is veel minder water nodig dan voor de katoenteelt. Ook zijn er bij de teelt geen pesticiden nodig, aangezien hennep van nature resistent is tegen allerlei schadelijke insecten en ziektes. Ook is hennep sterker, duurzamer en vormvaster dan katoen en kan het lichaamsvocht beter absorberen. Om jeansbroeken te maken wordt hennep steeds gemengd met biokatoen. Nog even dit: hennep en marihuana zijn twee verschillende varianten van dezelfde plant. Ze zien er gelijkaardig uit, maar de hennepvariëteit bevat, in tegenstelling tot de "weedplant" geen hoge natuurlijke concentratie THC. Dit is de hallucinogene verbinding die marihuana karakteriseert. p. 17 / 40

18 Bamboevezels worden ook gebruikt om jeansbroeken te maken. Deze stof is erg zacht en valt soepel. Net zoals hennep heeft bamboe een zeer absorberend vermogen en ademt de vezel van nature goed. Ook de bamboestof wordt steeds gemengd met biologisch katoen om jeansstof te maken. Maar let op! Bamboeviscose is iets anders dan gewoon bamboevezels. Hierbij wordt de bamboestof verkregen via een zeer chemisch proces, wat dus niet goed is voor het milieu. Introductie bij deze methodiek 5 minuten Vraag de klas: - Om te kijken in hun kledij om te ontdekken uit welk soort stof hun kledij is gemaakt. Schrijf deze allemaal op het bord. - Vul het bord aan met de verschillende soorten stoffen die ook nog bestaan. Discussie topic 1 - verkennend: stof 15 minuten Laat de leerlingen in groepjes de stoffen indelen: natuurlijke stoffen, synthetische stoffen. Duurzame stoffen, niet-duurzame stoffen. - Welke stoffen dragen jullie graag? - Wat zou er bedoeld worden met een alternatieve jeans? Waaraan moet de jeans voldoen? - Wie kent er merken die deze maken? Wie heeft er ooit al eens gekocht? - Rangschik de stoffen volgens het meeste schadelijke, het minste schadelijke. Klassikaal kan verteld worden - Welke stoffen de voorkeur dragen - Nakijken van de rangschikking van de stoffen - Opsomming van merken die wel alternatieve jeans aanbieden - Een poll van de meest geliefde stoffen door ieders mening erin te verwerken - Aftoetsen of iedereen hetzelfde verstaat onder duurzame alternatieve stof. Opsommen van de criteria waaraan de jeans moet voldoen om een duurzame jeans te zijn. Discussietopic 2 verdiepend genetisch gemanipuleerd katoen 5-8 minuten Geef elke groep de korte achtergrond over genetisch gemanipuleerd katoen. Laat hen de discussiëren over de volgende vraag: waarom is genetisch gemanipuleerd katoen beter dan gewoon katoen? Is dit alternatief het beste en waarom? Klassikaal kan verteld worden - Wat elke groep ervan vond Discussietopic 3 verdiepend biologisch katoen 5 8 minuten Geef achtergrondinformatie over het biologisch katoen, de hennep en de bamboe. Welk standpunt neemt jullie groep in? Welke argumenten overtuigen jullie om al dan niet voor biokatoen, hennep of bamboe te kiezen? Je kan al een voorbeeld geven over biokatoen: Biokatoen is slecht want: - Duurder (want arbeidsintensiever) p. 18 / 40

19 - Niet genoeg grond om voor iedereen bio katoen te telen - Bio landbouw brengt 20-50% minder op - Te weinig aanbod, gaat toch niet veranderen, maakt niets uit Biokatoen is goed want: - geen pesticiden - Elke stap is er één in de goede richting - Bodemkwaliteit blijft beter (geen erosie) De leerlingen kunnen hetzelfde opstellen voor hennep en bamboe. Klassikaal kan verteld worden - Argumenten voor en tegen Afsluitend gesprek Je kan een steekproef doen in de klas: - Welke alternatieve jeans zou je kopen? - Van welke stof zou hij volgens jou het beste gemaakt worden? Wat heeft je overtuigd? p. 19 / 40

20 6. Wie verdient hoeveel? Methodiek waar men dieper ingaat op de winstverdeling, de opbrengstverdeling van een jeans Praktisch Leerlingen Per 2 Tijdsduur 20 minuten Materialen 1 prent van de spijkerbroek per groepje. Dit blad kan je terugvinden op De oplossing: jpg VOET GS: samenwerken Context 6, ET 2, de llnn toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van de welvaart. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek De methodiek bespreekt de winstverdeling. Deze methodiek kan je gebruiken wanneer je de arbeidsomstandigheden bespreekt en de bijhorende lage lonen. Achtergrond Het grootste deel van de winst gaat naar de kleinhandel (50%). Dit zijn onder andere de verkoopsters in de winkel, de huur voor de winkelpanden, etc. Ook de BTW (21%) krijgt een groot deel van de koek. Het jeansmerk en de reclame zijn goed voor 25%. Deze percentages zijn hoog, omdat deze twee delen van de keten betrekking hebben op de verkoop van een jeansbroek. Transportkosten en importbelasting zijn goed voor 11% van het totaal. Verder zijn er nog de grondstoffen (katoen, kleurstoffen, knopen, rits) en de winst van de fabrikanten in de lageloonlanden. Voor de arbeiders/naaisters schommelt het loon rond 1% van de kostprijs, terwijl zij een groot deel van het werk verzetten. Ook de landbouwer zal niet rijk worden: hij krijgt voor een halve kilo katoen 0,5 tot 0,7$. Een opmerkelijke verdeling van de winst, omdat de arbeidsters zo weinig betaald worden. Hoeveel gaat er naar wie? Stel de volgende vraag: "Heb je je ooit afgevraagd waar het aankoopbedrag van een nieuwe jeansbroek naartoe gaat? Wie wint er geld uit" Schrijf de mogelijke personen op, op het bord. Geef elk groepje leerlingen de prent van de jeansbroek. Hierna geef je de opdracht de jeansbroek in stukken te knippen, waarbij elk stuk symbool staat voor hoeveel ieder krijgt. De hele broek vertegenwoordigt 100%. De stukken vertegenwoordigen dus een aantal procenten. Hoeveel procent van het aankoopbedrag van een jeans zou naar de volgende 'schakels' gaan? - de kleinhandel - transport, import en belasting - stof, winst fabrikant lage loon landen - merk, management en reclame - naaister Laat de leerlingen hierover nadenken en de broek knippen. Hierna bespreek je dit klassikaal: - Hoeveel verdient elke sector? - Waar denken jullie meer of minder? - Wie verdient er te weinig? Teveel? p. 20 / 40

21 7. Wat denk jij? Methodiek viskomdiscussie, een discussievorm waar iedereen aan het woord kan komen Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Een klas 30 minuten 1 stoel per leerling, 1 stoel extra 4 (of meer) knopen per leerling, Een grote pot / kom / schaal om de knopen in te werpen Een ruimte dat voldoende groot is om 2 kringen in te plaatsen GS: communicatief vermogen, kritisch denken VOET, Context en ET: Afhankelijk van het thema dat je wil bespreken. Methodiek Bij de methodiek Wat denk jij geven we een discussievorm mee. Het is een manier om klassikaal te discussiëren. Je kan deze methodiek gebruiken in een klas waar enkele individuen graag het woord nemen, waardoor de rest minder aan bod komt. De methodiek wordt de viskomdiscussie genoemd omdat er mensen zijn die discussiëren en mensen zijn die observeren. De inhoud laten we open. Je kan de viskomdiscussie gebruiken ter verwerking van methodiek 2: China Blue. Uit methodiek 5 en 8 kan je ook thema s halen. Deze methodiek is interessant als de leerlingen al wat achtergrond hebben en nog een mening aan het vormen zijn. De viskomdiscussie Klasopstelling Er is een lege stoel: De buitenste cirkel stoelen: De kom: De binnenste cirkel stoelen: De leerlingen kijken naar het midden. Geef de leerlingen een vraag waarop zij een antwoord moeten vinden, een stelling waarover zij een standpunt in moeten nemen. De binnenste cirkel leerlingen groep begint te discussiëren over een bepaalde vraag of stelling. Op dit moment praten enkel de leerlingen in de binnenste kring. Indien iemand uit de buitenste kring een inbreng wilt doen, neemt deze plaats op de lege stoel. Op dit moment moet er iemand anders uit de binnenste kring de binnenste kring verlaten, zodat er altijd een lege stoel is in de binnenste kring. Zo kan er telkens iemand van de buitenste kring een inbreng doen in het verhaal. Indien je wilt, kan met knopen ervoor zorgen dat iedereen inbreng heeft. Hierbij geef je elke leerling vier knopen. Elke keer dat iemand uit de binnenste kring een inbreng doet, gooit hij of zij een knoop in de kom of schaal. Op die manier kan elke leerling maar vier keer iets zeggen. Op deze manier worden stillere leerlingen aangespoord om deel te nemen aan de discussie en luidruchtige leerlingen aangespoord om goed na te denken wat hij of zij gaat vertellen. p. 21 / 40

22 8. Neem je standpunt in Debatmethodieken met stellingen Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Een klas Afhankelijk van de debatvorm Knikkers en doorzichtige potten GS: communicatief vermogen, kritisch denken VOET, Context en ET: Context 6, ET 6, de llnn geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden. Methodiek Op deze methodiekfiche vind je verschillende discussievormen terug en stellingen, die je naar eigen noden kan combineren. De verschillende stellingen kan je gebruiken bij de andere methodieken, om bijvoorbeeld een extra insteek te geven voor een discussie of om een andere verwerkingsvorm aan te bieden. Beken kleur 15 min Deze methodiek gebruik je om overzicht te krijgen van wat de meeste leerlingen denken, vinden in de klas. Er is weinig ruimte om iedereen te laten argumenteren over hun keuze. Je kan wel uit elke groep 1 of 2 leerlingen bevragen. Het meest interessant is natuurlijk om een leerling met een extreem standpunt en een gematigd standpunt aan het woord laten. Verschillende klasopstellingen zijn mogelijk. - In elke hoek kan je een standpunt omhoog hangen: akkoord, niet akkoord, geen mening, ik twijfel. Leerlingen gaan staan in de hoek waar hun mening het dichtste bij aansluit. De banken kunnen blijven staan. - Laat de leerlingen rond een centrale bank in het klaslokaal staan. Wie helemaal akkoord is, zich erin kan vinden, moet zo dicht mogelijk bij de bank plaatsen. Wie helemaal niet akkoord is, plaatst zich er verder vanaf. - Geef aan de leerlingen knikkers. (mag ook iets anders duidelijk visueel zijn). Je kan vragen stelen en verschillende antwoordmogelijkheden geven. Elk antwoord is gelinkt aan een bokaal. Leerlingen plaatsen hun knikker in de bokaal van hun keuze. Wedstrijddebat Als de voorbereiding thuis gebeurt duurt het 10 minuten in de klas. Met voorbereiding neemt het wel een 25 tal minuten in. Deze methodiek is ook een interessante startactiviteit als de voorbereiding thuis gebeurt. De regels voor een wedstrijddebat zijn als volgende: - De leerlingen mogen niet kiezen welk standpunt, mening ze verdedigen. Het belangrijkste is dat ze kunnen argumenteren. - Ze krijgen een minimum voorbereidingstijd: 15 minuten - De leerlingen mogen gebruik maken van schriftelijk materiaal, beeldmateriaal, cijfermateriaal, maar niet van internet. - Ze krijgen elk dezelfde tijd om hun standpunt te verdedigen. 3 tot 5 minuten is ruim voldoende voor beginners. - 4 leerlingen jureren: wie heeft er zijn mening het beste verwoord? Wie heeft overtuigende argumenten gebruikt? Bij wie sluiten ze aan? - Achteraf mogen ze zelf ook nog hun eigen mening nuanceren: was je met alles akkoord? Ben je zelf van mening veranderd? p. 22 / 40

23 Wie een standpunt verdedigt moet vooral de stelling interpreteren, verduidelijken, staven. Wie een standpunt aanvalt, in de oppositie zit, mag een andere interpretatie geven van de stelling, aanvallen en uitdagen. De klasopstelling: Er kunnen Vooraan kunnen 2 banken en stoelen geplaatst worden waar elke leerling zich aan mag plaatsen. De jury zit het beste op de 1 ste rij. Amerikaans parlementair debat Dit duurt ongeveer 25 minuten als elke beurt 3 minuten maximum duurt. De regels zijn als volgende: - Er zijn 2 teams van 2 personen. - Er zijn verschillende praatbeurten. Elk team begint met een opbouwende beurt waarin ze hun standpunt duidelijk maken, de stelling interpreteren, verduidelijken, staven en beargumenteren. Daarna hebben zij recht op een verweerbeurt waarbij ze hun standpunten en argumenten moeten verdedigen. De andere partij mag kritische vragen stellen, mag een andere interpretatie geven van de stelling, aanvallen en uitdagen.. Als laatste is er de conclusiebeurt: ze vatten de belangrijkste opmerkingen, veranderingen samen en zetten hun mening als laatste keer kracht bij. Je kan zelf kiezen of er een jury is in de klas. Zij bekijken wie dat er zijn mening het beste verwoord heeft? Wie heeft overtuigende argumenten gebruikt? Bij wie sluiten ze aan? De klasopstelling: Er kunnen Vooraan kunnen 2 banken en stoelen geplaatst worden waar elke groep zich aan mag plaatsen. De jury zit het beste op de 1 ste rij. Panelgesprek Dit neemt 15minuten de tijd in. 4 tot 5 leerlingen plaatsen zich vooraan. Zij hebben hun mening, argumenten over de vraag bereid vanuit verschillende standpunten: voor, tegen, maar ook vanuit de standpunten van de betrokken actoren: de consument, de werknemer, de jeansbroek,. Het mag wel wat ludiek zijn. 1 moderator, de leerkracht stelt enkele startvragen. De leerlingen uit de klas mogen ook vragen stellen. De stellingen Je leerlingen kunnen verschillende soorten stellingen verdedigen: de waardestelling, de beleidsstelling en de definitiestelling. De waardestelling: Het geeft aan wat mensen belangrijk vinden en vertelt iets over waarden en normen en wat ethisch, sociaal aanvaard is. Als je van de stelling een zin kunt maken met ik vind, dan is het zeker een waardestelling. De vraag die gesteld wordt is: Wat vinden we ervan? Wat vinden we belangrijk? De beleidsstelling neemt een standpunt over reglementering. Wat moeten wettelijke beleidsprioriteiten zijn? Wat is wettelijk, legaal en wat niet? Wat is institutioneel correct? Wat moet er in onze huishoudelijke reglement staan? Je kan het ook op schoolniveau betrekken: het schoolreglement en klasafspraken. De vraag die gesteld wordt is: Kunnen we dit toelaten? De definitiestelling stelt onze ideeën in vraag. De vraag dit gesteld wordt is: Is dit werkelijk zo? Waardestellingen - Een moderne jeansbroek is hip en cool. - Biologische kledij kopen lost niets op, iedereen zou gewoon minder moeten consumeren. - Koop een broek uit China want anders hebben de arbeidsters helemaal geen werk, en dus ook geen inkomen. p. 23 / 40

24 Beleidsstellingen - De overheid in China moet de bevolking van China rijst laten telen. - Onze overheid moet het de invoerders van niet-duurzame kledij extra lastig maken om België als afzetmarkt te gebruiken. - Het invoeren van bamboe viscose moet verboden worden. - Kledij die geen fairtrade kledij is mag niet meer toegelaten worden in onze school. - Afgetrokken, versleten jeansbroeken moeten verboden worden in onze school. Definitiestellingen - Biologische kledij, ecologische duurzaam afval verwerken is een zaak van de moderne hippies. - Biologische kledij heeft een geitenwollen sokken imago. - Genetisch gemanipuleerd katoen is een goede oplossing voor de problemen die verbonden zijn aan de gewone katoenteelt. - Van hennepkledij word je high. p. 24 / 40

25 p. 25 / 40

26 9. K wist het, the green jeans quiz Debatmethodieken met stelling Praktisch Leerlingen Een klas, maximum 25 leerlingen Tijdsduur 50 minuten (een lesuur) of 100 minuten Materialen PowerPoint presentatie "Quiz". Je kan de quiz hier downloaden: Knopen of een ander klein voorwerp: 15 per leerling Timer of zandloper die 1 minuut kan aanduiden. VOET GS: communicatief vermogen, kritisch denken. samenwerken VOET, Context en ET: Context 4, ET 2, de llnn herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek Deze methodiek is een quiz. Je kan de klas in groepen opdelen die de juiste antwoorden moeten verzamelen. Je kan ook de leerlingen individueel tegen elkaar laten spelen. Je zet het lokaal klaar: drie banken waarop je met krijt schrijft A, B of C. Telkens nadat je een vraag hebt gesteld, kiezen de leerlingen een antwoord. Ze gaan achter de bank van hun antwoord staan. Na de vraag reflecteer je met de leerlingen waarom ze voor een welbepaald antwoord kozen. De leerlingen die achter de juiste bank staan, krijgen een knoop. Hierna stel je de tweede vraag enzovoort. De leerlingen die het juiste antwoord vonden, krijgen telkens een knoop. Op het einde kan je dan kijken wie de meeste knopen = punten verdiende. Hebben de winnaars vaak gegokt of kenden ze er zelf al veel van? Bij de gok - vragen, mag elke leerling maximum één keer antwoorden. De leerling die als eerste het juiste antwoord vindt, krijgt een knoop. Je kan starten met een ijsbreker. Ook kan je gebruik maken van het storyboard. 1. KENNISMAKINGSRONDE, VRAGENRONDE 1 Vraag: thema arbeid - In welk van de volgende drie landen worden de meeste jeans in elkaar gestikt, bestemd voor de Belgische markt? Antwoordmogelijkheden: A. Turkije, B. België, C. China Antwoord: De meeste broeken worden in elkaar gestikt in China. Vraag: thema transport - Hoeveel kilometer legt een jeans af, vooraleer hij in jouw kast belandt? Dit is een gok vraag. Je kan de volgende tip als leerkracht meegeven: onder de km, tussen de km en km, boven de km. Antwoord: Dit is km. Stel dat het katoen wordt geproduceerd in Oezbekistan en van daaruit naar de katoenverwerkingseenheid in India gaat. Hierna gaat de toch verder naar Bangladesh om in elkaar te p. 26 / 40

27 worden gezet. Vandaar reist het katoen door naar een opslagplaats om dan via Singapore in Le Havre en tenslotte in je kledingwinkel te belanden. Vraag: thema duurzame materialen - Jeans wordt gemaakt van katoen. Katoen moet vele malen worden bespoten met insecticiden om te kunnen 'overleven'. Hoeveel % van het wereldwijde insecticidengebruik is voor rekening van de katoenteelt? Antwoordmogelijkheden: A. 3%, B. 12%, C. 25% Antwoord: C: 25%. Wereldwijd wordt 25% van alle insecticide gebruikt in de katoenteelt, die nochtans slechts 2,4% van het gehele landbouwareaal inneemt. Dit staat gelijk aan gemiddeld 325 gram pesticiden per broek. Vraag: thema duurzame materialen - Hoeveel liter water is er gemiddeld nodig voor de productie van 1 jeansbroek? Dit is een gok vraag. Je kan de volgende tip als leerkracht meegeven: onder de l, tussen de l en l, tussen de l en de l, boven l. Antwoord: Hiervoor is er liter water nodig. Katoen heeft veel nood aan water. Doordat de katoenplant vaak geteeld wordt in een klimaat dat eigenlijk te droog is, is grootschalige irrigatie nodig. Vraag: thema arbeid - Geef 5 onveilige en ongezonde werkomstandigheden weer, waar arbeiders uit het zuiden last van hebben. Beeldmateriaal: Bij deze vraag wordt er gebruikgemaakt van een filmfragment, namelijk de trailer van "China Blue". Door de klikken op de afbeelding van de twee meisjes, kom je automatisch op de Youtube pagina terecht. Indien dit niet blijkt te werken: hier vind je de link: Voor meer informatie over deze film, kijk je bij methodiek 2: Film "China Blue". Antwoord: Er zijn verschillende antwoorden mogelijk. Ontoereikende lonen, discriminatie, buitensporige werkuren, dwangarbeid, geen vaste contracten werken in tropische hitte gebrek aan zuiver water te weinig toegang tot proper sanitair tekort aan brandveiligheid wegens geen nooduitgangen geen alarmoefeningen vluchtwegen die op slot zijn of versperd zijn werkneemsters die slapen in fabriekszalen (8-12 vrouwen per kamer in stapelbedden, geen privacy), etc. Vraag: Welke vezel is dé duurzame vezel bij uitstek? Deze vezel heeft van nature geen pesticiden nodig, slechts weinig water, groeit snel, en heeft een hoge opbrengst per hectare. Antwoord: Hennep. Wanneer je jeansbroeken maakt van hennep, gebeurd dit steeds in combinatie met biologisch katoen. 2. DOE-RONDE Pictionary. Elke groep kan 1 leerling afvaardigen die het komen tekenen. De groep mag 2 minuten lang alleen raden. Na de minuut mag iedereen raden. Je kan de volgende elementen laten tekenen en raden: vrachtwagen, bamboe, hennep, katoen, naaister, water, winkel, koper, fabriek, jeansbroek, lange werkuren, 3. TERUG BIJ DE LES, VRAGENRONDE 2 Vraag: Welk gewas heeft het meeste water nodig om te kunnen groeien? Antwoordmogelijkheden: A. Katoen, B. Biologisch katoen, C. Beide gewassen hebben evenveel water nodig Antwoord: C. Beide gewassen hebben dezelfde hoeveelheid water nodig om te kunnen groeien. Echter, bij biologisch katoen wordt er geen gebruik gemaakt van pesticiden, kunstmeststoffen en/of GGO's, in tegenstelling tot gewoon katoen. Vraag: Wat kun je het beste doen om de mensen en het milieu in het Zuiden te respecteren? Antwoordmogelijkheden: A. Zelf een broek maken, B. Een tweedehandsbroek kopen, C. Een broek kopen van Fair Trade en biologisch katoen, gemaakt in goede arbeidsomstandigheden Antwoord: C. Door zelf een broek te maken, help je de arbeidsomstandigheden in het zuiden er niet op vooruit. Door een tweedehandsbroek te kopen, kan je wel de ecologische impact onder controle houden, maar help je de mensen in het Zuiden ook niet vooruit. Wanneer je een broek koopt die gemaakt is van biologisch katoen, verkocht voor een eerlijke prijs én gemaakt in goede arbeidsomstandigheden, help je het p. 27 / 40

28 Zuiden een stapje vooruit. Vraag: Hoeveel liter water gebruikt een wasmachine gemiddeld bij 1 wasbeurt? (enkel hoofdwas) Antwoordmogelijkheden: A. 20 liter, B. 35 liter, C. 50 liter Antwoord: C: 50 liter. Door je wasmachine goed te vullen of op "halve machine" te zetten, kan je wat dit watergebruik betreft, je steentje bijdragen. Vraag: Wat kan je doen om de levensduur van je jeans te verlengen? Geef minstens 3 tips. Antwoord: Er zijn verschillende antwoorden mogelijk: langer dragen, minder vaak wassen, drogen op een droogrek, een tweede leven geven, herstellen van de broek 4. FINALE: STELLING EN ECOLOGISCHE VOETAFDRUK Hierbij kijk je wie er gewonnen heeft. Het is altijd leuk als de winnaars een overwinningsgeschenk krijgen, misschien kan je iets kleins voorzien? Als er een gelijke stand is kan je de superfinale ronde voorzien: een stelling argumenteren, voor of tegen, en bekijkt hun ecologische voetafdruk. Stelling: Het is goed om een jeans te kopen, gemaakt in een fabriek zoals getoond in de documentaire. Anders hebben deze meisjes geen werk en dus ook geen inkomen. Ecologische voetafdruk: deze uitleg vind je bij methodiek 10 terug. 5. EXTRA VRAGEN Hier vind je nog extra vragen die kan gebruiken indien je meer als genoeg tijd hebt om een langere kwis te organiseren. Vraag: Jeans worden gemaakt uit katoen. Dit wordt verbouwd in onder andere India, China en de VS. Katoen wordt met chemicaliën bespoten. Hoeveel gram pesticiden is er gemiddeld te pas gekomen bij één jeans? Antwoordmogelijkheden: A. 75 gram, B. 325 gram, C. 735 gram Antwoord: C. Dit is 325 gram. Vraag: De nieuwe mode in jeans is de zogenaamde «Old Vintage» look, zodat je jeans versleten lijkt. In Turkije doet men dit door middel van zandstraling. Welk schadelijk gevolg heeft dit proces voor de arbeiders? Antwoordmogelijkheden: A. Stoflong (silicose), B. Bronchitis, C. Tuberculose Antwoord: A. Zandstralen gebeurt door zandkorrels met een hoge druk op de jeans te spuiten. Hier komt veel stof bij vrij. Door een onvoldoende bescherming, komen de stofdeeltjes in de longen van de arbeiders, waardoor deze stoflong krijgen, wat helaas vaak een dodelijke afloop heeft. Vraag: Niet alleen werken de naaisters lange dagen in slechte omstandigheden, ze worden ook nog eens onderbetaald. Hoeveel procent van het totale bedrag dat jij betaalt voor je jeans (bijvoorbeeld 70 ) gaat naar de naaister? Antwoordmogelijkheden: A. 21%, B. 11%, C. 1% Antwoord: Dit bedraagt jammer genoeg maar 1 procent. Aan een jeansbroek van 70 verdient de naaister dus 0,7. Vraag: Vele landen tekenden de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Wat houden deze normen in? Antwoordmogelijkheden: A. Dit zijn sociale arbeidsnormen, opgesteld door de VN, zoals verbod op kinderarbeid en verbod op dwangarbeid, B. Dit zijn sociale arbeidsnormen die zich enkel focussen op het vormen van vrije vakbonden, C. Dit zijn sociale arbeidsnormen die te vergelijken zijn met Fairtrade handel. Het zorgt ervoor dat de boeren een eerlijke prijs krijgen. Antwoord: A. De normen verbieden dwangarbeid, kinderarbeid, buitensporige werkuren,... Ze geven de arbeiders het recht op vrije organisatie, uitbetaling van een leefbaar minimumloon, veilige p. 28 / 40

29 werkomstandigheden,... Echter, vaak ontbreken de middelen en/of de politieke wil om deze normen ook effectief af te dwingen. Ook al ondertekende het desbetreffende land deze normen. Vraag: Welke vezel is dé duurzame vezel bij uitstek? Deze vezel heeft van nature geen pesticiden nodig, slechts weinig water, groeit snel, en heeft een hoge opbrengst per hectare. Antwoordmogelijkheden: A. Genetisch gemodificeerd katoen, B. Hennep, C. Bamboe Antwoord: Hennep Vraag: Is het gebruik van chemicaliën absoluut verboden bij de biologische teelt? Antwoordmogelijkheden: A. Ja, B. Neen Antwoord: Dit is inderdaad verboden. Onkruid wordt bestreden door gebruik te maken van tussenteelten, er wordt gebruik gemaakt van biologische bespuitingen en natuurlijke vijanden. Vraag: Jeans wordt gemaakt van katoen. Katoen moet vele malen worden bespoten met insecticiden om te kunnen 'overleven'. Hoeveel % van het wereldwijde insecticidengebruik, is voor rekening van de katoenteelt? Antwoordmogelijkheden: A. 3%, B. 12%, C. 25% Antwoord: Wereldwijd word 25% van alle insecticiden gebruikt in de katoenteelt, die nochtans slechts 2,4% van het gehele landbouwareaal inneemt. Vraag: Een betrouwbaar label voldoet aan een reeks strenge criteria en wordt onafhankelijk gecontroleerd. Hoeveel soorten labels bestaan er voor jeans? Antwoordmogelijkheden: A. Labels voor de katoenteelt en het productieproces, B. Labels voor de katoenteelt, het productieproces en het eindproduct, C. Labels voor de katoenteelt, het productieproces, het eindproduct en het transport. Antwoord: B. Labels voor het transport bestaat (nog) niet. Vraag: Bij welke fase in de levensloop van een jeansbroek wordt het meeste energie verbruikt? Antwoordmogelijkheden: A. Bij de productie van katoen, B. Bij het weven van de onverwerkte katoen, C. Bij het gebruik van de jeans door de consument. Antwoord: C. Het positieve is dat je hier zelf iets aan kan doen. Zo kan je jouw waterverbruik verminderen door de wasmachine goed vol te steken. Je energieverbruik kan je verminderen door de was te laten drogen op een droogrekje in plaats van in de droogkast en door niet te strijken. Vraag: Je bracht de avond door in een rokerig café, waardoor je kleren nu ruiken naar de rook. Wat doe je? Antwoordmogelijkheden: A. Je wast ze in de wasmachine, B. Je spoelt ze uit met de hand, C. Je hangt ze in de frisse lucht Antwoord: Deze vraag handelt over de impact wassen/drogen op het energieverbruik van een kledingstuk. Enkel 10% van onze kledij is echt vuil. Idealiter zouden we dus onze kledij in de frisse buitenlucht hangen en vlekken handmatig weghalen. Het grootste energieverbruik bij het wassen van kledij is het opwarmen van het water waarin we wassen. Daarom moet je kledij op een zo laag mogelijke temperatuur wassen, 30. Ze worden namelijk ook dan perfect schoon. De wasmiddelen van tegenwoordig zijn ook zo gemaakt dat ze doeltreffend genoeg zijn om kleren schoon te wassen op lage temperaturen. p. 29 / 40

30 10. Welk spoor laat jij achter? Methodiek om stil te staan bij de voetafdruk bij het verbruiken en onderhouden van een jeansbroek Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Een klas, +/- 25 leerlingen Lesuur Computer lokaal met een computer en internetverbinding per één of twee leerlingen of klaslokaal waar computer met internetverbinding en een beamer ter beschikking staan Als er geen computer en internet voorhanden is, kan je een werkblad downloaden waarmee je leerlingen hun voetafdruk met behulp van een rekenmachine kunnen berekenen. Download: GS: verantwoordelijkheid, initiatief VOET, Context en ET: Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Methodiek Bij deze methodiek gaan je leerlingen hun voetafdruk berekenen. Je kan hen als taak meegeven om nadien thuis de online versie nog eens in te vullen. Achtergrond Ecologische voetafdruk De ecologische voetafdruk berekent de oppervlakte aarde die nodig is om in de levensstijl van een persoon, stad, land of product te voorzien. Het geeft aan hoeveel oppervlakte land er nodig is voor wat we produceren en aan afval verwerken of achterlaten. De voetafdruk tool berekent het aantal m² oppervlakte die nodig is voor jouw jeans, één specifiek exemplaar, te produceren, te onderhouden (wassen, drogen, strijken), te recycleren en als afval te verwerken. Aannames voor gemiddelde score jeansvoetafdruk De aannames voor de jeans van Jan en An Modaal (zie greenjeans.be), de gemiddelde mens, zijn de volgende: ze dragen een katoenen broek die 4 jaar lang 2 dagen per week gedragen wordt. Ze wordt na zes keer dragen gewassen op 40 C in een goed gevulde wa smachine met A label zonder groene stroom. De broek wordt niet gedroogd, maar wel gestreken, en komt bij het restafval terecht. De voetafdruk van een jeans Berekend per dag Let op, de voetafdruk van een jeans geeft de oppervlakte aarde weer per dag. Wanneer een broek tweemaal langer gedragen wordt, en dus tweemaal zo veel, dan zal de impact van vezel, transport en confectie dan ook 2 maal zo klein zijn. Dit is zo, omdat de oppervlakte aarde nodig voor confectie en transport dan over een dubbele, langere, periode, aantal dagen, kan worden verdeeld. Hetzelfde geldt voor de score van restafval: als een broek drie keer zo lang gedragen wordt, zal de impact van restafval per dag dragen van je jeans drie maal zo klein zijn. Confectie en transport Over confectie en transport zijn geen aparte vragen gesteld bij de jeansvoetafdruk berekening, maar de p. 30 / 40

31 oppervlakte aarde die daarvoor nodig is, is per broek in zijn geheel (ongeveer) hetzelfde. Wat de confectiefase betreft: hier is een veralgemeend gemiddeld cijfer gebruikt dat de energie aangeeft die nodig is tijdens het productieproces. Onder andere de benodigde energie om producten - gebruikt in de confectiefase - aan te maken en om van vervuild (drink)water weer schoon (drink)water te maken. De impact van een vezel De impact van de vezel: een broek van 100% hennep heeft de kleinste voetafdruk wat betreft de vezel. Daarna volgt een broek van hennep & bio-katoen, dan een broek van bio-katoen en dan een broek van gewone katoen. Hoe meer hennep of bio-katoen in je broek, hoe kleiner de voetafdruk van je jeans. Maar vergeet niet dat de gebruikfase meer dan de helft van je jeansvoetafdruk bepaalt. De impact van de vezel op de jeansvoetafdruk, van een broek van hennep & bio-katoen die je amper draagt, zal veel groter zijn dan de impact van de vezel van een jeans van gewone katoen, die je 8 jaar iedere week draagt. Wanneer je de levensduur van je broek twee maal zo groot maakt, zal de impact van de vezel op je jeansvoetafdruk per dag ook twee maal zo klein worden. De oppervlakte nodig voor de vezels is immers een vast getal per broek. En wanneer die broek 2 maal zo lang gebruikt wordt, wordt de impact van de vezel op je voetafdruk per dag 2 keer zo klein. Nieuw of tweedehands Wanneer je een tweedehandse jeansbroek hebt zal de impact van de vezel, de confectie, het transport en het afval op je voetafdruk een stuk kleiner zijn, dan wanneer je jeans nieuw is. Deze impact wordt dan namelijk verdeeld tussen de eerste eigenaar en jijzelf. Hetzelfde geldt wanneer je jouw broek een tweede leven geeft: de impact van vezels, confectie en transport op je jeansvoetafdruk worden dan meteen een stuk kleiner, omdat ze gedeeld worden tussen jijzelf en de tweede drager van je broek. Gebruiksfase De vragen over het label van je wasmachine, het goed vol zitten van je wasmachine en de temperatuur waarop je wast, zijn van invloed op de oppervlakte aarde die nodig is voor het wassen van je jeans. Het al dan niet hebben van groene stroom, is van invloed op de impact van zowel wassen, drogen als strijken op je jeansvoetafdruk. De impact verkleinen - Koop een tweedehands jeans - Koop een jeans uit hennep, bamboe, bio- of fairtrade katoen en gemaakt in goede milieu- en arbeidsomstandigheden. Lees onze info over labels of merken en verkooppunten voor 'duurzame' jeans. - Vraag in kledingwinkels naar duurzame jeans en help zo het aanbod aan duurzame kleding te vergroten. - Was je jeans minder vaak en op een lagere temperatuur (30 C) - Laat je jeans drogen op een droogrek - Strijk je jeans niet - Schenk je oude jeans een tweede leven - Ondersteun de campagne en vertel je vrienden en kennissen over greenjeans.be - Meet ook de ecologische voetafdruk van jouw jeans - Ga zelf aan de slag met je oude kledij Je voetafdruk berekenen met de computer en internet Introductie methodiek: wat is dat de voetafdruk? De bedoeling van de introductie oefening is dat elke leerling in je klas begrijpt wat dat is de ecologische voetafdruk, wat daarmee gemeten wordt en hoe dat gemeten wordt. Laat je leerlingen de definitie opzoeken van de ecologische voetafdruk. Je kan hen laten zoeken via Google of je kan hen ook de volgende websites meegeven: p. 31 / 40

32 he_voetafdruk/ De leerlingen dragen dan klassikaal hun definitie aan. Er wordt 1 definitie aangebracht op het bord. Bij elke nieuwe gevonden definitie wordt er gekeken of deze iets toevoegt aan de eerste gevonden. De beste definities worden aan bord gebracht. Laat je leerlingen de definitie herformuleren aan de hand van een voorbeeld dat zij kunnen vinden op de bovengenoemde websites. Kom tot 1 definitie van de ecologische voetafdruk. Heb je geen internet? - Bestel op bij publicaties, de publicatie Op goede voet met de aarde Hieruit kan je informatie halen die je aan je klas kunt meegeven. - Kijk op de website van WWF: en ontdek hun educatieve aanbod - Ga zelf eens kijken op de websites bedoeld voor je leerlingen en ga daar een definitie halen. Als je geen internet hebt, kan je op verschillende websites zelf kijken. Kies dan zelf een definitie die je met je leerlingen kunt ontleden. Verwerkingsopdracht ontdekken wie de grootste voetafdruk heeft Geef je leerlingen een volgend vraagstuk mee: Wie van de volgende vrienden heeft de grootste voetafdruk? Vertel wie en waarom. Schat het eerst in en bereken het dan uit. - Marwan: Ik heb een broek van biologisch katoen. Ik draag die 4 jaar. Ik was mijn broek op 40 C. Ik droog ze in de droogkast. Mijn mama strijkt mijn broek. Als ze versleten is, gooi ik ze weg en koop ik een nieuwe. - Lise: Ik heb een tweedehandse broek van gewoon katoen. Ik was ze op 40 C. Ik vind tweedehandse kledij hip, Vintage heet dat. Ik strijk ze soms. Ik geef ze later door aan mijn zus als ik er niet meer in pas. - Jurgen: Mijn lievelingsbroek is een gewone zwarte katoenen jeansbroek. Ik heb ze al 10 jaar. Ik was ze op 30 C. Wij hebben geen droogkast. De jeansbroek d roogt aan de wasdraad. Ik strijk ze niet. Als ik eruit groei geef ik het zeker aan een tweedehandse winkel. Op het einde van het vraagstuk kan je dan concluderen welke de factoren zijn die de voetafdruk beïnvloeden: transport, vezel, nieuw of tweedehands, confectie, gebruik en afval. Verwerkingsopdracht - je voetafdruk berekenen met de computer en internet Om de voetafdruk te berekenen, moet je één specifieke jeansbroek in je hoofd houden en hierover de vragen beantwoorden. Bij deze methodiek kan je de leerlingen alleen of per twee achter een computer laten plaatsnemen. Hier kunnen ze zelf de voetafdruk van hun jeans berekenen. Achteraf kan je hierover reflecteren. p. 32 / 40

33 Verwerkingsopdracht je voetafdruk berekenen met het werkblad Bereken je voetafdruk Om de voetafdruk te berekenen, moet je één specifieke jeansbroek in je hoofd houden en hierover de vragen beantwoorden. Indien je geen computers ter beschikking hebt, kan je voor iedere leerling een versie van de papieren voetafdruk afprinten. Deze berekening van de jeansvoetafdruk is iets minder genuanceerd, maar op die manier krijgen de leerlingen toch al een zicht van hun jeansvoetafdruk. Achteraf kan je hierover reflecteren. Reflectieopdracht extra opdracht je impact verkleinen Vraag je leerlingen het volgende: wat kunnen ze doen je doen om je impact te verkleinen. Als je nog veel tijd over hebt: laat hen 3 dingen opschrijven. Laat hen de voetafdruk van hun jeans opnieuw berekenen met de gekozen acties ingerekend. Laat hen nakijken of ze hierdoor hun voetafdruk effectief verkleinen en met hoeveel. Reflectieopdracht Nadat de voetafdruk berekend werd, kan je hierover gaan reflecteren. - Wat doe je anders dan Jan en An Modaal? - Wat zou het ergste zijn qua impact? Wat is volgens jullie de slechtst mogelijke combinatie? - Wat zouden jullie doen om jullie impact te verkleinen? p. 33 / 40

34 11. Let your blue jeans talk green Verwerkingsblad waarop alle inhouden staan Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Een klas, +/- 25 leerlingen, individueel of groepswerk Lesuur Download werkblad Green Jeans hier: Download oplossingssleutel werkblad Green Jeans hier: df Als je leerlingen toegang hebben tot het internet, in de klas of thuis, kan het een hulp zijn om het werkblad in te vullen. GS: samenwerken LL: de llnn kunnen diverse informatiebronnen en kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. VOET, Context en ET: Context 4, ET 2, de llnn herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Context 6, ET 2, de llnn toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van de welvaart. Context 5, ET 12, de llnn tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek Het werkblad is geen doel op zich, maar een middel om alle informatie in de vorm van een tekst te verzamelen, te herhalen, vast te leggen. - Je kan het werkblad combineren met een andere methodiek. - Je kan het werkblad ook meegeven als huistaak. Op die manier kunnen de leerlingen de les op hun eigen manier verwerken, waardoor ze de gekregen informatie beter zullen onthouden. - Een goede herhaling en verwerking is om het werkblad in groepjes te laten invullen. Zo wisselen ze uit en kunnen de leerlingen hun kennis samenleggen. Achtergrond We gaan ervan uit dat er in de bovenstaande methodieken voldoende informatie is terug te vinden over de sociale en de ecologische problematiek van het productieproces van jeansbroeken. p. 34 / 40

35 12. Le bleu jeans qui parle Tekst voor de inhoud te herhalen tijdens de Franse les Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Een klas, +/- 25 leerlingen Lesuur Download: le bleu jeans qui parle hier: f 1 exemplaar per leerling Context 4, ET 2, de llnn herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Context 6, ET 2, de llnn toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van de welvaart. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek De tekst in het Frans kan je natuurlijk gebruiken tijdens de Franse les. Je leerlingen kunnen deze in stilte of luidop lezen. Je kan de tekst klassikaal behandelen en hier vragen over stellen aan de leerlingen. Op die manier leren ze bij over de problematiek en leren de leerlingen een Franse tekst analyseren en zich verbaal uitdrukken in het Frans. Ook leren ze extra woordenschat. Achtergrond We gaan ervan uit dat er in de bovenstaande methodieken voldoende informatie is terug te vinden over de sociale en de ecologische problematiek van het productieproces van jeansbroeken. p. 35 / 40

36 13. Onderneem verantwoord Groepswerkmethodiek waarin de leerlingen organisaties ontdekken die het verantwoord ondernemen ondersteunen Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET Groepswerk plenaire presentatie Voorbereiding: 10 minuten inleiding 1 week voorbereidingstijd voor de leerlingen 1 lesuur waarbij de leerlingen hun bevindingen kunnen voorstellen Campagnepartners voorgesteld, surf naar en klik op 'Wie?' Internet is nodig GS: samenwerken LL: de llnn kunnen diverse informatiebronnen en kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. VOET, Context en ET: Context 4, ET 2, de llnn herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 4, ET 4, llnn zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Context 6, ET 4, de llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Methodiek De leerlingen ontdekken in groepjes organisaties die het MVO ondersteunen. Achtergrond De campagnepartners van Green Jeans zijn Netwerk Bewust Verbruiken vzw, Schone Kleren, Ecolife vzw en Test-Aankoop. Zij ijveren mee voor verantwoord ondernemen. Definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een continu verbeteringsproces waarbij ondernemingen vrijwillig op systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele bedrijfsvoering opnemen, waarbij overleg met de stakeholders, of belanghebbenden, van de onderneming deel uitmaakt van dit proces. Kenmerken van maatschappelijk verantwoord ondernemen a/mvo is een proces van continue verbetering MVO streeft naar het voortdurend verbeteren van de prestaties van de onderneming. Dit op een procesmatige manier. b/mvo is een vrijwillig engagement van ondernemingen Enkel voldoen aan de wettelijke vereisten volstaat niet. Het gaat hem juist over initiatieven en acties die verder gaan dan de geldende wetgeving. MVO heeft daarom een vrijwillig karakter en gaat uit van de onderneming zelf. c/systematische integratie van economische, sociale en milieuoverwegingen op geïntegreerde wijze in de bedrijfsvoering MVO streeft naar een meerwaardecreatie in drie dimensies: de economische, de sociale en de milieudimensie. Dit wordt ook wel de 'triple P bottomline' genoemd. Hierbij moeten de bedrijfsresultaten op vlak van Profit, People en Planet in acht worden genomen. p. 36 / 40

37 Profit: de economische dimensie van ondernemen. Goederen en diensten voortbrengen met winst als maatstaf voor de maatschappelijke waardering ervan. People: de sociale dimensie van ondernemen. De gevolgen van ondernemen voor mensen binnen en buiten de onderneming. Planet: de milieudimensie van ondernemen. De effecten van ondernemen op het natuurlijke leefmilieu. Het in acht nemen van de drie dimensies moet op een geïntegreerde manier gebeuren. De drie dimensies staan niet los van elkaar. Ze beïnvloeden elkaar, vullen elkaar aan en komen soms met elkaar in conflict. Het zoeken naar een evenwicht tussen de drie dimensies is dan ook één van de grote uitdagingen voor maatschappelijk verantwoorde ondernemingen. Bovendien moeten de drie dimensies op systematische wijze worden meegenomen in de bedrijfsvoering. Het proces houdt steeds de drie dimensies voor ogen en streeft naar een evenwicht tussen die dimensies. Integratie in de gehele bedrijfsvoering houdt in dat MVO tot de kern, tot de 'core business' van de onderneming behoort. Dit wil niet zeggen dat alle uitingen van MVO per definitie behoren tot de 'core business' van de onderneming, maar wel dat de zorg voor de effecten van het functioneren van de onderneming daartoe behoort. MVO is dus veel meer dan maatschappelijke betrokkenheid of liefdadigheid, hoewel dit deel kan uitmaken van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het gaat over het beleid en het handelen van de onderneming in al haar facetten. d/mvo verloopt in overleg en dialoog met de stakeholders Ondernemingen maken deel uit van de samenleving. Ze vormen geen geïsoleerde instituties, maar beïnvloeden en worden beïnvloed door tal van groepen en individuen. Dit noemen we de stakeholders of belanghebbenden van de onderneming: de aandeelhouders (de stockholders) de werknemers de toeleveranciers de klanten de consumenten de lokale gemeenschap waarin men onderneemt milieuverenigingen en andere ngo's... Een onderneming zal niet performant kunnen zijn op zowel economisch, sociaal en milieugebied als ze de noden en verwachtingen van haar omringende samenleving en haar stakeholders niet kent. Overleg en dialoog met de stakeholders is dan ook een essentieel onderdeel van MVO. Bovendien is het betrekken van de stakeholders een vorm van kwaliteitsgarantie voor MVO. Het betekent dat het niet geheel vrijblijvend is voor ondernemingen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat breed Uit bovenstaande definitie en omschrijving blijkt al dat MVO een zeer breed domein behelst. Het omvat alle bedrijfsactiviteiten die bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling staat voor het vervullen van de behoeften van de huidige generaties zonder die van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. Bedrijven kunnen MVO dus op verschillende manieren invullen: samenwerking met NGO's, stichtingen en andere non-profitorganisaties aandacht voor competentieontwikkeling, diversiteit, duurzaam aankoopbeleid, duurzame klantenrelaties, duurzaam investeren employee involvement (werknemers zetten zich in voor goede doelen) corporate governance of goed bestuur werknemersbetrokkenheid filantropie of mecenaat (bedrijven zetten (financiële) middelen in voor projecten die ten goede komen van het algemeen belang) bescherming van het milieu p. 37 / 40

38 een veilige en gezonde werkomgeving... Bron: Inleiding Geef de leerlingen voorbereidingswerk. Interessante links: Laat hen opzoeken welke bedrijven er naast Bewust Verbruiken vzw, Schone Kleren en Ecolife vzw ook ijveren voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deel de klas in groepjes in. Laat hen opzoeken wat MVO is. Laat hen in hun eigen woorden omschrijven wat MVO is. Vanuit deze kennis, laat de leerlingen een vragenlijst opstellen die zij willen vragen aan een bedrijf van hun keuze. Laat de leerlingen een bedrijf kiezen waarbij ze nagaan hoe het bedrijf maatschappelijk verantwoord onderneemt en wat dat dit betekent voor dat bedrijf. 3 groepjes kunnen Schone Kleren, Netwerk Bewust Verbruiken en Ecolife vzw kiezen. Tijdens hun presentatie moeten de leerlingen laten zien: Dat ze de stof beheersen: Wat is MVO? Wat doet dat bedrijf? Dat ze linken kunnen leggen: Hoe integreert het gekozen bedrijf MVO? Hun presentatie mag niet langer duren dan 10 minuten. Voorstelling Neem de tijd om de leerlingen elkaar hun bedrijf te laten voorstellen. Zorg ervoor dat je een nabespreking doet van 10 minuten. Vraag de leerlingen wat zij belangrijk vinden in MVO. Vraag hen welke bedrijven zijn gestegen / gedaald in hun achting, vraag hen ook waarom een bedrijf volgens hen beter / slechter MV aan de slag gaat. Reflecteer over het proces zodat je ook aan leren leren doet. p. 38 / 40

39 14. Het verhaal van de katoenproducent Filmmethodiek waarin de leerlingen kennismaken met Sidi El moctar N Guiro, directeur van een katoenbedrijf in Mali Praktisch Leerlingen Tijdsduur Materialen VOET plenair Filmpje: 10 minuten inleiding 1 lesuur De film is te bekijken op de website Internet is nodig, tenzij je het filmpje opslaat als wmv bestand op je computer of brandt op DVD. GS: empathie, kritisch denken LL: informatieverwerving, de leerlingen kunnen informatie onder begeleiding kritisch analyseren. VOET, Context en ET: Context 4, ET 2: De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen de economische, sociale en technologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 6, ET 4: De llnn hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs kwaliteit en duurzame ontwikkeling, als voor de rechten van de consument. Context 5, ET 12, de llnn tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen Methodiek De leerlingen bekijken het filmpje vanuit verschillende aspecten en ontdekken zo hoe de fairtrade katoenproducenten bijdragen aan. Achtergrond Sidi El moctar N guiro is de directeur van MOBIOM. Dit staat voor Mouvement Biologiques Malien, malinese biologische beweging. Bekijk het filmpje: de opbouw is als volgt: 1. Wie is Sidi? Wat heeft hij gestudeerd? Wat doet hij als werk? 2. Wat is de rol van de overheid? Reguleert de overheid de prijzen van de katoen? Is er een monopolie in de katoensector? 3. Waarom is het belangrijk om katoen te telen? 4. Wat is de relatie met ons hier in België? Wie zijn de afnemers? 5. Wat deed Mobium vroeger? Waarom is katoenteelt nadelig? Wat zijn de problemen die ze hebben meegemaakt voordat ze biologische katoenteelt hadden? Voordat ze fairtrade biologische katoenteelt hadden? 6. Wat vertelt hij over gender? Voor de fairtrade biologische katoenteelt en erna? p. 39 / 40

speelkaart grondstoffen

speelkaart grondstoffen speelkaart grondstoffen grondstoffen 100% biokatoen uit India. Bij de teelt komen geen pesticiden en kunstmest kijken. De oogst gebeurt handmatig. De katoenboer laat zijn arbeiders in goede omstandigheden

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Mijn kledinggebruik. Succes! Dit gedeelte gaat over het kopen van kleding.

Mijn kledinggebruik. Succes! Dit gedeelte gaat over het kopen van kleding. Mijn kledinggebruik Wellicht weet je al dat verschillende aspecten van kleding slecht zijn voor het milieu. In deze opdracht gaan we bekijken op welke manier jij zelf je steentje bij kan dragen aan het

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

china blue micha peled docentenhandleiding

china blue micha peled docentenhandleiding china blue micha peled docentenhandleiding Deze handleiding bevat alle informatie en handvatten om de documentaire in de klas te behandelen. U kunt zelf op basis van tijd, behoefte en niveau bepalen hoeveel

Nadere informatie

Werkboekje. Natuur en milieu educatie. Groep 7. Naam: Fruit in de mix. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna

Werkboekje. Natuur en milieu educatie. Groep 7. Naam: Fruit in de mix. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna Werkboekje Natuur en milieu educatie Naam: Groep 7 Fruit in de mix Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna Werkblad 1 Waar komt ons fruit vandaan? Vul 1. Teken het klassikale woordenweb die

Nadere informatie

Les 1 Van koffieboon tot pakje koffie

Les 1 Van koffieboon tot pakje koffie Les 1 Van koffieboon tot pakje koffie VAKKEN PAV, Humane Wetenschappen, Aardrijkskunde DOELSTELLINGEN EN EINDTERMEN Gemeenschappelijke stam De leerlingen brengen belangrijke elementen van communicatief

Nadere informatie

Blood in the Mobile. Opdrachtenblad. Regie: Frank Piasecki Poulsen Jaar: 2010 Duur:

Blood in the Mobile. Opdrachtenblad. Regie: Frank Piasecki Poulsen Jaar: 2010 Duur: Blood in the Mobile Frank Piasecki Poulsen 2010 52 minuten www.moviesthatmatter.nl Digibordles: www.spons.nl/moviesthatmatter 1 Kijkopdracht Waar gaat de film over? Documentairemaker Frank Poulsen komt

Nadere informatie

De kritische consument

De kritische consument De kritische consument Inleiding Om producten te kunnen maken heb je grondstoffen nodig. Mensen werken met deze grondstoffen en maken er producten van die we consumeren. Een ondernemer is tevreden als

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Lesbrief: Grote wasjes, kleine wasjes Thema: Hoe kom ik daar?

Lesbrief: Grote wasjes, kleine wasjes Thema: Hoe kom ik daar? Lesbrief: Grote wasjes, kleine wasjes Thema: Hoe kom ik daar? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zou het profiel Zorg & Welzijn bij jou passen? Een onderdeel

Nadere informatie

Lessenplan C2C, dé duurzame oplossing?

Lessenplan C2C, dé duurzame oplossing? Lessenplan C2C, dé duurzame oplossing? (gebaseerd op lessen van 50 minuten) Les 1 en 2: Bekijken van de DVD Afval is Voedsel (Vpro Tegenlicht 6 oktober 2006) Maken van de verwerkingsopdrachten. De DVD

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

het recht op bescherming tegen schadelijke vormen van werk en uitbuiting het recht op onderwijs het recht op spelen en ontspanning

het recht op bescherming tegen schadelijke vormen van werk en uitbuiting het recht op onderwijs het recht op spelen en ontspanning Ashique s verhaal (Uit: Kompas) Kinderarbeid genereert noodzakelijk inkomen voor families en gemeenschappen. Door het af te schaffen zullen kinderen de grootste slachtoffers worden. Klopt dat? Bij deze

Nadere informatie

BIJEENKOMST 1- KENNISMAKING

BIJEENKOMST 1- KENNISMAKING BIJEENKOMST 1- KENNISMAKING kennismaken met groepswerker en groepsleden afspraken maken in groep een eerste gevoel van rust, vertrouwen en veiligheid creëren kennismaken met het thema budgetteren aanzetten

Nadere informatie

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade Wat is Fairtrade EERLIJKE HANDEL STAAT VOOROP KEURMERK INTERNATIONALE SAMENWERKING HANDEL GEMEENTE DUURZAAMHEID Een beter leven Veel boeren en arbeiders in arme landen (ook wel ontwikkelingslanden ) hebben

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Framing the Other. Opdrachtenblad

Framing the Other. Opdrachtenblad Framing the Other Ilja Kok & Willem Timmers 2013 25 minuten (film), 13 minuten (interview) http://framingtheother.wordpress.com/ 1 Kijkopdracht 1. Titel hoofdstuk Toeriste Nell maakt foto van Mursi Nadonge

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

De tussenstand VOLG DE WEDSTRIJD VIA

De tussenstand VOLG DE WEDSTRIJD VIA LES 2 De tussenstand Wat gaan we doen vandaag? MEER LEREN OVER TEXTIELAFVAL KENNISMAKEN MET VERSCHILLENDE SOORTEN TEXTIEL EEN EIGEN KWARTETSPEL MAKEN (EN ZO BONUSPUNTEN VERDIENEN VOOR AFVAL THE GAME!)

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:...

BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:... BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:..................... INLEIDING Dit werkboek hoort bij de website Boer in de buurt (www.boerindebuurt.nl). Op deze website vind je filmpjes, illustraties en opdrachten

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

KiesWijzer. een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs

KiesWijzer. een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs KiesWijzer een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs Inleiding Met veel plezier presenteert Intermijn de les KiesWijzer. Uw leerlingen staan in het nieuwe schooljaar weer voor grote keuzes. Welk

Nadere informatie

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering Een nieuwe bank Lesvoorbereiding Crisis graad 2 Voorzie speelgoed - geld, echte kleine muntstukken of print het blad met de centen. Op elk blad staan 100 centen in rijen van 10. Zo kan je gemakkelijk het

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8 Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8 Colofon Titel: Plant in de klas - Instructieblad leerkracht, groep 6/7/8 Auteurs: Nienke van den Berg Hilde Spitters (NIGZ) Redacteuren: John Luteijs

Nadere informatie

Aflevering 6: Eigen bedrijf

Aflevering 6: Eigen bedrijf Aflevering 6: Eigen bedrijf Vragen vooraf: Heb je wel eens een eigen bedrijf gehad? Als je een eigen bedrijf zou beginnen, wat voor soort bedrijf zou dat dan zijn? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Khalid

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

LESPROGRAMMA LES 1. INTRODUCTIELES

LESPROGRAMMA LES 1. INTRODUCTIELES LESPROGRAMMA LES 1. INTRODUCTIELES Inhoud In de introductieles gaat u met de leerlingen aan de slag met het thema duurzaam en eerlijk eten. Samen met de leerlingen bekijkt u drie filmpjes die uitleggen

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem

Nadere informatie

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Werk graad 3 Lesvoorbereiding Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Zet het luisterverhaal klaar op het smartboard. Print de memory

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Docentenhandleiding Rollenspel Politiek

Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Voorbereiding 1. Bepaal hoeveel tijd er is: kies voor 45, 60 of 90 uten versie 2. Deel tijdschema uit en bespreek dit met de leerlingen 3. Verdeel de rollen, zie

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Talenposters. Doel. Tijd. Hoe. Stap 1 MAAK JE SILHOUET

Talenposters. Doel. Tijd. Hoe. Stap 1 MAAK JE SILHOUET Talenposters Leerlingen staan doorgaans niet zo bewust stil bij de talige bagage waarover ze beschikken of dat ze betekenissen geven aan diverse talen. Met deze activiteit zetten we hen aan het denken

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH

DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH VOOR RG 2.3 en 2.4 DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH INHOUD Woordje van het Huis van het Nederlands en het Red Star Line Museum Doelgroep Doelstelling Lespakket DEEL 1 DEEL 2 INTRODUCTIE: DE GROTE MEERPAAL

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL @ LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL ! inleiding ONDERNEMEN Voor het maken van deze opdrachten moet je eerst het stripboek De 9 levens van Van Bommel hebben gelezen. Om de onderneming zo succesvol mogelijk

Nadere informatie

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Tijd: 50 minuten Voorbereiding: op www.meerdanliefde.nl is veel informatie te vinden in redelijk eenvoudige taal. Ook in het App Note Mouse draaiboek staan

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Chocomelk. van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! www.oww.be. Handel, uit respect.

Chocomelk. van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! www.oww.be. Handel, uit respect. Chocomelk van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! > Handel, uit respect. We slaan de brug tussen boeren uit Noord & Zuid! www.oww.be > Kiezen Kiezen voor nóg meer duurzaamheid Oxfam

Nadere informatie

Winkelen in het bos?

Winkelen in het bos? Winkelen in het bos? Natuur, tweede graad Doelstellingen Kinderen ervaren dat het bos uit verschillende delen en bewoners bestaat. Kinderen ontdekken verbanden tussen alle delen en bewoners van het bos.

Nadere informatie

Witte wasjes, bonte wasjes

Witte wasjes, bonte wasjes Opleiding Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Ontwikkelingsdoelen Observatiejaar Logistiek assistent Wasserij-operator 12-14 Klasgesprek Duowerk 70 Verkeerd gewassen kledij Computer Internet Leren leren Taalvaardigheid

Nadere informatie

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door Lesideeën uitgewerkt door Hedendaagse Propaganda Analyseren Activiteiten als aanvulling op de leerervaring bij het online Mind Over Media platform www.mindovermedia.be 1 Les 7 Verkiezingen en propaganda

Nadere informatie

Is jouw eurocent al gevallen

Is jouw eurocent al gevallen Crisis graad 3 Is jouw eurocent al gevallen Lesvoorbereiding Projecteer de krantenkoppen of verzamel zelf krantenkoppen over de economische crisis. Knip het verhaal van de crisis in 6 stukken (1 deel voor

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel www.casablancavzw.be

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel www.casablancavzw.be Beste, Momotaro is een eeuwenoud Japans verhaal. Het vertelt over een kleine perzikjongen en over groot geluk, over vrienden en vijanden en over hoe je samen sterk, moedig en wijs kan zijn. Het verhaal

Nadere informatie

t Vuil Reclametruukske

t Vuil Reclametruukske t Vuil Reclametruukske Reclame graad 2 Lesvoorbereiding Toon de oproep van José op het smartboard. Voorzie twee dozen (schoendoos, andere kartonnen doos met deksel,...) Print informatieflarden opdracht

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER Jongeren krijgen op school, op de werkplek, in de klas met allerlei regels en afspraken te maken. Zijn de afspraken en regels duidelijk genoeg voor hen? Wat vinden

Nadere informatie

pedagogische leermiddelen het afvalstripverhaal van jean rivert

pedagogische leermiddelen het afvalstripverhaal van jean rivert pedagogische leermiddelen het afvalstripverhaal van jean rivert Wat drijft ons om steeds te consumeren? Wat is de impact van deze overconsumptie op het leefmilieu? Dat is de discussie die deze cartoons

Nadere informatie

Gastles: Hoe word ik rijk?

Gastles: Hoe word ik rijk? Gastles: Hoe word ik rijk? Hoe word je rijk? Dat willen we natuurlijk allemaal weten. In deze presentatie krijg je veel tips. Eerst een quiz om te kijken hoe veel jullie weten. Wie weet er veel? Pak je

Nadere informatie

STELLINGENSPEL. Tijd 10 minuten. Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap en stift of bord en krijt

STELLINGENSPEL. Tijd 10 minuten. Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap en stift of bord en krijt STELLINGENSPEL Tijd 40 minuten Opdracht geven Argumenten bedenken Klassikaal bespreken 5 minuten 10 minuten 25 minuten Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap

Nadere informatie

2. Wat is de hoofdvraag? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden in de kleding- en schoenenindustrie in landen die aan Nederland leveren?

2. Wat is de hoofdvraag? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden in de kleding- en schoenenindustrie in landen die aan Nederland leveren? Werkstuk door een scholier 1455 woorden 24 januari 2005 5,9 376 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Wat is je onderzoeksterrein? schone kleren 2. Wat is de hoofdvraag? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Les 5: Sociaal ondernemen

Les 5: Sociaal ondernemen Les 5: Sociaal ondernemen praktisch theoretisch Vakken Nederlands, Moraalleer, Cultuurwetenschappen, Economie, Godsdienst, Maatschappelijke Vorming, Project Algemene Vakken. Doelstellingen en eindtermen

Nadere informatie

Thema 1 LP 6: Formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders

Thema 1 LP 6: Formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders Thema 1 LP 6: Formuleren dat ondernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van alle stakeholders Tijd 2 lesuren Doel 1 De leerlingen kunnen in eigen woorden het begrip stakeholder

Nadere informatie

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 > NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen vertegenwoordigd zijn als partner op de schoolraad.

Nadere informatie

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Het gaat erom dat je laat merken dat jij zélf verantwoordelijk bent voor het leren: jij kiest de opdrachten, workshops en klussen zélf,

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling? SAMENVATTING In deze les wordt het begrip voedselverspilling geïntroduceerd. De leerlingen maken kennis met een voedselketen en ontdekken welke partijen daarbij betrokken zijn (de schakels in de voedselketen:

Nadere informatie

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Kan het anders? (Uit: Kompas) Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Behandelende onderwerpen het recht veilig in vrijheid te leven het recht op respect

Nadere informatie

Wil jij minderen met social media?

Wil jij minderen met social media? Wil jij minderen met social media? Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2016 Hulpboekje social media 1 Hoe sociaal zijn social media eigenlijk? Je vindt dat je teveel tijd doorbrengt op social media.

Nadere informatie

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO Sta in je recht Lessen over (kinder)rechten voor Speed-date Wij hebben een rechtsysteem waar iedereen zich aan moet houden. Maar welke rechten zijn dat dan? Welke ken je en welke rechten lijken jou vanzelfsprekend?

Nadere informatie

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN Lesbrief Primair onderwijs - MIDDENBOUW DUURZAAM WERKEN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per

Nadere informatie

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A 4 opdrachten! 60 minuten! Bij iedere opdracht zet iemand zijn wekker/ chronometer (op gsm of uurwerk), zodat je zeker niet veel langer dan een kwartier bezig bent.

Nadere informatie

ik deel daar wordt iedereen beter van kledij

ik deel daar wordt iedereen beter van kledij daar wordt iedereen beter van kledij 2 Onderzoek en Reflectie 3 Acties 4 Activiteiten in het Schooljaar ikdeel.be Een project van Met de steun van De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijk gesteld

Nadere informatie

Documentaire. Voorbereiding op het documentaire project

Documentaire. Voorbereiding op het documentaire project Documentaire Voorbereiding op het documentaire project Inhoud 1. Wat is een documentaire? 2. Interview techniek 3. Documentaire maken in 3 stappen 3.1. Ontwerpen 3.2. Opnemen 3.3. Monteren 4. Werkdocument

Nadere informatie

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO Hieronder vind je een lesvoorbereiding voor twee lesuren rond lichaamsbeeld bij kinderen van 10 tot 12 jaar. Het bevat verschillende

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Instructiekaart voor de leerling nr. 5 A-vragen Formulering van de vraag Formulering van het antwoord Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Antwoord met één volledige

Nadere informatie

Benodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten.

Benodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten. Handleiding Groep Les Thema Wat zie je en wat vind je ervan? Weet wat je ziet Welkom bij de eerste les van het Nationaal Media paspoort voor uw groep! De kinderen (en u als leerkracht) worden zich in deze

Nadere informatie

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden Lesbrief Online pesten Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Tijd: 50 55 minuten Voorbereiding: op http://mediawijsheid.nl/onlinepesten staan allerlei filmpjes, informatie en artikelen over online pesten, bruikbaar

Nadere informatie

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer. LEIDRAAD VOOR BEGELEIDERS Niet Normaal Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer. Het project Niet Normaal wil seksuele diversiteit bespreekbaar maken bij (Gentse) jongeren van 14 tot 18 jaar.

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Les 1 Ik en mijn selfie Les 1 Ik en mijn selfie Samenvatting van de les De kinderen kijken naar een selectie portretten waaronder selfies. Ze analyseren

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze?

Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze? Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze? Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze? Korte omschrijving workshop In deze workshop ontdekken de deelnemers

Nadere informatie

Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting,

Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting, Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting, onderzoek 1...7 Bijlage 4: Aanvullingen vragenlijst

Nadere informatie

Korte kennismaking met de verschillende thema s binnen de economische en sociale rechten:

Korte kennismaking met de verschillende thema s binnen de economische en sociale rechten: Ontwerp eens een land (Uit: RECHT-vaardig, menswaardig) De deelnemers ontwerpen een land waar het goed is om te leven. Ze beslissen in het ontwerp: hoe het landschap eruit ziet, waar de mensen leven in

Nadere informatie

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie SAMEN DELEN een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie INHOUD LESBRIEF 1. Introductie 2. De SAMEN DELEN Lesinhoud 3. De SAMEN DELEN Quizzz 4. Het SAMEN DELEN Diploma 5. De SAMEN DELEN Activiteiten

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

SCHOOL

SCHOOL INTRODUCTIE THEMA / INLEIDING Met de actie wereldwaterdag @ school, willen we ons waterverbruik onder de loep nemen. Een Belg verbruikt gemiddeld zo n 7400 liter water per dag. 120 liter rechtstreeks om

Nadere informatie

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW DUURZAAM WERKEN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip

Nadere informatie

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

WONEN MET EEN GROEN WOONT ENERGIE NEUTRAAL COMFORTABEL WONEN EN TOCH GELD BESPAREN. Lodewijk Hoekstra NIEUW! DE ENERGIE-EXPERT Steeds meer

WONEN MET EEN GROEN WOONT ENERGIE NEUTRAAL COMFORTABEL WONEN EN TOCH GELD BESPAREN. Lodewijk Hoekstra NIEUW! DE ENERGIE-EXPERT Steeds meer ELEKTRISCH RIJDEN ZONNEPANELEN DE ENERGIE-EXPERT 64 39 26 Steeds meer Kosten, opbrengst & Nul-op-de-meter in betaalbare modellen salderingsregeling een jaren 80-woning NIEUW! Lodewijk Hoekstra WOONT ENERGIE

Nadere informatie

Gevecht om geld en macht

Gevecht om geld en macht Gevecht om geld en macht (Uit: Kompas) (Uit: Mensenrechteneducatie in NCZ 2 de graad) Doelstellingen: Inzicht hebben in de onrechtvaardige verdeling van rijkdom in de wereld. Inzicht hebben in de onrechtvaardigheden

Nadere informatie

Projectlijn B Meelopen met de Meute? Hellig Hart

Projectlijn B Meelopen met de Meute? Hellig Hart Les 2B Titel Thema Benodigdheden Doelstelling Monique weet het niet Eerlijkheid: Gedragsdeterminanten Computer, printer, werkblad 2B.1, informatieblad 2B.1, achtergrondinformatie 7.2 en 7.4 De kinderen

Nadere informatie

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen? Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

Doel expo = we volgen de reis van het kraantjeswater

Doel expo = we volgen de reis van het kraantjeswater Doel expo = we volgen de reis van het kraantjeswater - Rode vlak is Brussel uitvergroten heel wat water in Brussel, zie blauwe lijntjes. - Is er een waterloop in de buurt van je school? Waar ligt je school

Nadere informatie

LESOPDRACHTEN VOOR LEERLINGEN VAN GROEP 7 EN 8

LESOPDRACHTEN VOOR LEERLINGEN VAN GROEP 7 EN 8 LESOPDRACHTEN VOOR LEERLINGEN VAN GROEP 7 EN 8 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Kerndoelen 5 De poster 6 De speurtocht naar het kledingstuk 7 2 Door middel van de educatieve poster wordt getracht een discussie

Nadere informatie

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen. Dino en het ei Bibliografie: Demyttenaere, B. (2004). Dino en het ei. Antwerpen: Standaard. Thema: niet alles is steeds wat het lijkt, illusies Korte inhoud: Elke nacht staat er een groot wit ei tussen

Nadere informatie