In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen:"

Transcriptie

1 11

2 Voorwoord HRsolar levert, als Nederlandse fabrikant van de gelijknamige serie zonneboilers, complete universeel toepasbare zonneboilers met bewezen de hoogste opbrengst in Nederland. De meest toegepaste systemen zijn de Hrs120/2,5AR en de Hrs200/5,0AR. In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen: Deel 1) montagehandleiding collectoren (zonzijdig) Indak-montage HPC-2,5 Instructie voor het monteren van de collector(en) in een schuin pannendak Opdak-montage HPC-2,5 en HPC-1,6 Instructie voor het monteren van de collector(en) op een schuin pannendak Platdak-montage HPC-2,5 Instructie voor het monteren van de collector(en) op een plat dak Deel 2) installatievoorschrift boiler (waterzijdig) Dit installatievoorschrift beschrijft de werking, installatie, bediening en het primaire onderhoud van de HRsolar zonneboilers. Versie: V1.5 Juni 2014 HRsolar BV Leehove MC De Lier Nederland De informatie in deze installatiehandleiding valt onder het auteursrecht. Informatie hieruit mag niet zonder schriftelijke toestemming van HRsolar worden gekopieerd of op welke manier dan ook worden gereproduceerd.

3 Inhoud VOORWOORD... 2 DEEL 1) MONTAGEHANDLEIDING COLLECTOREN (ZONZIJDIG) INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN COLLECTOREN TECHNISCHE SPECIFICATIES COLLECTOREN HRSOLAR COLLECTOR HPC-2, HRSOLAR COLLECTOR HPC-1, AANSLUITEN VAN MEERDERE COLLECTOREN INDAK - MONTAGE HPC-2, BESCHRIJVING MONTAGESET AFMETINGEN INDAK-MONTAGE EXTRA: BOVENGOOT VERLENGEN EXTRA: INDAK MET KERAMISCHE VLAKKE DAKPANNEN OPDAK-MONTAGE HPC-2,5 EN HPC-1, BESCHRIJVING MONTAGESET AFMETINGEN OPDAK-MONTAGE HPC-2,5 EN HPC-1,6 COLLECTOREN EXTRA: PLAATSEN HPC-1,6 COLLECTOR MET PV-PANELEN PLAT DAK MONTAGE HPC-2,5E EN HPC BESCHRIJVING MONTAGESET PLATDAK BALLASTTABEL VOOR NEDERLAND AFMETINGEN PLAT DAK MONTAGE HELLINGSHOEK PLAT DAK MONTAGE DEEL 2) INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN BOILER (WATERZIJDIG) INLEIDING REGELGEVING PLAATSING ZONNEBOILER INSTALLATIE POMPSET STANDAARD ZONNEBOILER WERKING LEVERINGSOMVANG TECHNISCHE SPECIFICATIES POMPSETS EN EXPANSIEVATEN POMPSETS ENKEL SPIRAAL BOILERVATEN AANSLUITEN VAN DE COLLECTORLEIDINGEN AANSLUITEN VAN DE SANITAIRE LEIDINGEN ELEKTRISCHE AANSLUITING INSTELLINGEN REGELUNIT HOTTOP EN ZONNEGASCOMBI WERKING HOTTOP WERKING ZONNEGASCOMBI LEVERINGSOMVANG HOTTOP EN ZONNEGASCOMBI TECHNISCHE SPECIFICATIES POMPSETS EN EXPANSIEVATEN DUBBELSPIRAAL BOILERVATEN (HOTTOP EN ZONNEGASCOMBI) AANSLUITEN VAN DE COLLECTORLEIDINGEN AANSLUITEN VAN DE CV-LEIDINGEN HOTTOP EN ZONNEGASCOMBI AANSLUITEN DRIEWEGKLEP ZONNEGASCOMBI AANSLUITEN VAN DE SANITAIRE LEIDINGEN ELEKTRISCHE AANSLUITING INSTELLINGEN REGELUNIT HOTTOP INSTELLINGEN REGELUNIT ZONNEGASCOMBI Versie 1.5 3

4 4. POMPSET WERKING ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN BEKNOPTE UITLEG REGELUNIT VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE ZONNEBOILER VULLEN EN ONTLUCHTEN SANITAIRZIJDIG VULLEN EN SPOELEN COLLECTORZIJDIG INBEDRIJFNAME BUITEN BEDRIJF STELLEN ONDERHOUD EN GARANTIE STORINGEN CHECKLIST INSTALLATIE PERIODIEKE ONDERHOUDSKAART Versie 1.5 4

5 Deel 1) montagehandleiding collectoren (zonzijdig) Versie 1.5 5

6 1. Installatievoorschriften collectoren Voor de in dit montagevoorschrift beschreven werkzaamheden moet u de nodige vakkennis hebben en een beroepsopleiding gevolgd hebben voor gas- en waterinstallaties. Voer de montagestappen alleen zelf uit wanneer u over de nodige vakkennis beschikt. Neem de ARBO-voorschriften in acht, tref bij alle werkzaamheden op daken de gepaste maatregelen om ongelukken te voorkomen. Draag te allen tijde uw persoonlijke veiligheidskleding of veiligheidsuitrusting. Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant en vervang defecte onderdelen onmiddellijk. Bij een gebouwhoogte (montagehoogte) van max. 20 m zijn geen speciale maatregelen ter bescherming tegen blikseminslag noodzakelijk. De afbeeldingen in dit voorschrift tonen de verticale montage van collectoren. Wijkt de horizontale montage af van de verticale, dan wordt hierop gewezen. De garantie op het geleverde zonne-energiesysteem vervalt indien het systeem niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd. HRsolar behoudt zich het recht voor, op ongeacht welk moment, de constructie en/of uitvoering van onze producten te wijzigen, zonder verplichting eerder gedane leveranties dienovereenkomstig aan te passen. De leidingen uit de collectoren zijn breekbaar. Pak de collector nooit op aan de koppelingen. Plaats collectoren Indak alleen op dak met een minimale hellingshoek van 30% en voor Opdak minimaal 20%. De sensor dient te worden gemonteerd in de warme uitstromende zijde van de collector. Bij het monteren van de leiding aan de collectoraansluiting altijd een contrasleutel gebruiken om verbuiging van de collectorleiding te voorkomen. Er kunnen maximaal 4 collectoren in serie geschakeld worden. De leidingen uit de collector zijn uitgevoerd met 3/8 uitwendig schroefdraad met zelfdichtende EPDM ringen, geschikt voor HRsolar RVS ribbelslang (DN12 / DN16) of knie 3/8 Verwijder het witte beschermkarton na het installeren van de collector(en). De collector(en) moet(en) koud zijn voordat het systeem in bedrijf gesteld wordt, aangezien anders te hoge temperaturen kunnen ontstaan en er eventueel onderdelen beschadigd kunnen worden. Alle werkzaamheden aan het zonzijdige circuit (collector, collectorleidingen, regeling, pompen, enz.) mogen enkel bij een sterk overtrokken hemel, s morgens vroeg, s avonds of met afgedekte collectoren uitgevoerd worden. Het plaatsen van een collector op een plat dak is vergunningsvrij wanneer de afstand tussen de collector en de dakranden groter of gelijk is aan de hoogte van de collector. Voor meer informatie, zie en/of informeer bij uw gemeente. Verklaring symbolen beschermkarton Laat collector niet op een ladder rusten Collectorsensor aan de warme uitgaande kant (retour) Verwijder het beschermkarton pas ná installatie en direct bij regen Leg de collector niet met de onderkant in de regen Versie 1.5 6

7 2. Technische specificaties collectoren 2.1 HRsolar collector HPC-2,5 Technische specificaties HRsolar collector HPC-2,5 Lengte mm 2119 Breedte mm 1183 Dikte mm 94 Gewicht kg 39 Collectorvloeistof Antifrogen SOL HT Readymix Verhouding 45% Antifrogen / 55% water Vloeistof inhoud ltr 1,76 Stagnatietemperatuur C 210 Bruto oppervlak m 2 2,5 Netto oppervlak (apertuur) m 2 2,3 Kleur Zwart Toegestane wind- en Pa 675 sneeuwbelasting Collectoraansluitingen 3/8 uitwendig draad Solar Keymark Ja Versie 1.5 7

8 2.2 HRsolar collector HPC-1,6 Technische specificaties HRsolar collector HPC-1,6 Lengte mm 1650 Breedte mm 990 Dikte mm 94 Gewicht kg 25 Collectorvloeistof Antifrogen SOL HT Readymix Verhouding 45% Antifrogen / 55% water Vloeistof inhoud ltr 1,15 Stagnatietemperatuur C 210 Bruto oppervlak m 2 1,6 Netto oppervlak (apertuur) m 2 1,5 Kleur Zwart Toegestane wind- en Pa 675 sneeuwbelasting Collectoraansluitingen 3/8 uitwendig draad Solar Keymark In voorbereiding Versie 1.5 8

9 2.3 Aansluiten van meerdere collectoren Er mogen maximaal vier collectoren in serie worden geschakeld. Onderstaande afbeelding bevat mogelijke varianten van het schakelen van collectoren. = Sensorkabel 2x verticaal en horizontaal 3x verticaal en horizontaal 4x verticaal en horizontaal De aansluitingen aan de collector zijn 3/8 buitendraad koppelingen met O-ring afdichting. Deze koppeling is draaibaar en schuifbaar door de O-ring verbindingen. Vanaf deze koppeling kan verder gegaan worden met RVS flexibel leidingwerk (met collectorkoppelingen) of met een messing knie/t-stuk met 3/8 binnendraad. Deze koppelingen zorgen samen met de O-ringen voor een waterdichte afdichting. LET OP: Voor alle opstellingen tot en met 10,0 m 2 zijn de verbindingsleidingen voor het koppelen van de collectoren meegeleverd behalve voor de horizontale plat dak opstelling. Overige (langere) leidingen worden niet standaard meegeleverd en moeten separaat besteld worden. Versie 1.5 9

10 3. Indak - montage HPC-2,5 Plaatsen van één of meerdere HRsolar zonnecollectoren in een schuin pannendak Minimale hellingshoek dak = 30 Maximale hellingshoek dak = Beschrijving montageset Indak montageset (Verticaal) Montageset 1 collector Montageset 2 collectoren Uitbreidingsset enkel 1 per collector Uitbreidingsset dubbel 1 per 2 collectoren 1x Bovengoot enkel 1x Zijgoot links* 1x Zijgoot rechtsfout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1x Loodslab 1 coll 6x Montageclips 8x RVS schroeven 2x Stellat 4x Stalen schroeven 2x Uitvulplaatje 1x Bovengoot dubbel 1x Zijgoot links* 1x Zijgoot rechtsfout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1x Tussengoot 2x Loodslab 1 coll 12x Montageclips 16x RVS schroeven 2x Stellat 8x Stalen schroeven 4 x Uitvulplaatje 1x Bovengoot enkel 1x Tussengoot 1x Loodslab 1 coll 6x Montageclip 8x RVS schroeven 2x Stellat 2x Uitvulplaatje 1x Bovengoot dubbel 2x Tussengoot 2x Loodslab 1 coll 12x Montageclip 16x RVS schroeven 2x Stellat 4x Uitvulplaatje * Gotensets kunnen geleverd worden met een smalle (S) of brede (B) zijgoot. Smalle zijgoten worden toegepast bij het dakpantype Sneldekker. Brede zijgoten worden toegepast bij de overige meest voorkomende dakpantypes Versie

11 3.2 Afmetingen indak-montage Maten stellatten mm vaste maat mm vaste maat 3. 80mm / 180mm* variabele maat Figuur 1 Afmetingen indak-montage *variabele maat voor overlapping van loodslab bij afwijkende hoogte van dakpannen Netto maten werkruimte collector(en) 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectoren 4. Hoogte 2350 mm 2350 mm 2350 mm 2350 mm 5. Breedte 1185 mm 2371 mm 3557 mm 4743 mm A. Collector B. Bovengoot C. Loodslab D. Stellat Figuur 2 Detailtekening Versie

12 1) 2) Bepaal de plaats van de collector(en). Behoud de eerste 2 dakpanrijen onder de nok van het dak. Verwijder de dakpannen (zie figuur 1. Afmetingen indak montage voor maatvoeringen). Controleer alle meegeleverde materialen. Let op: schuif de bovenste rij dakpannen onder de bovenliggende rij en verwijder een extra rij pannen aan de buitenzijden voor werkruimte. 3) Plaats de onderste stellat op 2260mm vanaf de onderkant dakpan tot bovenzijde van de stellat,als permanente borging van de collector (voorkomt uitzakken van collector). 4) De stellat moet 5mm boven de dakpanlat uitsteken. Verhoog de stellat desnoods met bijgeleverde uitvulplaatjes. Let op: de stellat mag de montagerail niet blokkeren 5) Schroef een tijdelijke houten aanslag op de onderste stellat vast. 6) Monteer de bovenste stellat 2300mm vanaf de bovenzijde van de onderste stellat. Let op : per collector dient een stellat met aanslag gemonteerd te worden. Let op: per collector dient een stellat gemonteerd te worden. Versie

13 7) Plaats de (eerste) collector op de bestaande panlatten tegen de aanslag. 8) Lijn de collector uit aan de buitenste rijen dakpannen. Let op: afmetingen staan in figuur 1. Afmetingen indak montage 9) Klem de bijgeleverde montageclips in de montagerails ter hoogte van de panlat (3 per zijde). Schroef vervolgens de 6 montageclips met meegeleverde RVS schroeven vast op de panlat. 10) Plaats vervolgens 2 montageclips tegengesteld aan de rechterzijde van de eerste collector. Plaats de montageclips op 45mm vanaf de zijkant. Ga door naar stap 13 bij het plaatsen van één collector Let op: plaats één montageclip op de onderste dakpanlat en één montageclip op de bovenste dakpanlat. 11) Klik de tussengoot onder de omlijsting aan de rechterzijde van de eerste collector. 12) Plaats de volgende collector. Laat de lijst van de collector over de tussengoot zakken en druk de collector tegen de montageclips. Monteer aan de andere zijde 3 montageclips. Let op: de uitstekende lip hoort aan de onderzijde en de schuifaflopende kant boven Versie Let op: de collector dient goed aangeduwd te worden zodat de tussengoot perfect aansluit (zie foto) Herhaal stap 10, 11 en 12 bij het plaatsen van meerdere collectoren

14 13) Klik de zijgoten onder de omlijsting. 14) Fixeer de zijgoten met RVS schroeven (1 per zijgoot) Let op: de uitstekende lip hoort aan de onderzijde Let op: Niet door de zijgoten schroeven 15) Bepaal de plaats voor de doorvoeren van de collectorleidingen en boor twee gaten 40 mm door het dakbeschot. 16) Sluit de collectorleidingen aan op de collector-aansluitingen. Bij het installeren van twee of drie collectoren dienen de collectoren doorgekoppeld te worden (in serie). Let op: flexibele ribbelslangen kunnen in veel gevallen onder de dakpannen gevoerd worden. De dakdoorvoer kan hierdoor buiten de bovengoot komen. Let op: gebruik altijd een contrasleutel bij de montage van de leiding aan de collectoraansluiting en buig vóór montage de RVS ribbelslang onder de gewenste hoek 17) Voer de temperatuursensor door de rubberen afdichter, leg een knoop in de draad achter de afdichter. Schuif de sensor in het koperen voelerbuisje en druk de rubberen afdichter goed aan Let op: sluit de temperatuursensor aan op de warme uitstromende leiding van de collector Versie

15 18) Monteer de bovengoot op de collector(en). De bovengoot schuift vanaf boven naar beneden over de zijgoten. Zie stap 28 en 29 voor het verlengen van een bovengoot. 19) Verwijder de tijdelijke houten aanslag van de onderste stellat en monteer de loodslab met gebogen profiel in de montagerails van de collector. Fixeer de bovengoot met een schroef (net als stap 14) Let op: Klap de bovengoot stevig aan. De overstek van de bovengoot moet aansluiten op de vouwnaad (midden) van de omlijsting van de collector 20) Sla het profiel aan met een aanslagblokje 21) Zorg dat de rij dakpannen onder de loodslabben schoon en droog zijn. Reinig vuile dakpannen met een staalborstel. Tip: gebruik de tijdelijke houten aanslag als aanslagblokje Ga door naar stap 25 bij het plaatsen van één collector 22) De opvolgende loodslab dient ingekort te worden aan de linkerzijde. Herhaal deze stap bij het installeren van drie collectoren. 23) Monteer de opvolgende loodslab (zie punt 20 en 21) in de tweede collector en verwijder vervolgens het plakfolie. Let op: de rechterzijde van de opvolgende loodslab blijft op lengte Let op: druk de bovenste loodslab goed aan op de onderliggende loodslab t.b.v. goede vulkanisatie. Versie

16 24) Verwijder de plakfolie van de loodslab (ben). Druk eerst de plakzijde op de bolling van de dakpannen vast en klop de loodslab vervolgens met de vuist in de holling. Plak de loodslab ook stevig op de onderzijde van de zijgoten (en tussengoot). 25) Sla de uiteinde van de loodslab om, zodat voorkomen wordt dat slagregen en jachtsneeuw onder de dakpannen kan komen. 26) Leg aan de bovenen zijkanten de dakpannen netjes terug, het kan nodig zijn dat er aan de rechter- en/of bovenkant pannen op maat moeten worden geslepen. Let op: Verwijder het witte beschermkarton na het installeren van de collector(en). Pas op, bij zonnig weer kan de collector temperatuur hoog oplopen na het verwijderen van het karton. 3.3 Extra: Bovengoot verlengen 27) Plak een kleine EPDM-strip aan de onderzijde van de goot (volgens foto) Let op: behoudt een tussenruimte van ±10mm 28) Plak een grotere EPDM-strip aan de bovenzijde van de goot, druk deze goed aan (volgens foto) Versie

17 3.4 Extra: Indak met keramische vlakke dakpannen De collectoren kunnen Indak ook worden geplaatst met keramische vlakke dakpannen. Hiervoor zijn echter een aantal aandachtspunten die hieronder worden beschreven. Verzonken plaatsing De collector(en) moet bij dit type dakpannen verzonken worden geplaatst omdat anders de zijgoten te hoog uitkomen ten opzichte van de pannen. Om de collector(en) verzonken te kunnen plaatsen, kunnen de panlatten onder de collector en goten worden weggezaagd. Plaatsen stellat onder De standaard meegeleverde onderste stellat kan niet worden toegepast. Hier dient u in het werk een eigen rachel te monteren (veelal een rachel van 15 mm hoog). Plaatsen stellat boven De standaard meegeleverde bovenste stellat kan niet als stellat worden toegepast. Hier dient u in het werk een eigen rachel te monteren (veelal een rachel van 15 mm hoog). De bovenste stellat kan worden toegepast om de rij pannen boven de collector te ondersteunen (voorkomt doorzakken van de vlakke pannen). 1) Bepaal de plaats van de collector(en). Behoud de eerste 2 dakpanrijen onder de nok van het dak. Verwijder de dakpannen (zie figuur 1. Afmetingen indak montage voor maatvoeringen). 2) neem voor het wegzagen van de panlatten de breedte maat van de collector + de breedte van de linker + rechterzijgoot *. Klem de bijgeleverde montageclips in de montagerails. Schroef vervolgens de 6 montageclips met meegeleverde RVS schroeven vast op een stuk grondhout. 3) Plaats een eigen rachel 2300mm vanaf de bovenzijde van de onderste stellat (eigen rachel). Plaats de meegeleverde stellat op de korte kant ter ondersteuning van de eerste rij pannen boven de collector.* *dit voorkomt het doorzakken van de pannen. Meegeleverde stellat Eigen rachel *Breedte maat zijgoten afhankelijk van type Indak Smal of Indak Breed 4) leg het dak verder dicht. Tip: Indien er pannen moeten worden geslepen (zoals op afbeelding rechts) kunnen de stukjes pan ook worden gelijmd met bijvoorbeeld MS- Polymeer (Polymax). Versie

18 4. Opdak-montage HPC-2,5 en HPC-1,6 Plaatsen van één of meerdere HRsolar zonnecollectoren op een schuin pannendak Minimale hellingshoek dak = 20 Maximale hellingshoek dak = Beschrijving montageset Opdak montageset Montageset per collector 4 x Dakhaak 8 x M8 inbusbout 8 x RVS ringen 1 x Flexibele loodslab 40cm Versie

19 4.2 Afmetingen opdak-montage HPC-2,5 en HPC-1,6 collectoren Figuur 4 Detailtekening Verticale plaatsing HPC-2,5 Horizontale plaatsing HPC-2,5* Figuur 3 Overzicht afmetingen 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectoren 1. Hoogte 2119 mm 2119 mm 2119 mm 2119 mm 2. Breedte 1183 mm 2366 mm 3549 mm 4732 mm 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectoren 1. Hoogte 1183 mm 1183 mm 1183 mm 1183 mm 2. Breedte 2119 mm 4388 mm 6657 mm 8926 mm *uitgaande dat collectoren naast elkaar geplaatst worden Verticale plaatsing HPC-1,6 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectoren 1. Hoogte 1650 mm 1650 mm 1650 mm 1650 mm 2. Breedte 990 mm 1980 mm 2970 mm 3960 mm Horizontale plaatsing HPC-1,6 * 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectore n 1. Hoogte 990 mm 990 mm 990 mm 990 mm 2. Breedte 1650 mm 3450mm 5250 mm 7050 mm Versie *uitgaande dat collectoren naast elkaar geplaatst worden.

20 1) 2) Bepaal de plaats van de collector(en). Verwijder de bovenliggende dakpannen ter plaatse waar de dakhaken komen. Schuif dakpannen omhoog voor enige werkruimte. Controleer alle meegeleverde materialen. Let op: zie figuur 2. Afmetingen opdak-montage voor maatvoeringen. 3) Stel de dakhaken af op de dikte van de panlat en dakpan. 4) Slijp aan de onderzijde van de bovenliggende dakpan de nok weg voor een goede afsluiting Let op: draai bij slechte panlatten de haak naar boven voor montage op het dakbeschot. 5) Monteer de onderste en bovenste dakhaken en stel de zwarte hoekprofielen af voor verticale of horizontale plaatsing (zie figuur Afmetingen opdak montage ). 6) Bepaal door welke dakpan de leidingen gevoerd worden, slijp een inkeping in de dakpan en maak deze schoon en droog. Tip: U kunt ook een speciale ventilatiepan toepassen (levering door derden). Versie

21 7) Boor twee gaten 40 mm door het dakbeschot ter plaatse van de dakdoorvoer. Voer de geïsoleerde leidingen met sensordraad door het dak. 8) Plaats de dakpan (of speciale ventilatiepan) met inkeping terug en voer de leidingen door. Maak de dakpan met dakdoorvoer waterdicht met meegeleverde flexibele loodslab. Let op: dakdoorvoer kan op elke gewenste plek, flexibele ribbelslangen passen in veel gevallen onder de dakpannen 9) Plaats de collector(en) in de dakbeugels en monteer de collector met meegeleverde M8 inbusbouten in de schroefdraad rails. Monteer meerdere collectoren met een tussenruimte van ± 10mm 10) Sluit de collectorleidingen aan op de Collectoraansluitingen. Let op: draai de inbusbouten handvast vast 11) Voer de temperatuursensor door de rubberen afdichter, leg een knoop in de draad achter de afdichter. Schuif de sensor in het koperen voelerbuisje en druk de rubberen afdichter goed aan. Let op: Gebruik altijd een contrasleutel bij de montage van de leiding aan de collectoraansluiting en buig vóór montage de RVS ribbelslang onder de gewenste hoek 12) Koppel de temperatuur sensordraad door en voer deze ook naar binnen. Schuif alle dakpannen netjes terug. Let op: sluit de temperatuursensor aan op de warme uitstromende leiding van de collector Versie Let op: Verwijder het witte beschermkarton na het installeren van de collector(en). Pas op, bij zonnig weer kan de collector temperatuur hoog oplopen na het verwijderen van het beschermkarton.

22 4.3 Extra: Plaatsen HPC-1,6 collector met PV-panelen De HPC-1,6 collector is mede ontwikkeld om op het dak te integreren met PV-panelen. Onderstaande beschrijving geeft een aanvulling voor hoe de collectoren geplaatst kunnen worden in combinatie met PV-panelen die op een railsysteem bevestigd worden. Aandachtspunten: - De collectoren worden standaard gemonteerd met behulp van de universele dakhaken. Monteer de collector(en) dus niet op een railsysteem voor PV-panelen om in hoogte gelijk uit te komen. - De dikte (hoogte) van PV-panelen kan afhankelijk van het type en merk variëren tussen 35 en 50 mm. Hierdoor kan een gering hoogteverschil ontstaan tussen het PV-vlak en de collectoren. - De koppelingen van de collector steken uit en hier wordt leidingwerk op aangesloten. Hiermee dient u rekening te houden bij het plaatsen in combinatie met PV panelen. Het mooiste resultaat wordt verkregen indien de korte zijde met de collectorkoppelingen niet tegen een PVpaneel of andere collector wordt geplaatst. - De onderstaande instructies zijn gegeven waarbij de collector als voorbeeld rechts van het PV-paneel wordt geplaatst. 1) Plaats en bevestig het PV-paneel naast de collector zo dicht mogelijk tegen het einde van het railsysteem. 2) Plaats de 4 dakhaken Einde PV-railsysteem Dakhaak 3) Plaats de collector op de dakhaken en schuif deze tegen het PV-paneel aan. 4) monteer de collector met meegeleverde M8 inbusbouten in de schroefdraad rails. Let op: draai de inbusbouten handvast vast Versie

23 5. Plat dak montage HPC-2,5 en HPC-1,6 Plaatsen van één of meerdere HRsolar zonnecollectoren op een plat dak 5.1 Beschrijving montageset Plat dak montageset Montageset 1 collector 1 x Aluminium frame Links 1 x Aluminium frame Rechts 8 x M8 inbusbout 8 x RVS ring 4 x Tegeldrager 23

24 5.2 Platdak ballasttabel voor Nederland Locatie Gebied I; Kop van Noord Holland Gebied II; Rest van Noord Holland, Zuid Holland, Zeeland, Flevoland, Groningen en Friesland Gebied III; Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord Brabant en Limburg Hoogte dakvlak [m] Bebouwd Onbebouwd Bebouwd Onbebouwd Bebouwd Onbebouwd Aantal betontegels 60 x 40 cm (25kg per tegel) Collector HPC-2, x 1182 mm Collector HPC-1, x 990 mm Met bebouwd of onbebouwd wordt bedoeld of de plek waar de collectoren geplaatst worden in een gebouwde of onbebouwde omgeving staan. Voor collectoren geplaatst tot 2km uit de kust, neem contact op met uw leverancier voor het juiste aantal ballastblokken. Let op: U dient rekening te houden met de maximaal toelaatbare belasting van het dak! Verifieer dit bij twijfel met een constructieberekening. Windgebieden in Nederland Versie

25 5.3 Afmetingen plat dak montage Verticale dakframe(s) Collector Breedte (A) Diepte (B)* 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectoren HPC-1,6 990 mm 1980 mm 2970mm 3960 mm Max mm HPC-2, mm 2366 mm 3549 mm 4732 mm Max mm Horizontale dakframe(s) Collector Breedte (A) Diepte (B) 1 collector 2 collectoren 3 collectoren 4 collectoren HPC-1, mm 3480 mm 5157 mm 6976 mm Max mm HPC-2, mm 4426 mm 6564 mm 8852 mm Max mm * Deze maat is variabel met de hellingshoek van het frame. De maximale diepte die is opgegeven wordt behaalt bij de kleinst mogelijke hellingshoek. 5.4 Hellingshoek plat dak montage Het platdak frame kan beperkt in hellingshoek worden versteld. De mogelijke hellingshoek is in onderstaande tabel te lezen. Let op dat het aanpassen van de hellingshoek afhankelijk van de zonligging een verminderd rendement kan geven. Een optimaal rendement wordt behaald bij een ligging tussen ZW en ZO met een hellingshoek tussen de 25 en 40 graden. Verticale dakframe(s) Collector Hellingshoek Afstand (X) Hoogte* (C) HPC-2, mm 1030 mm HPC-2, mm 1220 mm HPC-2, mm 1370 mm HPC-1, mm 1050 mm HPC-1, mm 1110 mm Horizontale dakframe(s) Collector Hellingshoek Afstand (X) Hoogte* (C) HPC-2, mm 735 mm HPC-2, mm 853 mm HPC-1, mm 700 mm HPC-1, mm 729 mm * Bij het plaatsen van collectoren achter elkaar, 1,5 x de hoogte (C) als horizontale tussenafstand aanhouden om schaduwwerking te voorkomen. Versie

26 1) 2) Stel de juiste plaats van de collector(en) vast; plaats de collector(en) het meest zuidelijk gericht voor het hoogste rendement Controleer alle meegeleverde materialen. Let op: zie figuur Afmetingen plat dak montage voor maatvoeringen. 3) Klap het frame open. Draai de inbusbouten met moer handvast. 4) Plaats ballasttegels (60 x 40cm, 25kg) tussen de voorgemonteerde liggers op elkaar in het frame. Let op: plaats onder het frame rubberen tegeldragers ter voorkoming van lekkage Let op: De hoeveelheid ballast is afhankelijk van plaats, hoogte en windgebied. Kijk op pagina 24 5) Plaats de collector in het frame en laat de onderzijde op de voorgemonteerde inbusbouten rusten. Schroef de bijgeleverde inbusbouten, door de voorgeboorde gaten in het frame, draai deze handvast aan in de schroefdraad rails van de collector 6) Voer de temperatuursensor door de rubberen afdichter, leg een knoop in de draad achter de afdichter. Schuif de sensor in het koperenvoelerbuisje en druk de rubberen afdichter goed aan. Voor de positie van de bovenste bouten zie tabel op pagina 25 voor de juiste hellingshoek. Let op: handvast aandraaien, voorkom doldraaien Let op: sluit de temperatuursensor aan op de warme uitstromende leiding van de collector Versie

27 7). Sluit de collectorleidingen aan op de collectoraansluitingen Monteer de collectorleidingen door het dak en isoleer deze. Koppel de temperatuur sensordraad door en voer deze ook naar binnen. 8) Tip: optioneel is isolatiebescherming te verkrijgen. Dit beschermd de isolatie tegen vogelpikken en uv-licht. Let op: Gebruik altijd een contrasleutel bij de montage van de leiding aan de collectoraansluiting en buig vóór montage de RVS ribbelslang onder de gewenste hoek Verwijder het witte beschermkarton na het installeren van de collector(en). Pas op, bij zonnig weer kan de collector temperatuur hoog oplopen na het verwijderen van het beschermkarton. 27

28 Deel 2) installatievoorschriften boiler (waterzijdig) Versie

29 Inleiding Dit installatievoorschrift beschrijft de werking, installatie, bediening en het primaire onderhoud van de HRsolar zonneboilers. Dit installatievoorschrift is bedoeld voor erkende installateurs die de HRsolar zonneboilers installeren en in gebruik stellen. Lees ruim voor aanvang van installatie van de zonneboiler dit installatievoorschrift goed door. HRsolar is niet aansprakelijk voor gevolgen die voortvloeien uit ingeslopen fouten of onvolkomenheden in het installatievoorschrift. Tevens behoudt HRsolar zich het recht voor om haar producten te wijzigen zonder voorafgaande mededeling. Geef de klant bij oplevering van de installatie duidelijke instructies over het gebruik van de installatie en overhandig daarbij deze handleiding. Elke zonnecollector en elk boilervat is voorzien van een typeplaat. Verifieer aan de hand van de gegevens op deze typeplaat of het systeem voldoet aan de situatie waarin het geplaatst moet worden. De HRsolar zonneboiler is toe te passen op bijna alle merken CV-toestellen voorzien van NZ-keurmerk. Voor het aansluiten dient men de installatievoorschriften van de desbetreffende leverancier te hanteren met inachtneming van de NEN1006 installatievoorschriften. Wij adviseren navraag bij de fabrikant/leverancier te doen aangaande benodigdheden voor de ketel in combinatie met een zonneboiler. De HRsolar zonneboilers zijn te verdelen in de volgende groepen: - Standaard zonneboilers - Hottop zonneboilers - Zonnegascombi Versie

30 Regelgeving Voor installatie van de HRsolar zonneboiler gelden de volgende regels: Voor Nederland: - Het Bouwbesluit; - AVWI - NEN 1006; - Plaatselijk geldende voorschriften. Voor België: - Belgische norm NBN D30.003, NBN D en NBN B61-002; - Voorschriften van het Algemene Reglement voor de Elektrische Installaties (A.R.E.I.); - Plaatselijk geldende voorschriften. Voor Duitsland: - Wettelijke eisen voor preventie van ongevallen; - Wettelijke bepalingen voor milieubescherming; - Regels van de brancheorganisatie; - Relevante veiligheidseisen van DIN, EN, DVGW, TRGI, TRF en VDE. De zonneboiler moet aangesloten worden volgens dit installatievoorschrift en alle installatietechnische normen en voorschriften die betrekking hebben op de aan te sluiten installatie. Houd rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften: - Alle werkzaamheden aan het toestel moeten in een droge omgeving plaatsvinden. - Laat nooit elektrische en elektronische componenten in contact komen met water. Voer de volgende handelingen uit bij (onderhouds-) werkzaamheden aan een reeds aangesloten boiler: - Zorg dat de collectortemperatuur beneden de 40 C is; - Trek de stekker van de pompset uit de wandcontactdoos; - Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie bij de boiler. De volgende (veiligheids-) symbolen kunnen in dit installatievoorschrift en/of op de verpakking voorkomen: SLEUTEL-symbool. Dit symbool geeft aan dat hier een (de-)montage uitgevoerd moet worden. LET OP-symbool. Dit symbool geeft aan dat extra aandacht gevraagd wordt bij een bepaalde handeling of product. Tip. Beschrijving van een handigheid. Versie

31 1. Plaatsing zonneboiler Het verdient de voorkeur om de zonneboiler zo te plaatsen dat het leidingwerk tussen het boilervat en collector, maar ook tussen het boilervat en na-verwarmer, zo kort mogelijk is. Dit is om warmteverliezen te minimaliseren. De opstelruimte van het boilervat en het pomp-set met regelunit dient vorstvrij te zijn. Plaats het boilervat op een stevige en vlakke ondergrond. Houd rekening met het totale gewicht bij een gevuld boilervat. Houd rekening met voldoende ruimte rondom het boilervat. 1.1 Installatie pompset Afhankelijk van het gekozen systeem kan de pompset direct op het vat en/of aan de muur gemonteerd worden. Het expansievat wordt met de meegeleverde muurbeugel tegen de muur bevestigd met uitzondering van het 35 liter expansievat, dit is een staande uitvoering. Bij de muurbeugel wordt een 1/2x15mm puntstuk geleverd. Montage aan het boilervat (Liggende boiler 120 en 200 liter) 1. Plaats de achterzijde van de isolatie van de pompset over de bovenste aansluiting van het boilervat. 2. De onderste aansluiting van de pompset is 22mm. Door gebruik van het meegeleverde kniestuk 22mm, kan de pompset in de gewenste positie gemonteerd worden. 3. Monteer de onderste aansluiting van de pompset (achterzijde) aan de bovenste aansluiting op het boilervat. 4. Sluit de zijaansluiting van de pompset met 15mm leiding aan op het expansievat. 5. Sluit de bovenste aansluiting van de pomp-set aan op de aanvoerleiding van het collectorcircuit. 6. Monteer de sensorkabel vanuit de boiler in de regelunit op positie S2. 7. Monteer de sensorkabel vanuit de collector in de regelunit op positie S1. 8. Klik het voorste isolatiedeel van de pomp-set op het achterste deel. De regelunit kan een andere kant op wijzen. Gebruik hiervoor het meegeleverde 22mm kniestuk. Montage aan het boilervat (Staande boilervaten 120 en 200 liter enkel) 1. Plaats de achterzijde van de isolatie van de pompset over de onderste aansluiting van het boilervat. 2. De onderste aansluiting van de pompset is 22mm. Door gebruik van het meegeleverde kniestuk 22mm, kan de pompset in de gewenste positie gemonteerd worden. 3. Monteer de onderste aansluiting van de pompset (achterzijde) aan de onderste aansluiting op het boilervat. 4. Sluit de zijaansluiting van de pompset met 15mm leiding aan op het expansievat. 5. Sluit de bovenste aansluiting van de pomp-set aan op de aanvoerleiding van het collectorcircuit. 6. Monteer de sensorkabel vanuit de boiler in de regelunit op positie S2. 7. Monteer de sensorkabel vanuit de collector in de regelunit op positie S1. 8. Klik het voorste isolatiedeel van de pomp-set op het achterste deel. Versie

32 Montage aan de muur (mogelijk voor alle systemen) 1. Monteer de muurbeugel van de pompset met de bijgeleverde schroeven aan de wand. 2. Schuif het achterdeel van de isolatie van de pompset over de beugel. 3. Sluit de onderzijde van de pompset aan op het koude zonnecircuit van het boilervat. 4. Hang het expansievat aan de muur met bijgeleverde beugel. 5. Sluit de zijaansluiting van de pompset met 15mm leiding aan op het expansie vat. 6. Sluit de bovenste aansluiting van de pompset aan op de aanvoerleiding van het collectorcircuit. 7. Monteer de sensorkabel vanuit het boilervat in de regelunit op positie S2. 8. Monteer de sensorkabel vanuit de collector in de regelunit op positie S1. 9. Klik het voorste deel van de pomp-set op het achterste deel. Versie

33 2. Standaard zonneboiler De standaard zonneboiler is een systeem dat zorgt voor voorverwarming van het tapwater. Indien nodig vindt na-verwarming, doorgaans plaats door middel van een combiketel. 2.1 Werking Het boilervat is verbonden met een collector. Het collectorcircuit is een volledig gescheiden en gesloten circuit, dat onder druk is gevuld met een glycol/water-mengsel. De collectorpomp schakelt met minimaal vermogen in zodra de temperatuur van de collectorsensor 6 C hoger is dan de temperatuur in het boilervat (ΔT>6K:pomp aan). De vloeistof wordt rondgepompt en in de collector opgewarmd. Daarna stroomt de verwarmde vloeistof door de spiraalvormige warmtewisselaar in het boilervat. De warmte wordt door deze wisselaar overgedragen aan het warmtapwater. De solarpomp zal de vloeistof sneller rondpompen indien het temperatuurverschil verder oploopt. De solarpomp zal uitgeschakeld worden als het temperatuurverschil nog maar 4 C betreft (ΔT<4K:pomp uit).indien het tapwater nog niet de gewenste temperatuur heeft bereik, zorgt de aangesloten CV-combiketel voor verdere opwarming van het warmtapwater. Beveiliging tegen oververhitting De maximale temperatuur van het boilervat staat standaard ingesteld op 95 C. Wanneer deze temperatuur bereikt wordt schakelt de solarpomp automatisch uit. De temperatuur kan in dit geval verder oplopen in de collector. Als de temperatuur in de collector verder oploopt zal de vloeistof verdampen en neemt de druk in het systeem toe, hierbij wordt vloeistof in het expansievat gedrukt. Als de temperatuur vervolgens terugloopt, zal de collector zich weer vullen met vloeistof en kan het systeem weer gaan draaien. Vorstbeveiliging De collector en de leidingen van en naar de collector zijn beveiligd tegen vorst doordat dit circuit gevuld is met een glycol/water-mengsel. Versie

34 Schema zonneboilersysteem Collector 9 Vulkraan uit 2 Boilervat 10 Vulkraan in 3 Na-verwarmer (niet meegeleverd) 11 Solarpomp 4 Collector uit 12 Veiligheidsventiel + Manometer 5 Collector in 13 Besturingsregeling 6 Collectorsensor (S1) 14 Inlaatcombinatie (niet meegeleverd) 7 Boilersensor (S2) 15 Mengventiel 8 Expansievat LET OP: Dit is een schematische tekening van de installatie. De daadwerkelijke aansluiting op de afgebeelde ketel kan in praktijk afwijken. Raadpleeg voor het aansluiten van de boiler op de ketel de installatievoorschriften van de ketelfabrikant met inachtneming van de NEN1006 voorschriften. Versie

35 2.2 Leveringsomvang De standaard zonneboiler wordt gebruiksklaar geleverd. Het leveringspakket is als volgt samengesteld: Boiler: - RVS boilervat met één interne RVS warmtewisselaar; - Mengventiel o Thermostatisch mengventiel 15 mm (alleen bij 120 en 200 liter boilervaten); o Instelbaar mengventiel 22 mm (alleen bij 300 en 400 liter boilervaten) - Hardschuimisolatieschaal en PVC mantel; - Temperatuursensor (S2) (alleen bij 120 en 200 liter boilervaten) - Knie 22*1/2 tbv aansluitset (alleen bij 120 en 200 liter boilervaten) Pompset: - Bevestigingsmateriaal pomp-set; - Regelunit met T-regeling; - Modulerende solarpomp; - Temperatuursensor (S1) voor de collector; - Losse temperatuursensor S2 voor het boilervat (alleen bij pompset Groot t.b.v. 300 en 400 liter boilervaten); - Vul en aftapkraan; - Terugslagklep (verwerkt in pompset); - Overstortventiel (6 bar); - Manometer - Aansluitsnoer; - Knie-stuk 22mm man/vrouw Expansievat: - Expansievat 8, 18, 25 of 35 liter met een voordruk van 1,8 bar - Bevestigingsmateriaal expansievat* - Puntstuk 1/2x15mm* * Met uitzondering van het 35 liter expansievat Collectorset: - Afhankelijk van de gekozen zonneboilerset wordt een collectorset meegeleverd voor indak, opdak of platdak. Voor de montage hiervan verwijzen wij naar deel 1 van deze handleiding. Installatievoorschrift: - HRsolar installatiehandleiding (inclusief periodieke onderhoudskaart). Systeeminhoud met HPC-1,6 collector(en) Systeem Aantal Boiler Expansievat Pompset Mengventiel collectoren (l) (l) 120/1, Klein BS 15mm knel 120/3, Klein BS 15mm knel 200/3, Klein BS 15mm knel 200/4, Groot BS 15mm knel 300/6, Groot BS 22mm knel Systeeminhoud met HPC-2,5 collector(en) Systeem Aantal Boiler Expansievat Pompset Mengventiel collectoren (l) (l) 120/2, Klein BS 15mm knel 200/5, Klein BS 15mm knel 300/7, Groot BS 22mm knel 400/ Groot BS 22mm knel Versie

36 2.3 Technische specificaties Pompsets en expansievaten Pompsets Pompset klein Pompset groot Afbeelding Afmetingen (bxdxh) [mm] 160 x 215 x x 200 x 490 Pomp Wilo ST15/4-3 ECO ST15/7-3 ECO Aansluiting boven 15 mm knel 22 mm knel Aansluiting onder 22 mm knel 22 mm knel Overstort collectorcircuit 6 bar 6 bar Maximaal elektrisch vermogen 50 W 100 W Toepassing: 120 liter X 200 liter X* 300 liter X 400 liter X * Bij de 200/4,8 set een pompset Groot geleverd Expansievaten Volume [liter] Afmetingen (dxh) [mm] Aansluiting Voordruk [bar] x 280 3/4 1, x 350 3/4 1, x 392 3/4 1, x 377 3/4 1,8 Versie

37 2.3.2 Enkel spiraal boilervaten Liggende boilers Inhoud l Gewicht kg Max. werkdruk boilervat bar Max. werkdruk spiraal bar Max. temp. boiler C Isolatie Neopor Neopor mm Stilstandsverlies DIN kwh/24h 0,850 1,050 Spiraal Spiraaloppervlakte m² 0,5 1,0 Vermogen volgens DIN 4708 kw Debiet spiraal m³/h 1 1 Drukverlies mbar Liggende boiler 120 liter Liggende boiler 200 liter 1. Koudwater in 2. Naar collector (via pompset) 3. Van collector 4. Warmwater uit 5. Boilersensor (S2) Versie

38 Staande boilers Inhoud l Gewicht kg Max. werkdruk boilervat bar Max. werkdruk spiraal bar Max. temp. boiler C Isolatie EPS EPS EPS EPS mm Stilstandsverlies DIN kwh/24h 1,31 1,75 2,29 2,86 Spiraal Spiraaloppervlakte m² 0,6 1,0 1,3 1,6 Vermogen volgens DIN 4708 kw Debiet spiraal m³/h 2 2 2,5 3 Drukverlies mbar liter 200 liter 1. Koudwater in 2. Van collector 3. Naar collector (via pompset) 4. Warmwater uit 5. Boilersensor (S2) Versie

39 300 liter 400 liter 1. Warmwater uit 2. Van collector 3. Aansluiting voor boilersensor (S2) 4. Naar collector (via pompset) 5. Koudwater in Versie

40 2.4 Aansluiten van de collectorleidingen Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de collector gelden de volgende regels: Alle leidingen tussen boiler en collector dienen uitgevoerd te worden in mm KIWA-gekeurd roodkoper of RVS flexibel geïsoleerd leidingmateriaal (optie). Tijdens normaal bedrijf kunnen de collectorleidingen kortstondig zeer heet worden (>120 C). De collectorleidingen dienen zorgvuldig geïsoleerd te worden met UV- en hittebestendig isolatiemateriaal (RVS flexibel leidingmateriaal is reeds voorzien van UV- en hittebestendig isolatiemateriaal). HRsolar heeft verschillende voorgeïsoleerde flexibele RVS slangen in haar assortiment. De 10 en 15 meter slangen zijn bedoeld voor het direct aansluiten van de collectoren op het boilervat. Aan weerskanten zit een collectorkoppeling. Als de slang doormidden wordt gesneden (met een pijpsnijder), kan deze met een aansluitset (los verkrijgbaar) op het boilervat worden aangesloten. 2.5 Aansluiten van de sanitaire leidingen De CV-combiketel met warmwatervoorziening moet geschikt zijn voor het aansluiten van de HRsolar zonneboiler. Het NZ-keur geeft aan dat een ketel geschikt is voor het naverwarmen van een zonneboiler. Indien het NZ-keur niet aanwezig is, adviseren wij navraag te doen bij de fabrikant van de ketel. Indien de ketel wel is voorzien van NZ-keur adviseren wij tevens navraag te doen bij de fabrikant van de ketel of er extra maatregelen of benodigdheden nodig zijn. Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving. De koudwaterleiding naar de zonneboiler en naar de CV-combiketel moet voorzien zijn van een inlaatcombinatie (8 bar). In de koudwaterleiding mag na de inlaatcombinatie geen kraan of afsluiter gemonteerd worden, omdat bij gesloten kraan of afsluiter de overstort van de inlaatcombinatie niet bereikbaar is voor het uitzettende water. Zorg voor een vrije uitloop van de overstort van de inlaatcombinatie in de sifon naar de riolering. Zie voor het aansluiten van de boiler aan de CVcombiketel het bij de CV-combiketel meegeleverde installatievoorschrift met inachtneming van de NEN1006 voorschriften. De 300 en 400 liter boilervat zijn voorzien van een extra aansluiting aan de zijkant. Deze moet lekvrij afgestopt worden. Monteer bij de 300 en 400 liter de warmwaterleiding 50cm naar beneden om een warmteslot te creëren en isoleer de leiding goed om warmteverliezen te beperken. Versie

41 De temperatuur in het boilervat kan oplopen tot 95 C, de plaatsing van een mengventiel is daarom essentieel! Bij de 120 en 200 liter enkel spiraal boilervaten kan het meegeleverde mengventiel (met vaste instelling van 60 C) direct op het boilervat gemonteerd worden. De vier aansluitingen zijn 15mm knel. Zie onderstaande afbeeldingen. Bij liggende boilervaten is het mengventiel al voor gemonteerd. Bij de 300 en 400 liter boilervaten wordt een 22mm instelbaar mengventiel meegeleverd. 2.6 Elektrische aansluiting Steek de stekker van de pompset niet in de wandcontactdoos voordat het systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp. Voor de werking van het systeem is de juiste plaatsing van de sensoren essentieel! Plaatsing van de sensor in het boilervat Bij het 120 en 200 liter liggende en staande enkel spiraal boilervat zijn de sensoren reeds geplaatst en behoort de sensor alleen nog in de regelunit te worden aangesloten op de positie S2. Bij het 300 en 400 liter boilervat behoort de boilersensor met behulp van een sensorbuis geplaatst te worden in de onderste 1/2 aansluiting in het boilervat. De boilersensor moet in de regelunit op positie S2 worden aangesloten. Plaatsing van de sensor in de collector De temperatuursensor dient te worden gemonteerd in de laatste (warmste) collector aan de uitstroomzijde. Deze sensor moet in de regelunit op S1 aangesloten worden. Voor uitgebreidere instructies zie installatievoorschrift collector in deel 1 van deze handleiding. Voor het plaatsen van de sensoren moet de kruiskopschroef in de regelunit losgedraaid worden waarna de witte kap eruit gekanteld kan worden. Zorg dat de regelunit spanningsloos is bij het aansluiten van de sensoren. S1 (1 / 2) = Collectorsensor S2 (3 / 4) = Boilersensor Pas na het vullen van het systeem, zie hoofdstuk 5, kan de stekker van de pompset in de wandcontactdoos gestoken worden. Versie

42 2.7 Instellingen regelunit Aan de instellingen van de regelunit hoeft niets te gebeuren. Deze staan af fabriek zo ingesteld zodat het systeem optimaal functioneert. Zie hoofdstuk 4.3 voor een beknopte uitleg van de regelunit en de standaard instellingen. Versie

43 3. Hottop en zonnegascombi Naast het standaard zonneboilersysteem voor het voorverwarmen van tapwater zijn er ook tweetal andere systemen; de Hottop waarbij het bovenste gedeelte van het boilervat continue op temperatuur wordt gehouden en de zonnegascombi waarbij het systeem naast tapwater ook een bijdrage levert aan de ruimteverwarming van huis of gebouw. 3.1 Werking Hottop De Hottop is een CV-zonneboiler waarbij het bovenste gedeelte van de zonneboiler op temperatuur wordt gehouden door bijvoorbeeld een solo-ketel. Het boilervat is verbonden met een collector. Het collectorcircuit is een volledig gescheiden gesloten circuit dat onder druk is gevuld met een glycol/water-mengsel. De collectorpomp schakelt met minimaal vermogen in zodra de temperatuur van de collectorsensor 6 C hoger is dan de temperatuur in het boilervat (ΔT>6K:pomp aan). Het water/glycol wordt rondgepompt en in de collector opgewarmd. Daarna stroomt de verwarmde vloeistof door de spiraalvormige warmtewisselaar in het boilervat. De warmte wordt door deze wisselaar overgedragen aan het sanitairwater. De solarpomp zal de vloeistof sneller rondpompen indien het temperatuurverschil verder oploopt. De solarpomp zal uitgeschakeld worden als het temperatuurverschil nog maar 4 C betreft (ΔT<4K:pomp uit). Het bovenste gedeelte van het boilervat wordt op temperatuur gehouden door een solo ketel. De extra benodigdheden hiervoor, zoals bijvoorbeeld een driewegklep en sensoren, dienen zelf aangekocht te worden. Beveiliging tegen oververhitting De maximale temperatuur van het boilervat staat standaard ingesteld op 95 C. Wanneer deze temperatuur bereikt wordt schakelt de solarpomp uit. De temperatuur kan in dit geval verder oplopen in de collector. Als de temperatuur in de collector verder oploopt zal de vloeistof verdampen, hierbij wordt vloeistof in het expansievat gedrukt. Als de temperatuur vervolgens terugloopt, zal de collector zich weer vullen met vloeistof en kan het systeem weer gaan draaien. Vorstbeveiliging De collector en de leidingen van en naar de collector zijn beveiligd tegen vorst doordat dit circuit gevuld is met een glycol/water-mengsel. Versie

44 Schema Hottop zonneboiler Collector 7 Vulkraan in 2 Voorraadvat 8 Expansievat 3 Naverwarmer (niet meegeleverd) 9 Sensor voorraadvat (S2) 4 Collectorsensor (S1) 10 Mengventiel 5 Doorkoppelslang 30 cm 11 Inlaatcombinatie (niet meegeleverd) 6 Pompset 12 Ruimteverwarming (niet meegeleverd) LET OP: Dit is een schematische tekening van de installatie. De daadwerkelijke aansluiting op de afgebeelde ketel kan in praktijk afwijken. Raadpleeg voor het aansluiten van de boiler op de ketel de installatievoorschriften van de ketelfabrikant met inachtneming van de NEN1006 voorschriften. Versie

45 3.2 Werking zonnegascombi De zonnegascombi is een zonneboiler die naast tapwaterverwarming ook gedeeltelijk de ruimteverwarming verzorgt. Het boilervat is verbonden met een collector. Het collectorcircuit is een volledig gescheiden gesloten circuit, dat onder druk is gevuld met een glycol/water-mengsel. De collectorpomp schakelt met minimaal vermogen in zodra de temperatuur van de collectorsensor 6 C hoger is dan de temperatuur in het boilervat (ΔT>6K:pomp aan). Het glycol/water-mengsel wordt rondgepompt en in de collector opgewarmd. Daarna stroomt de verwarmde vloeistof door de spiraalvormige warmtewisselaar in het boilervat. De warmte wordt door deze wisselaar overgedragen aan het sanitairwater. De solarpomp zal de vloeistof sneller rondpompen indien het temperatuurverschil verder oploopt. De solarpomp zal uitgeschakeld worden als het temperatuurverschil nog maar 4 C betreft (ΔT<4K:pomp uit). De aangesloten CV-combiketel zorgt, indien nodig, voor de naverwarming van het warm tapwater. De tweede spiraal in het boilervat wordt gebruikt voor ruimteverwarmingondersteuning. Hiervoor wordt de CV retourtemperatuur gemeten en, indien deze lager is dan de temperatuur bovenin het boilervat, schakelt de driewegklep om en leidt het CV water over het bovenste spiraal. Beveiliging tegen oververhitting De maximale temperatuur van het boilervat staat standaard ingesteld op 95 C. Wanneer deze temperatuur bereikt wordt schakelt de solarpomp uit. De temperatuur kan in dit geval verder oplopen in de collector. Als de temperatuur in de collector verder oploopt zal de vloeistof verdampen, hierbij wordt vloeistof in het expansievat gedrukt. Als de temperatuur vervolgens terugloopt, zal de collector zich weer vullen met vloeistof en kan het systeem weer gaan draaien. Vorstbeveiliging De collector en de leidingen van en naar de collector zijn beveiligd tegen vorst doordat dit circuit gevuld is met een glycol/water-mengsel. Versie

46 Schema zonnegascombi systeem 1 Collector 10 Expansievat 2 Voorraadvat 11 Sensor voorraadvat (S2) 3 Naverwarmer (niet meegeleverd) 12 Sensor voorraadvat boven (S3) 4 Collectorsensor (S1) 13 Sensor CV retour (S4) 5 Doorkoppelslang 30 cm 14 Driewegklep (optioneel) 6 Pompset 15 Inlaatcombinatie (niet meegeleverd) 7 Vulkraan uit 16 Mengventiel 8 Vulkraan in 17 Instelbare veerbelaste terugslagklep (optioneel) 9 Veiligheidsventiel + Manometer 18 Ruimteverwarming (niet meegeleverd) LET OP: Dit is een schematische tekening van de installatie. De daadwerkelijke aansluiting op de afgebeelde ketel kan in praktijk afwijken. Raadpleeg voor het aansluiten van de boiler op de ketel de installatievoorschriften van de ketelfabrikant met inachtneming van de NEN1006 voorschriften. Versie

47 3.3 Leveringsomvang Hottop en zonnegascombi De Hottop en zonnegascombi zonneboiler wordt gebruiksklaar geleverd. Het leveringspakket is als volgt samengesteld: Boiler: - RVS boilervat met twee interne RVS warmtewisselaars; - Mengventiel o Thermostatisch mengventiel 15 mm (alleen bij 200 liter boilervaten); o Instelbaar mengventiel 22 mm (alleen bij 300 en 400 liter boilervaten) - Hardschuimisolatieschaal en PVC mantel; Pompset: - Bevestigingsmateriaal Pompset; - Regelunit met T-regeling en extra relais voor aansturen driewegklep (t.b.v. zonnegascombi); - Modulerende solarpomp; - Temperatuursensor (S1) voor de collector; - Temperatuursensoren (S2 en S3) voor het boilervat; - Temperatuursensor (S4) voor de retour van de CV (t.b.v. zonnegascombi); - Twee vulkranen waarvan één in Pompset verwerkt; - Terugslagklep (verwerkt in Pompset); - Overstortventiel (6 bar); - Aansluitsnoer; Expansievat: - Expansievat 8, 18, 25 of 35 liter met een voordruk van 1,8 bar - Bevestigingsmateriaal expansievat* - Puntstuk 1/2x15mm* * Met uitzondering van 35 liter expansievat Collectorset: - Afhankelijk van de gekozen zonneboilerset wordt een collectorset meegeleverd voor indak, opdak of platdak. Voor de montage hiervan verwijzen wij naar het meegeleverde installatievoorschrift van de HRsolar collector. Installatievoorschrift: - HRsolar installatiehandleiding (inclusief periodieke onderhoudskaart). Systeeminhoud met HPC-1,6 collector(en) Systeem Aantal Boiler Expansievat Pompset Mengventiel collectoren (l) (l) 200D/4, Groot BS+ 15mm knel 300D/6, Groot BS+ 22mm knel Systeeminhoud met HPC-2,5 collector(en) Systeem Aantal Boiler Expansievat Pompset Mengventiel collectoren (l) (l) 200D/5, Klein BS+ 15mm knel 300D/7, Groot BS+ 22mm knel 300D/10, Groot BS+ 22mm knel 400D/10, Groot BS+ 22mm knel Versie

48 3.4 Technische specificaties Pompsets en expansievaten Pompsets Pompset klein BS+ Pompset groot BS+ Afbeelding Afmetingen (bxdxh) [mm] 160 x 215 x x 200 x 490 Pomp Wilo ST15/4-3 ECO ST15/7-3 ECO Aansluiting boven 15 mm knel 22 mm knel Aansluiting onder 22 mm knel 22 mm knel Overstort collectorcircuit 6 bar 6 bar Maximaal elektrisch vermogen 50 W 100 W Toepassing: 200 liter X* 300 liter X 400 liter X *Bij de 200D/4,8 set wordt een Pompset groot geleverd Expansievaten Volume [liter] Afmetingen (dxh) [mm] Aansluiting Voordruk [bar] x 350 3/4 1, x 392 3/4 1, x 377 3/4 1,8 Versie

49 3.4.2 Dubbelspiraal boilervaten (hottop en zonnegascombi) Inhoud l Gewicht kg Max. werkdruk boiler bar Max. werkdruk spiraal bar Max. temperatuur boiler C Isolatie EPS EPS EPS mm Stilstandsverlies DIN kwh/24h 2,11 2,29 2,86 Onderste spiraal (Collectoren) Spiraaloppervlakte m² 0,9 1,3 1,6 Vermogen volgens DIN 4708 kw Warmwaterprestatie C l/h Debiet spiraal m³/h 2 2,5 3 Drukverlies mbar Bovenste spiraal (Solo ketel) Spiraaloppervlakte m² 0,5 0,9 0,9 Vermogen volgens DIN 4708 kw Warmwaterprestatie C l/h Debiet spiraal m³/h 2 2,5 3 Drukverlies mbar liter dubbel Z R3/4 R3/4 3/4 3/4 Versie

50 300 liter dubbel Z 400 liter dubbel Z R1 R1 R1 Nr. Hottop systeem Nr. Zonnegascombi 1. Warmwater uit 1. Warmwater uit 2. Van Soloketel 2. Ruimteverwarming naar naverwarmer 3. Positie sensor soloketel 3. Sensor voorraadvat boven S3 4 Naar soloketel 4. Van ruimteverwarming (via driewegklep) 5. Van collector 5. Van collector 6. Boilersensor S2 6. Boilersensor S2 7. Koudwater in 7. Koudwater in 8. Naar collector (via pompset) 8. Naar collector (via pompset) Versie

51 3.5 Aansluiten van de collectorleidingen Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de collector gelden de volgende regels: Alle leidingen tussen boiler en collector dienen uitgevoerd te worden in mm KIWA-gekeurd roodkoper of RVS flexibel geïsoleerd leidingmateriaal (optie). Tijdens normaal bedrijf kunnen de collectorleidingen kortstondig zeer heet worden (>120 C). De collectorleidingen dienen zorgvuldig geïsoleerd te worden met UV- en hittebestendig isolatiemateriaal (RVS flexibel leidingmateriaal is reeds voorzien van UV- en hittebestendig isolatiemateriaal). HRsolar heeft verschillende voorgeïsoleerde flexibele RVS slangen in haar assortiment. De 10 en 15 meter slangen zijn bedoeld voor het direct aansluiten van de collectoren op het boilervat. Aan weerskanten zit een collectorkoppeling. Als de slang door midden wordt gesneden (met een pijpsnijder) kan deze met een aansluitset (los verkrijgbaar) op het boilervat worden aangesloten. 3.6 Aansluiten van de CV-leidingen Hottop en zonnegascombi Voor de CV-leidingen adviseert HRsolar 22mm. De aansluitingen voor de CV-spiraal zijn ¾ (200 ltr.) of 1 (300 en 400 ltr.). Monteer de CVleidingen 50cm naar beneden om een warmteslot te creëren en isoleer de leidingen goed om warmteverliezen te beperken (zie figuur hiernaast). De Hottop wordt geleverd zonder driewegklep. Zie voor de Hottop verder de meegeleverde instructies bij de driewegklep en het installatievoorschrift van de soloketel. 3.7 Aansluiten driewegklep zonnegascombi Watertechnische aansluitingen driewegklep Aansluiting driewegklep A B AB Aansluiten op Ketel Voorraadvat Retour CV Elektrische aansluitingen driewegklep Kleur draad Bruin 20 Blauw 15 Zwart 16 Stekker positie regelunit Indien gewenst kan de positie van A en B verwisseld worden door de motor los te halen, de twee montageschroeven te verplaatsen, de motor 90 graden te draaien en weer vast te klikken. In de regelunit hoort arrangement nr. 9 ingesteld te worden, zie hiervoor hoofdstuk 4.3. Versie

52 3.8 Aansluiten van de sanitaire leidingen De CV-combiketel met warmwatervoorziening moet geschikt zijn voor het aansluiten van de HRsolar zonneboiler. Het NZ-keur geeft aan dat een ketel geschikt is voor het naverwarmen van een zonneboiler. Indien het NZ-keur niet aanwezig is, adviseren wij navraag te doen bij de fabrikant van de ketel. Indien de ketel wel is voorzien van NZ-keur adviseren wij tevens navraag te doen bij de fabrikant van de ketel of er extra maatregelen of benodigdheden nodig zijn. Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving. De CV-combiketel met warmwatervoorziening moet geschikt zijn voor het aansluiten van de zonneboilercombi. De koudwaterleiding naar de zonneboiler en CV-combiketel moet voorzien zijn van een inlaatcombinatie (6, 8 of 10 bar al naar gelang de voorschriften). In de koudwaterleiding mag na de inlaatcombinatie geen kraan of afsluiter gemonteerd worden, omdat bij gesloten kraan of afsluiter de overstort van de inlaatcombinatie niet bereikbaar is voor het uitzettende water. Zorg voor een vrije uitloop van de overstort van de inlaatcombinatie in de sifon naar de riolering. Sluit de warmwaterleiding samen met het thermostatisch mengventiel aan volgens de huidige regelgeving. De temperatuur in het boilervat kan oplopen tot 95 C, de plaatsing van een mengventiel is daarom essentieel! Bij de 200l is een 15mm mengventiel bijgeleverd, bij de 300l en de 400l een 22mm mengventiel. Monteer de warmwaterleiding 50cm naar beneden om een warmteslot te creëren en isoleer de leiding goed om warmteverliezen te beperken. Het 300 en 400 liter boilervat zijn voorzien van een extra aansluiting aan de zijkant. Deze moet lekvrij afgestopt worden. 3.9 Elektrische aansluiting Steek de stekker van de pompset niet in de wandcontactdoos voordat het systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp. Voor de werking van het systeem is de juiste plaatsing van de sensoren essentieel! Plaatsing van de sensor in het boilervat Bij het boilervat behoort de boilersensor met behulp van een sensorbuis geplaatst te worden in de onderste 1/2 aansluiting in het boilervat. De boilersensor moet in de regelunit op positie S2 worden aangesloten. Plaatsing sensor Hottop In de bovenzijde van de boilervaten is een 1/2 aansluiting beschikbaar waarin een voelerbuis en sensor geplaatst kan worden voor de soloketel. Plaatsing sensoren zonnegascombi In de bovenzijde van de boilervaten is een 1/2 aansluiting beschikbaar waarin de meegeleverde voelerbuis en sensor geplaatst kan worden. Deze sensor moet worden aangesloten op S3 van de regelunit. Versie

53 Voor het meten van retourtemperatuur van de CV moet de meegeleverde sensor op de retourleiding vóór de driewegklep worden geplaatst. Deze sensor moet in de regelunit op S4 aangesloten worden. Plaatsing van de sensor in de collector De temperatuursensor dient te worden gemonteerd in de laatste (warmste) collector aan de uitstroomzijde. Voor uitgebreidere instructies zie installatievoorschrift van de collectoren in deel 1 van deze handleiding. Voor het plaatsen van de sensoren moet de kruiskopschroef in de regelunit losgedraaid worden waarna de witte kap eruit gekanteld kan worden Zorg dat de regelunit spanningsloos is bij het monteren van de sensoren. Pas na het vullen van het systeem, zie hoofdstuk 9, kan de stekker van de pompset in de wandcontactdoos gestoken worden Instellingen regelunit Hottop Aan de instellingen van de regelunit hoeft niets te gebeuren. Deze staan af fabriek zo ingesteld zodat het systeem optimaal functioneert Instellingen regelunit zonnegascombi De regelunit geleverd bij de zonnegascombi kan ook de driewegklep aansturen die in de retourleiding van de CV gemonteerd moet worden. Hieronder staat omschreven hoe de regelunit ingesteld moet worden. Het instellen van het juiste installatieschema doet u op de volgende wijze: Houd de bovenste knop drie seconden ingedrukt zodat de instellingen worden geopend. Stap door het menu met de bovenste en onderste toets naar het instelkanaal Arr. Druk op de middelste knop en kies met de bovenste en onderste knop het juiste arrangement (installatieschema). Druk de middelste toets in om te bevestigen. Arr 1: Standaardsysteem voor verwarming met zonne-energie. Deze staat standaard ingesteld. Arr 9: Systeem voor verwarming met zonne-energie met verhoging van de teruglooptemperatuur (de zonnegascombi). Voor de zonnegascombi moet installatieschema 9 worden geselecteerd. Versie

54 4. Pompset De pompset is er voor het tot stand brengen van circulatie in het collectorcircuit en het zo maximaal mogelijk overbrengen van de zonnewarmte in het boilervat Deze pompset bestaat uit een modulerende solarpomp, een elektronische regelunit, een vulkraan, overstortventiel, terugslagklep en manometer. 4.1 Werking De solarpomp in de pompset wordt modulerend aangestuurd door de elektronische regelunit waarop de sensor van de collector en van het boilervat zijn aangesloten. Vanaf een temperatuurverschil tussen de collector en het boilervat van 6 C wordt de solarpomp modulerend aangestuurd. Des te groter het temperatuurverschil, des te meer vloeistof er wordt rondgepompt. Indien het temperatuurverschil kleiner dan 4 C is of het boilervat zijn maximum temperatuur van 95 C bereikt heeft, zal de solarpomp uitgeschakeld worden. 1 2 Omdat de zonneboiler volgens het drukprincipe werkt heeft de pompset een aansluiting voor een expansievat en daarnaast een overstortventiel als veiligheid Kraan vullen in; (perszijde vulpomp) 2. Naar collector 3. Kraan vullen uit; (retour vulpomp) 4. Van onderste aansluiting boilerspiraal Elektrische aansluitingen De installatie moet blijven voldoen aan: - NL: Voorschriften voor elektrische apparaten NEN 1010; - B: De voorschriften van het Algemene Reglement voor de Elektrische Installaties (A.R.E.I.); - Plaatselijk geldende voorschriften; - Het toestel moet worden aangesloten op een geaarde wandcontactdoos. Deze moet zichtbaar en binnen handbereik geplaatst zijn. Het toestel voldoet aan de volgende voorschriften: - Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC - EMC richtlijn 2004/108/EC Verder gelden de volgende algemene voorschriften: - De bedrading van het toestel moet volgens de huidige regelgeving worden aangebracht; - Alle aansluitingen moeten in de regeleenheid gemaakt worden. Steek de stekker van de pompset niet in de wandcontactdoos voordat het systeem gevuld is. Dit ter voorkoming van drooglopen van de pomp. Versie

55 4.3 Beknopte uitleg regelunit De bediening van de regelunit op de pompset vindt plaats door middel van drie druktoetsen. Met behulp van de bovenste en onderste toets kan door het menu gescrold worden. Hierin zijn de volgende waarden zichtbaar: Aanduiding Betekenis COL Collectortemperatuur TST Boilertemperatuur onderin n% Pompsnelheid hp Bedrijfsurenteller Als toets 1 voor minimaal drie seconden wordt ingedrukt, dan worden de instellingen zichtbaar. Door voorwaarts in het menu te navigeren (toets 1) kunt u alle instellingen zien. Een instelling aanpassen kan gebeuren door de SET-toets in te drukken (toets 3), met toets 1 en 2 de waarde aan te passen en vervolgens met de SET-toets te bevestigen. Tijdens de installatie van de zonneboiler is alleen de instelling HND1 benodigd, zie hoofdstuk 9.2. Bij de standaard en hottop systemen staan alle instellingen bij levering juist. De regelunit voor de zonnegascombi heeft meer instellingen dan hieronder omschreven. Aanduiding Betekenis Standaard DT O Aanschakeltemperatuurverschil 6.0 K DT F Uitschakeltemperatuurverschil 4.0 K DT S Bij het bereiken van DT S, stijgt de pompsnelheid met 10% 10.0 K RIS Bij een stijging van het temperatuurverschil met 2 K boven DT S, stijgt de pompsnelheid elke keer met 10% 2.0 K SMX Maximale opslagtemperatuur; na het bereiken van deze temperatuur gaat het laden vertraagd door tot max. 95 C 80 C EM Veiligheiduitschakeling collector; boven deze temperatuur schakelt de solarpomp uit 140 C OCX Optie systeem koeling na het bereiken van SMX gaat het laden vertraagd door tot max. 95 C ON CMX Maximale collectortemperatuur, solarpomp gaat pompen bij deze temp. Indien boilertemp. tussen SMX en 95 C is. 105 C OCN Minimale collectortemperatuur functie; antivriesfunctie OFF CMN Minimale collectortemperatuur waarbij de pomp aanslaat C OCF Antivries instelling OFF CFR Pomp slaat aan als COL beneden deze waarde komt. 4 C OREC Afkoelfunctie boiler tot SMX OFF OTC Buiscollector functie OFF OHQM Warmtehoeveelheid indicatie (extra sensoren benodigd!) OFF FMAX Maximale flow in het collectorcircuit in liter/minuut 6.0 MEDT Antivries; 0=geen, 1=Glycol, 2=ethyleen, 4=Glycol HT 1 MED% Antivriesconcentraat in procenten 45 kwh Opgewekte energie in kwh of MWh kwh nmn Minimale pompsnelheid in procenten 30 HND1 Aansturing pomp; aan, automatisch of uit Auto Lang Menutaal (Duits, Engels, Italiaans en Frans beschikbaar) En(gels) *In het grijs de instellingen die niet standaard zichtbaar zijn. De volledige handleiding van de regelunit kunt u downloaden van onze website. Versie

56 5. Vullen en ontluchten van de zonneboiler Vul de volgende onderdelen van de installatie in volgorde: 1. sanitairzijdig (boilervat) 2. collectorcircuit 5.1 Vullen en ontluchten sanitairzijdig Gebruik uitsluitend sanitairwater van het waterleidingbedrijf voor het vullen. Het vullen en ontluchten gaat als volgt: 1. open in de installatie een warmwaterkraan; 2. open de hoofdtoevoer van het koudwater; 3. open de stopkraan van de inlaatcombinatie; 4. vul de boiler totdat er water uit de geopende warmwaterkraan komt. Controleer alle aansluitingen, het inspectieluik in de boiler en de dompelbuis (indien aanwezig) op lekdichtheid. Laat het water nog enkele minuten stromen om ervoor te zorgen dat de boiler en leidingen volledig gespoeld en ontlucht zijn. Sluit dan de warmwaterkraan. 5.2 Vullen en spoelen collectorzijdig Voor het op een juiste wijze vullen van het collectorcircuit is een vulpompkar benodigd! (Optioneel leverbaar, bestelnummer: 81080) 1. Vul de vulpompkar met het door HRsolar geleverde glycol. Indien u Tyfocor LS gebruikt: mengverhouding 1 kan glycol met 1,5 deel water. Indien u Antifrogen SOL HT Readymix gebruikt, is deze kant-en-klaar 2. Sluit de retourslang van de vulpompkar aan op de vulkraan van de pompset met de vermelding Vullen Uit. Sluit de perszijde aan op de bovenste vulkraan van de pompset. Zie de afbeelding bij hoofdstuk 4.1 voor de aansluitingen 3. Open de kranen en laat de vulpomp voor vijf minuten rondpompen. Stop de vulpomp en wacht tot al het vloeistof teruggelopen is in de vulpompkar. 4. Start nogmaals de vulpomp voor vijf minuten. 5. Laat de systeemdruk meerdere keren oplopen tot 3 bar door het sluiten van de retour vulkraan. 6. Sluit de vulkranen en zorg dat het systeem op een druk van 2 bar staat. 7. Steek de stekker van de pompset in het stopcontact en zet de pomp op handmatig, zoals hieronder beschreven. Druk op de bovenste toets van de regelunit totdat de laatste waarde bereikt is. Houd nu de bovenste toets ingedrukt totdat er nieuwe waardes zichtbaar worden. Druk meerdere keren op de bovenste toets totdat HND1 zichtbaar wordt. Druk op de middelste toets, eenmaal op de bovenste zodat Auto veranderd in On. De pomp draait nu 100%. Luister of er eventueel nog lucht in het systeem zit en herhaal indien nodig stap 3 t/m Zet na enkele minuten HND1 weer op Auto. Vullen en ontluchten CV-zijdig (alleen Hottop). Volg de instructies in het installatievoorschrift van de CV-ketel. Versie

57 6. Inbedrijfname Indien het boilervat en het collectorcircuit zijn gevuld en ontlucht, is de zonneboiler klaar voor gebruik. Zorg dat de stekker van de pompset in de wandcontactdoos zit en loop de checklist na (hoofdstuk 10). 7. Buiten bedrijf stellen In sommige situaties kan het voorkomen dat de installatie buiten bedrijf moet worden gesteld. Trek de stekker uit de wandcontactdoos. De installatie is nu buiten bedrijf. Als er sprake is van vorstgevaar, bij het boilervat, is het raadzaam de gehele tapwaterinstallatie af te tappen. Als de collectoren worden ontkoppeld, zorg er dan voor dat elke collector is afgedekt en de temperatuur van de vloeistof onder de 40 C is. 8. Onderhoud en garantie Voor een goede werking van het zonneboilersysteem is inspectie door een erkende installateur benodigd. De druk van het collectorsysteem en expansievat en de beschermingsgraad van het glycol/watermengsel moet één maal per twee jaar gecontroleerd worden. Daarnaast adviseren wij om het systeem preventief eens per vier jaar volledig te spoelen en de glycol te vervangen. Voor het spoelen en luchtvrij vullen van het systeem is een vulpompkar benodigd. (Optioneel leverbaar, bestelnummer: 81080) Antivrieswaarde van het Glycol De beschermingsgraad van het glycol kan gemeten worden met een refractometer (Optioneel leverbaar, bestelnummer: 80120). Plaats hiervoor een druppel van het mengsel op de glazen plaat. Sluit het kapje en kijk door het venster naar de propyleen schaal. Tot 1 september 2013 leverde HRsolar standaard Tyfocor LS glycol die gemengd moest worden met water. Vanaf 1 september 2013 levert HRsolar standaard Antifrogen HT SOL Ready-mix die kant en klaar is gemengd. De waardes, te meten met refractometer voor beide type glycolen, moeten minimaal de volgende waardes zijn: Type Glycol Temp. lager dan Tyfocor LS C Antifrogen HT SOL C * Is de antivrieswaarde temperatuur hoger dan in bovenstaande tabel dient de installatie te worden voorzien van nieuwe glycol. Indien een installatie is voorzien van Tyfocor LS, (of ander type glycol) en gevuld wordt met Antifrogen SOL HT Ready-mix, dient het collectorcircuit eerst volledig geleegd te worden. Gebruik perslucht om het systeem leeg te blazen. Versie

58 Antifrogen HT SOL Tyfocor LS * Let op: de waarde van het Antifrogen van minimaal -50 C op de propyleen schaal is niet de daadwerkelijke antivrieswaarde. De meetschaal voor Antifrogen is anders dan van Tyfocor. De waarde van - 50 C op deze schaal is 23,0 C in werkelijkheid voor het Antifrogen. Schade aan het systeem als gevolg van bevriezing valt niet onder de garantie. PH-waarde van het Glycol De ph-waarde van de collectorvloeistof moet minimaal 7 zijn. Deze kan gemeten worden met standaard verkrijgbare ph-test strookjes die verkleuren bij aanraking met de vloeistof (Optioneel leverbaar, bestelnummer: 84008). Het glycol dient vervangen te worden indien de waarde lager is dan 7. Ook hier geldt dat Indien een installatie is voorzien van Tyfocor LS, (of ander type glycol) en gevuld wordt met Antifrogen SOL HT Ready-mix, het collectorcircuit eerst volledig geleegd dient te worden. Gebruik perslucht om het systeem leeg te blazen. Druk in het zonnecollectorsysteem De druk in het gesloten zonnecollectorcircuit moet minimaal 2 bar zijn. De druk is af te lezen op de manometer van de pompset. Indien de druk lager is dient lekkage in het systeem uitgesloten te worden en de systeemdruk met behulp van een vulpompkar en glycol weer op de juiste druk te worden gebracht. Druk van het expansievat De voordruk van het expansievat mag maximaal 0,5 Bar verschildruk hebben met de systeemdruk. Standaard worden de expansievaten met een voordruk van 1,8 Bar geleverd. Let op: er mogen alleen expansievaten worden toegepast geschikt voor zonneboilersystemen. Versie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding Installatiehandleiding Indak-montage Opdak-montage Plat dak montage Inhoudsopgave Installatievoorschrift... 4 Specifieke aandachtspunten... 5 Indak-montage... 7 Beschrijving montageset... 7 Afmetingen

Nadere informatie

In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen:

In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen: 1 Voorwoord HRsolar levert, als Nederlandse fabrikant van de gelijknamige serie zonneboilers, complete universeel toepasbare zonneboilers met bewezen de hoogste opbrengst in Nederland. De meest toegepaste

Nadere informatie

Installatievoorschrift U wordt puntsgewijs geattendeerd op belangrijke zaken die u voorafgaand aan de montage moet weten.

Installatievoorschrift U wordt puntsgewijs geattendeerd op belangrijke zaken die u voorafgaand aan de montage moet weten. Voorwoord HRsolar levert, als Nederlandse fabrikant van de gelijknamige serie zonneboilers, complete universeel toepasbare zonneboilers. De meest toegepaste systemen zijn de Hrs120/2,5AR en de Hrs200/5,0AR.

Nadere informatie

SolarCollector II. Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n

SolarCollector II. Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n SolarCollector II 8X.51.64.08 / 01.16 Wijzigingen voorbehouden. Änderungen und Irrtümer vorbehalten. Sous réserve

Nadere informatie

Installatiehandleiding plaatsen van twee zonnecollectoren op een schuindak

Installatiehandleiding plaatsen van twee zonnecollectoren op een schuindak Installatiehandleiding plaatsen van twee zonnecollectoren op een schuindak 1) Neem de arbo-voorschriften in acht, plaats bij voorkeur een in hoogte verstelbare steiger met valbeveiliging op de werkruimte.

Nadere informatie

Zonneboilers. 8A.51.73.00/10.12 Wijzigingen voorbehouden.

Zonneboilers. 8A.51.73.00/10.12 Wijzigingen voorbehouden. I n s t a l l a t i e v o o r s c h r i f t Zonneboilers 8A.51.73.00/10.12 Wijzigingen voorbehouden. Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 2 Regelgeving... 4 3 Plaatsing collectoren... 5 4 Plaatsing zonneboiler...

Nadere informatie

Handleiding. Zonnegascombi V2. Zonneboiler uitbreidingsset ten behoeve van ondersteuning ruimteverwarming. Versie 1.00

Handleiding. Zonnegascombi V2. Zonneboiler uitbreidingsset ten behoeve van ondersteuning ruimteverwarming. Versie 1.00 Handleiding Zonnegascombi V2 Zonneboiler uitbreidingsset ten behoeve van ondersteuning ruimteverwarming Versie 1.00 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1) Omschrijving... 3 2) Algemene werking... 3 3) Regelgeving...

Nadere informatie

In de complete zonneboilersets zitten 30 cm flexibele doorkoppel slangen voorzien van HT isolatie

In de complete zonneboilersets zitten 30 cm flexibele doorkoppel slangen voorzien van HT isolatie Zonzijdig Hoeveel collectoren mogen er in serie? Er mogen maximaal 4 collectoren in serie. Zitten er door koppel slangetjes voor de collectoren in de set? In de complete zonneboilersets zitten 30 cm flexibele

Nadere informatie

ATAG SolarCollector II 1,6m 2 en 2,5m 2

ATAG SolarCollector II 1,6m 2 en 2,5m 2 ATAG Collector II 1,m 2 en 2,5m 2 Omschrijving Collector van 1,m 2 en 2,5m 2 voor alle thermische energie toepassingen. Collectorformaat van de 1,m 2 collector is gelijk aan de meest toegepaste PV-panelen

Nadere informatie

Versie november 11 2

Versie november 11 2 Versie november 11 2 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Regelgeving... 4 3 Werking... 6 4 Plaatsing collectoren... 7 5 Plaatsing boiler... 9 6 Standaard zonneboiler... 11 7 Hottop & Zonnegascombi... 14 8 Pompset...

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. 8X /05.12 Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikshandleiding. 8X /05.12 Wijzigingen voorbehouden. Gebruikshandleiding 8X.52.71.01/05.12 Wijzigingen voorbehouden. Inhoud 1 EcoNorm II en CBSolar II... 3 2 CBHotTop... 4 3 Zonneboilercombi... 5 4 Uitlezing regelunit... 6 5 Vraag & antwoord... 6 Versie

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. Zonneboilers. 8X.52.71.01/09.12 Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikshandleiding. Zonneboilers. 8X.52.71.01/09.12 Wijzigingen voorbehouden. Gebruikshandleiding Zonneboilers 8X.52.71.01/09.12 Wijzigingen voorbehouden. Inhoud Inhoud... 2 1 EcoNorm II en CBSolar II... 3 2 CBHotTop... 4 3 Uitlezing regelunit (onderdeel van het SolarStation)...

Nadere informatie

Specificaties. Nero collector

Specificaties. Nero collector Specificaties Nero collector 2. Nero collector 2.1 Technische specificaties Technische specificaties Afmetingen Materialen Werkingswaarden Solar Keymark Data t.b.v. Ecodesign Lengte 1640 mm Breedte 990

Nadere informatie

In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen:

In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen: 1 Voorwoord HRsolar levert, als Nederlandse fabrikant van de gelijknamige serie zonneboilers, complete universeel toepasbare zonneboilers met bewezen de hoogste opbrengst in Nederland. De meest toegepaste

Nadere informatie

ATAG cv-zonneboiler CBHotTop

ATAG cv-zonneboiler CBHotTop ATAG cv-zonneboiler CBHotTop Omschrijving Een ATAG cv-zonneboiler functioneert in combinatie met een Solo-ketel. Kenmerk van de cv-zonneboiler is de aanwezigheid van 2 boilerspiralen, waarvan de onderste

Nadere informatie

SERVICE HANDBOEK DUURZAME ENERGIE. Installatievoorschrift collectoren en terugloopvat

SERVICE HANDBOEK DUURZAME ENERGIE. Installatievoorschrift collectoren en terugloopvat SERVICE HANDBOEK DUURZAME ENERGIE Installatievoorschrift collectoren en terugloopvat Inhoudsopgave 1. INBOUW ZONNECOLLECTOR IN PANNENDAK PAG. 4 1.1 TYPEN INBOUW ZONNECOLLECTOREN MET GOTENSETS 4 1.2 POSITIE

Nadere informatie

Nefit Economy cv-boilers

Nefit Economy cv-boilers Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant

Nadere informatie

LET OP MONTAGE VOORSCHRIFT. StarMaster HR. Verpakking is tevens boormal. COLLECTOR met STRALINGSSENSOR AAN DE INSTALLATEUR

LET OP MONTAGE VOORSCHRIFT. StarMaster HR. Verpakking is tevens boormal. COLLECTOR met STRALINGSSENSOR AAN DE INSTALLATEUR LET OP Verpakking is tevens boormal MONTAGE VOORSCHRIFT StarMaster HR COLLECTOR met STRALINGSSENSOR AAN DE INSTALLATEUR BEWAAR DIT DIT MONTAGEVOORSCHRIFT INSTALLATIEVOORSCHRIFT GOED DE GOED BUURT IN DE

Nadere informatie

In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen:

In deze handleiding wordt stapsgewijs de installatie van het complete zonneboilersysteem beschreven. De handleiding is opgebouwd uit twee delen: 1 Voorwoord HRsolar levert, als Nederlandse fabrikant van de gelijknamige serie zonneboilers, complete universeel toepasbare zonneboilers met bewezen de hoogste opbrengst in Nederland. In deze handleiding

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Versie: 20150121

Inhoudsopgave. Versie: 20150121 Inhoudsopgave Garantie & leveringsvoorwaarden HRsolar B.V. 2 Complete zonneboilersets met HPC-1,6 collector 4 Standaard zonneboiler t.b.v. tapwater verwarming... 4 Zonneboilers voor tapwater met een extra

Nadere informatie

Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding 6 720 616 018 (2008/03)

Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding 6 720 616 018 (2008/03) osch solar Pakket nl Montage- en Gebruikershandleiding 2 NL Voorwoord In deze installatie-instructie wordt de installatie, ingebruikstelling en het onderhoud van het hele systeem beschreven. De installatie

Nadere informatie

Handleiding. Uitbreidingsset S.M.A.R.T.

Handleiding. Uitbreidingsset S.M.A.R.T. Handleiding Uitbreidingsset S.M.A.R.T. Inhoud 1. Regelgeving... 4 2. Omschrijving... 5 3. Algemene werking... 5 4. Leveringsomvang... 6 5. Technische specificaties... 6 6. Installatie... 7 6.1 Hydraulisch

Nadere informatie

ZONNEBOILER INSTALLATIE - INSTRUCTIE. voor een collector gemonteerd op panlatten.

ZONNEBOILER INSTALLATIE - INSTRUCTIE. voor een collector gemonteerd op panlatten. ZONNEBOILER INSTALLATIE - INSTRUCTIE. voor een gemonteerd op panlatten. Leverancier van alternatieve oplossingen voor water, warmte comfort en stroom Tel: 058-288 47 39 / Fax 058-288 92 98 PLAATSING VAN

Nadere informatie

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product-

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product- Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren product- 2 De zonneboilers van Itho Daalderop Itho Daalderop heeft twee verschillende soorten zonneboilers; de Solior en de Voorverwarmer. De Solior is een

Nadere informatie

S OLARL INE VOOR DE ZAKELIJKE MARKT. Nefit houdt Nederland warm S OLARL INE Z ONNE- ENERGIEOPLOSSINGEN

S OLARL INE VOOR DE ZAKELIJKE MARKT. Nefit houdt Nederland warm S OLARL INE Z ONNE- ENERGIEOPLOSSINGEN S OLARL INE VOOR DE ZAKELIJKE MARKT Nefit houdt Nederland warm S OLARL INE Z ONNE- ENERGIEOPLOSSINGEN Duurzame systeemoplos Het Nefit SolarLine-systeem is dé verwarmings- en warmwatervoorziening waarmee

Nadere informatie

Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n

Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n EcoNorm II CBSolar II CBHotTop 8X.51.73.04 / 09.15 Wijzigingen voorbehouden. Änderungen und Irrtümer vorbehalten.

Nadere informatie

Installatiehandleiding Easy Roof Evolution. Formaat L-1 (1676 x 1001 portrait)

Installatiehandleiding Easy Roof Evolution. Formaat L-1 (1676 x 1001 portrait) Installatiehandleiding Easy Roof Evolution Formaat L-1 (1676 x 1001 portrait) 1. Voorbereiding Stel de bovenkant van de schroeven van de eindklem in op dezelfde hoogte als de bovenkant van de pv module.

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Pannendak montage SUNKIT ZONNESTROOMSYSTEEM VOOR MONTAGE OP PANNENDAK SUNKIT. Zonnestroomsysteem

Installatiehandleiding. Pannendak montage SUNKIT ZONNESTROOMSYSTEEM VOOR MONTAGE OP PANNENDAK SUNKIT. Zonnestroomsysteem Pannendak montage SUNKIT Zonnestroomsysteem Administrator 7-10-2008 15:18 1/5 Algemeen Deze handleiding begeleidt u stap voor stap bij de montage van het SUNKIT zonneenergiesysteem. Lees voordat u begint

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. kolom

Gebruikershandleiding. kolom NL NL Gebruikershandleiding ValkBox 1 First set - voor het eerste paneel in een rij/ kolom ValkBox Next set - voor elk volgend paneel in een rij/kolom Gefeliciteerd met de aanschaf van het ValkBox montagesysteem.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. kolom

Gebruikershandleiding. kolom NL NL Gebruikershandleiding ValkBox First set - voor het eerste paneel in een rij/ kolom ValkBox Next set - voor elk volgend paneel in een rij/kolom Gefeliciteerd met de aanschaf van het ValkBox montagesysteem.

Nadere informatie

Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen

Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen Montagevoorschrift Met het universele indak bevestigingssysteem van Ubbink, kan men alle soorten zonnepanelen tussen de dakpannen aanbrengen. Het systeem

Nadere informatie

SolarCollector II. Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n

SolarCollector II. Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n Installatievoorschrift Montageanleitung I n s t r u c t i o n s d i n s t a l l a t i o n SolarCollector II 8X.51.64.10 / 01.19 Wijzigingen voorbehouden. Änderungen und Irrtümer vorbehalten. Sous réserve

Nadere informatie

2. Onderhoud en garantie

2. Onderhoud en garantie 2. Onderhoud en garantie Voor een goede werking van het zonneboilersysteem is inspectie door een erkende installateur benodigd. De druk van het collectorsysteem en expansievat en de beschermingsgraad van

Nadere informatie

Montage instructie. Flashingkit. Landscape

Montage instructie. Flashingkit. Landscape Montage instructie Flashingkit Portrait Landscape Inhoudsopgave 1. Algemeen... 1 2. Aandachtspunten... 2 3. Montage instructie Flashingkit Portrait... 3 3.1. Inhoud verpakking Flashingkit Portrait... 3

Nadere informatie

1. Onderhoud en garantie

1. Onderhoud en garantie 1. Onderhoud en garantie Voor een goede werking van het zonneboilersysteem is inspectie door een erkende installateur benodigd. De druk van het collectorsysteem en expansievat en de beschermingsgraad van

Nadere informatie

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1 Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1. Algemeen. De basis van het systeem is een 100 liter boiler met daarop gemonteerd een pompunit en een regeling. Deze

Nadere informatie

Triple Solar PVT Paneel

Triple Solar PVT Paneel Triple Solar PVT Paneel Montagehandleiding bij pannendak Onderdelen Triple Solar PVT panelen RVS dakhaken (minimaal 1 dakhaak per meter) Triplex/multiplex planken (ter versteviging van het dakbeschot)

Nadere informatie

Itho voorverwarmer zonneboilers

Itho voorverwarmer zonneboilers Itho voorverwarmer zonneboilers Toepassing De Itho voorverwarmer zonneboiler wordt toegepast om op een uiterst spaarzame manier tapwater te verwarmer op locaties waar warm water direct en royaal beschikbaar

Nadere informatie

TECHNISCHE SPECIFICATIES

TECHNISCHE SPECIFICATIES COLLECTOR HPC-1,6 Indak montage Opdak montage NIEUW! Thermische zonnecollector op formaat PV-paneel HRsolar heeft naast de HPC-2,5 collector ook een collector ontwikkeld op het formaat van een PV-paneel.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Zonnewarmtesystemen

Gebruikershandleiding. Zonnewarmtesystemen Gebruikershandleiding Zonnewarmtesystemen Inhoud 1. Inleiding...4 2. Veiligheid...4 2.1 Arbo-voorschriften... 4 2.2 Op het dak... 4 2.3 Over deze handleiding... 4 3. Productinformatie Ella...5 3.1 Beschrijving...

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING. zonnepanelen op een schuin pannendak

INSTALLATIEHANDLEIDING. zonnepanelen op een schuin pannendak INSTALLATIEHANDLEIDING zonnepanelen op een schuin pannendak Type dak In deze handleiding gaan we uit van een goed bereikbaar pannendak met gebolde pannen. ONDERDELEN De onderdelen die gebruikt worden bij

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING ZONNEPANELEN OP EEN SCHUIN PANNENDAK ALUMINIUM DAKHAAK

INSTALLATIEHANDLEIDING ZONNEPANELEN OP EEN SCHUIN PANNENDAK ALUMINIUM DAKHAAK Tel. +32 (0)11 72 96 50 Fax +32 (0)11 76 79 14 www.allimex.eu INSTALLATIEHANDLEIDING ZONNEPANELEN OP EEN SCHUIN PANNENDAK ALUMINIUM DAKHAAK Type dak In deze handleiding gaan we uit van een goed bereikbaar

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Zonnewarmtesystemen

Installatiehandleiding. Zonnewarmtesystemen Installatiehandleiding Zonnewarmtesystemen Voorwoord V5.0 HRsolar levert, als Nederlandse fabrikant, complete zonnewarmtesystemen met bewezen een van de hoogste opbrengsten van Nederland. In deze handleiding

Nadere informatie

CV module Plus Installatievoorschriften

CV module Plus Installatievoorschriften CV module Plus Installatievoorschriften 2-15 1. BESCHRIJVING... 2 2. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN... 2 2.1 Algemeen... 2 2.2 Montage... 2 2.3 Aansluitschema's... 3 2.4 Tapwaterzijdige aansluiting... 6 2.5

Nadere informatie

Handleiding. Elektrische elementen

Handleiding. Elektrische elementen Handleiding Elektrische elementen Inhoud Inleiding...4 Aandachtspunten bij het toepassen van elektrische elementen...4 1. Type elementen & specificaties...5 1.1 Type elementen... 5 1.2 Algemene specificaties...

Nadere informatie

VII. VII. ZentaSOL. VII-1 Remeha ZentaSOL zonneboilersysteem 120 VII-2 Zonneboiler aansluitsets 123

VII. VII. ZentaSOL. VII-1 Remeha ZentaSOL zonneboilersysteem 120 VII-2 Zonneboiler aansluitsets 123 VII. ZentaSOL VII-1 120 VII-2 s 123 VII Voor aanvullende informatie over producten, diensten en organisatie zie ook onze website: nl.remeha.com VII-1 Boilervat Collector 175,5 113,5 1 3 1060 70 1 37 1960

Nadere informatie

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding Inhoud 1 vanderbeyl boilers, type IGB 4 1.1 Beschrijving 4 1.2 Levering 4 1.3 Technische informatie 4 1.4 Toepassingsmogelijkheden

Nadere informatie

Installatiehandleiding Zonneboiler met vacuümbuizen

Installatiehandleiding Zonneboiler met vacuümbuizen Installatiehandleiding Zonneboiler met vacuümbuizen Inhoud 1. Installatievoorschriften 2. Werking van het systeem 3. Installatie van de vacuümbuizen 4. Aansluiting 5. Onderhoud 6. Inregelen systeem 7.

Nadere informatie

Installatievoorschrift. ATAG Comfort Boilers. 8A.51.23.09/09.11 Wijzigingen voorbehouden.

Installatievoorschrift. ATAG Comfort Boilers. 8A.51.23.09/09.11 Wijzigingen voorbehouden. Installatievoorschrift ATAG Comfort Boilers 8A.51.23.09/09.11 Wijzigingen voorbehouden. Inhoud 1 Inleiding... 4 1.2 Omschrijving... 4 1.3 Regelgeving... 5 2 Hangende Comfort boilers (QBV / QBH)... 5 3

Nadere informatie

Handleiding voor het ClickFit Montage Systeem voor Schuindak met dakpannen

Handleiding voor het ClickFit Montage Systeem voor Schuindak met dakpannen Handleiding voor het ClickFit Montage Systeem voor Schuindak met dakpannen Meer info www.click-fit.nl Patent pending Materiaal Een ClickFit montage set bevat de volgende onderdelen: 1 dakhaken 2 montage

Nadere informatie

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C Nederland - elgië NL Dak integratie collectoren voor zonneboilersysteem ZentaSOL 1 ZentaSOL 2 Installatie- en servicehandleiding Geïntegreerd in het dak 1 of 2 zonnecollectoren M002070-300021367-001-E

Nadere informatie

Golfplatendak montage

Golfplatendak montage Golfplatendak montage SUNKIT Zonnestroomsysteem Administrator 7-10-2008 10:36 1/5 Algemeen Deze handleiding begeleidt u stap voor stap bij de montage van het SUNKIT zonneenergiesysteem. Lees voordat u

Nadere informatie

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie 1 Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie Wij willen u feliciteren met uw aankoop van één van de producten van Quality Heating. Elk product van Quality Heating is gemaakt op kwalitatief hoogstaande

Nadere informatie

installatiehandleiding Clearline zonneboilersysteem

installatiehandleiding Clearline zonneboilersysteem installatiehandleiding Clearline zonneboilersysteem Enkelvoudige collector, drukgevulde systeem. Lees nauwkeurig de complete handleiding door vóór aanvang van de werkzaamheden. Handleidingtotaal V1.1 4

Nadere informatie

SOLAR KLIMAATGARANT. Partner in zonne-energie Importeur van zonnepanelen en omvormers GFabrikant van PV montage systemen. www.klimaatgarantsolar.

SOLAR KLIMAATGARANT. Partner in zonne-energie Importeur van zonnepanelen en omvormers GFabrikant van PV montage systemen. www.klimaatgarantsolar. Klimaatgarant Solar biedt een compleet pakket aan van zonnepanelen, omvormers, PV montagesystemen, bekabeling, connectoren en gerelateerde duurzame producten. Wij importeren onder meer producten van ET

Nadere informatie

Installatie handleiding

Installatie handleiding Installatie handleiding Inhoud 1 Definities... 2 2 Voordat u begint... 3 2.1 Instructies en bepalingen... 3 2.1.1 Installatie door bevoegde vakmensen.... 3 2.1.2 Veel voorkomend gereedschap... 3 2.1.3

Nadere informatie

Nefit SolarLine II zonneboilers. SolarLine II Warm water met zonneenergie

Nefit SolarLine II zonneboilers. SolarLine II Warm water met zonneenergie Nefit SolarLine II zonneboilers SolarLine II Warm water met zonneenergie Nefit SolarLine II zonneboiler Eindeloos profiteren van de zon Thermische zonne-energie is noodzakelijk voor een duurzame toekomst.

Nadere informatie

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding Inhoud 1 Boilers, type IGB 2 1.1 Beschrijving 2 1.2 Levering 2 1.3 Technische informatie 2 1.4 Toepassingsmogelijkheden 3 1.5

Nadere informatie

Doe Het Zelf handleiding zonnepanelen installatie voor schuin dak

Doe Het Zelf handleiding zonnepanelen installatie voor schuin dak Doe Het Zelf handleiding zonnepanelen installatie voor schuin dak 1 Benodigdheden De volgende onderdelen zijn benodigd voor een schuine dak installatie: - De door u uitgekozen zonnepanelen; - De door u

Nadere informatie

Handleiding: Montage tristand pannendak Auteur: Carolien Hoppenbrouwers Datum: februari 2013 Benodigdheden: - Rolmaat / lang meetlint - Potlood - Schroefmachine met kruiskop, Torx T40, Imbus 3 & 5 - Spaanplaatschroeven

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

ST. Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding (2010/05)

ST. Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding (2010/05) osch solar Pakket nl Montage- en Gebruikershandleiding 6 720 616 018 (2010/05) 6720616018.00-1.ST 2 NL Voorwoord In deze installatie-instructie wordt de installatie, ingebruikstelling en het onderhoud

Nadere informatie

TECHNISCHE INFORMATIE. HEAT PIPE 160 Easy

TECHNISCHE INFORMATIE. HEAT PIPE 160 Easy TECHNISCHE INFORMATIE De HP 160 Easy is een hoogwaardige betaalbare zonneboiler met een zeer goede opbrengst, die bovendien onderhoudsvrij is. Het is een volgens het zwaartekrachtprincipe werkend Solar

Nadere informatie

6301 9303 04/2002 BE/NL

6301 9303 04/2002 BE/NL 60 90 04/00 BE/NL Voor de vakman Montagevoorschrift Montageset voor gegolfd dak Montage boven op dak Zorgvuldig lezen vóór de montage Voorwoord Over dit voorschrift Dit montage- en onderhoudsvoorschrift

Nadere informatie

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL Montage-instructie Screens V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL Inhoud 1. screenkap met doek en motor 2. zijgeleiders a. achterprofiel b. inlager voorzien van neopreen (of ritslager) c. voorprofiel 3. montageset

Nadere informatie

inhoud Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB februari 2010 Aansluiten zonneboiler Katern voor scholing, her- en bijscholing

inhoud Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB februari 2010 Aansluiten zonneboiler Katern voor scholing, her- en bijscholing Katern voor scholing, her- en bijscholing 24 inhoud 1 Aansluiten zonneboiler Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB februari 2010 Aansluiten zonneboiler Zonne-energie staat steeds meer in de

Nadere informatie

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Quality Heating elektrische vloerverwarming 1 Quality Heating elektrische vloerverwarming Wij willen u feliciteren met uw aankoop van één van de producten van Quality Heating. Elk product van Quality Heating is gemaakt op kwalitatief hoogstaande

Nadere informatie

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS MODELLEN: ES3 ES4 ES5 ES65 Installatie- en bedieningsvoorschriften Onderhoudsinstructies Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden. 4.1.4 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

handleiding douche schuifdeur

handleiding douche schuifdeur LINO handleiding douche schuifdeur Controleer vóór montage of het product compleet en vrij van beschadigingen is. Mocht u een gebrek constateren, neem dan contact op met uw Bruynzeeldealer. De leverancier

Nadere informatie

Brighten Up Ø 25 cm (10 ) Ø 35 cm (14 ) Installatie instructie

Brighten Up Ø 25 cm (10 ) Ø 35 cm (14 ) Installatie instructie Brighten Up Ø 25 cm (10 ) Ø 35 cm (14 ) Installatie instructie TCL 09/10-04-1 ONDERDELENLIJST SOLATUBE Brighten Up Ø 25 cm (10 ) en Ø 35 cm (14 ) 1 2 3a 3b 4 5a 1. RayBender koepel 1 2. dakopstand 1 3.

Nadere informatie

6.8 Afmonteren / meerdere rijen onder elkaar

6.8 Afmonteren / meerdere rijen onder elkaar 6.8 Afmonteren / meerdere rijen onder elkaar. Om een aaneengesloten paneelvlak te verkrijgen schuift u de onderliggende zonnepanelen tegen de bovenliggende rij zonnepanelen aan.. Herhaal de stappen van

Nadere informatie

Stanza Terrasoverkapping Assemblage- en montagehandleiding

Stanza Terrasoverkapping Assemblage- en montagehandleiding Assemblage- en montagehandleiding * * A T T E N T I E * * AVZ kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele voorkomende fouten in deze handleiding, noch voor eventuele nadelige gevolgen die uit

Nadere informatie

MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding

MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding Itho bv Adm. de Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Postbus 21 3100 AA Schiedam T (010) 427 89 10 F (010) 427 88 88 E info@itho.nl I www.itho.nl

Nadere informatie

HEAT PIPE - VACUÜM BUIZENCOLLECTOR. Montagehandleiding

HEAT PIPE - VACUÜM BUIZENCOLLECTOR. Montagehandleiding HEAT PIPE - VACUÜM BUIZENCOLLECTOR Montagehandleiding Aandachtspunten tijdens de installatie: De Solar ventilator moet tussen de collectoraansluiting en toevoerleiding gemonteerd worden. Het systeem moet

Nadere informatie

10. Sanitair warmwaterbereiders

10. Sanitair warmwaterbereiders 10. remeha.be 350 10. Inox boilers 352 Remeha Aqua Plus 125 S 352 Remeha Aqua Pro 100, 150, 200, 300 354 Geëmailleerde boilers 356 Remeha BP 150, 200, 300, 401, 501 356 Remeha BP accessoires 358 351 Inox

Nadere informatie

LINO. handleiding vijfhoek

LINO. handleiding vijfhoek LINO handleiding vijfhoek Controleer vóór montage of het product compleet en vrij van beschadigingen is. Mocht u een gebrek constateren, neem dan contact op met uw Bruynzeeldealer. De leverancier is niet

Nadere informatie

Inbedrijfstelling van de installatie

Inbedrijfstelling van de installatie Inbedrijfstelling van de installatie excellence in hot water INHOUD. Zonnecircuit.............................. 2. Inbedrijfstelling............................. 3 3. Oplossen van eventuele pannes..............

Nadere informatie

Hotto boilerkraan plaatsen

Hotto boilerkraan plaatsen Hotto boilerkraan plaatsen Hotto boilerkraan plaatsen Materialen Gereedschap Hotto Quadro kraan Chroom Steeksleutel Hotto Arco kraan RVS Hotto Arco kraan Chroom Hotto Quadro kraan RVS http://bit.ly/29e6suk

Nadere informatie

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ Installatiehandleiding VAQ Lees voor het installeren eerst deze handleiding Inleiding De werking van de Quooker Het Quooker-systeem bestaat uit een klein reservoir onder het aanrecht dat aangesloten is

Nadere informatie

VIH 80 / VIH 120 / VIH 150

VIH 80 / VIH 120 / VIH 150 HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK van de VIH 80 / VIH 120 / VIH 150 Inhoudsopgave 1 Algemeen............................................. 3 1.1 Leveromfang.........................................

Nadere informatie

Remeha staande boiler type 120/40

Remeha staande boiler type 120/40 Technische informatie Remeha staande boiler type 120/40 Remeha staande boiler 120/40 Indirect gestookte voorraadboiler INHOUDSOPGAVE Voorwoord 4 1 Toestel omschrijving 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Technische

Nadere informatie

Elke Recoh-drain is voorzien van een sticker met eigen nummer. Deze sticker moet leesbaar blijven. Indien deze niet leesbaar is vervalt de garantie.

Elke Recoh-drain is voorzien van een sticker met eigen nummer. Deze sticker moet leesbaar blijven. Indien deze niet leesbaar is vervalt de garantie. Installatie instructie Recoh-drain RD1-835CW Wij feliciteren u met de aanschaf van de Recoh-drain (Douchegoot-wtw). De Recoh-drain is één van de economisch meest interessante vormen van energiebesparing.

Nadere informatie

handleiding douche kwartrond

handleiding douche kwartrond CILO handleiding douche kwartrond Controleer vóór montage of het product compleet en vrij van beschadigingen is. Mocht u een gebrek constateren, neem dan dan contact contact op met op met uw Bruynzeeldealer.

Nadere informatie

Handleiding. Itho Daalderop WPV 150L/200L. 1. Veiligheid & voorschriften Veiligheid

Handleiding. Itho Daalderop WPV 150L/200L. 1. Veiligheid & voorschriften Veiligheid Itho Daalderop WPV 150L/200L A+ Handleiding 1. Veiligheid & voorschriften 1.1. Veiligheid Installeer het product volgens deze handleiding en de lokaal geldende installatie- en veiligheidsvoorschriften!

Nadere informatie

handleiding douche schuifdeur

handleiding douche schuifdeur CILO handleiding douche schuifdeur Controleer vóór montage of het product compleet en vrij van beschadigingen is. Mocht u een gebrek constateren, neem dan contact op met uw Bruynzeeldealer. De leverancier

Nadere informatie

Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Schuin dak

Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Schuin dak Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Schuin dak Voorbereiding Veiligheid Het is mogelijk de zonnepanelen alleen te installeren, maar met hulp is het een stuk makkelijker en veiliger. De panelen

Nadere informatie

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C Nederland NL Dak integratie collectoren voor zonneboilersysteem ZentaSOL 1 ZentaSOL 2 Installatie- en servicehandleiding Geïntegreerd in het dak 1 of 2 zonnecollectoren M002070-300021367-001- Inhoud 1

Nadere informatie

2 Plaatsen van de bescherming

2 Plaatsen van de bescherming Montagevoorschriften SolarTop 1 Onderdelen 2 Plaatsen van de bescherming 2.1 Met grondprofielen direct op het dak: Plaats rubber onder de grondprofielen. Afwatering N-Z: Plaats rubber over de volledige

Nadere informatie

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC MONTAGEHANDLEIDING BELANGRIJKE INFORMATIE Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC Lees de hele handleiding aandachtig. Als de hierin vermelde instructies niet worden opgevolgd, is

Nadere informatie

De nieuwe standaard in eenvoud, design en rendement

De nieuwe standaard in eenvoud, design en rendement Product-Data-Blad ZentaSO Upgrade Technische gegevens ZentaSO zonneboilersysteem DST opbrengst 1 collector 3,4 DST opbrengst 2 collectoren 4,4 Maximale bedrijfstemperatuur ºC 80 Opvoerhoogte (bij extra

Nadere informatie

Nefit SolarLine Zonneboilers. Nefit houdt Nederland warm. SolarLine Zonneboilersystemen

Nefit SolarLine Zonneboilers. Nefit houdt Nederland warm. SolarLine Zonneboilersystemen Nefit SolarLine Zonneboilers Nefit houdt Nederland warm SolarLine Zonneboilersystemen Eindeloos profiteren van de zon Duurzame energie, besparing op uw gasrekening Thermische zonne-energie is noodzakelijk

Nadere informatie

Waterwerkbladen Plaatsing boilervat Draag vermogen vloer t.b.v. boilervat Gesloten systeem Niet doen

Waterwerkbladen Plaatsing boilervat Draag vermogen vloer t.b.v. boilervat Gesloten systeem Niet doen Waterwerkbladen Waterwerkblad 3.8 beveiligingen (gevaarlijke) toestellen Waterwerkblad 4.4B warmtapwaterinstallaties beveiligingen Waterwerkblad 4.4C warmtapwaterinstallaties zonne-energie systemen Plaatsing

Nadere informatie

Sunstock Holland. Assemblagehandleiding. Castor

Sunstock Holland. Assemblagehandleiding. Castor Sunstock Holland Assemblagehandleiding Castor Inhoud Handleiding Castor 3 Algemene informatie Castor 4 Assemblage-instructie Castor 9 Assemblage-instructie Castor, spie afdichting (optioneel) 1 Attentie:

Nadere informatie

Zonneboiler-systemen. Comfort-lijn Hygiëne-lijn Systemen op maat

Zonneboiler-systemen. Comfort-lijn Hygiëne-lijn Systemen op maat Zonneboiler-systemen Comfort-lijn Hygiëne-lijn Systemen op maat Maatwerk in zonneboilers De zonneboiler-systemen van TechniQ Energy zijn perfect in balans en van hoge kwaliteit. Naast de standaard systemen,

Nadere informatie

Tercal verwarmingssystemen

Tercal verwarmingssystemen Tercal verwarmingssystemen De HP 160 Easy is een hoogwaardige betaalbare zonneboiler met een zeer goede opbrengst, die bovendien onderhoudsvrij is. Het is een volgens het zwaartekrachtprincipe werkend

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING. Het installeren van zonnepanelen op een schuin pannendak. Geert Lenoir Erik de Leeuw Wico Gerritsen vs. 2.

INSTALLATIEHANDLEIDING. Het installeren van zonnepanelen op een schuin pannendak. Geert Lenoir Erik de Leeuw Wico Gerritsen vs. 2. INSTALLATIEHANDLEIDING Het installeren van zonnepanelen op een schuin pannendak Geert Lenoir Erik de Leeuw Wico Gerritsen vs. 2.0 INHOUDSOPGAVE Standaardsituatie 3 Onderdelen 3 Veiligheid 4 Draagprofielen

Nadere informatie

1. Inleiding. Het procesmodel ZONNECOLLECTOR is gemaakt voor het gebruik op scholen. Het doel is om de leerling kennis te laten maken met het toepassen van een zonnecollector in een praktijksituatie. Hiervoor

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

4 INSTALLATIE. 4.1 Inbouwmaten Toestel met leidingen naar onderen aangesloten: Brink Climate Systems BV 10. Toestel + montagebeugel

4 INSTALLATIE. 4.1 Inbouwmaten Toestel met leidingen naar onderen aangesloten: Brink Climate Systems BV 10. Toestel + montagebeugel 4 INSTALLATIE 4.1 Inbouwmaten Toestel met leidingen naar onderen aangesloten: Toestel + montagebeugel A = Aanvoer CV Ø22 B = Retour CV Ø22 C = Gas ½ inw. D = Tapwater koud Ø15 E = Tapwater warm Ø15 h=

Nadere informatie

Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Plat dak

Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Plat dak Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Plat dak Voorbereiding Veiligheid Het is mogelijk de zonnepanelen alleen te installeren, maar met hulp is het een stuk makkelijker en veiliger. De panelen

Nadere informatie